Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 2
Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken..............................................................................
|
|
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn ..........................................................
|
|
Bloedstolsels (trombose) ...........................................................................................................
|
|
Dit medicijn en kanker ............................................................................................................
|
|
Psychische stoornissen ............................................................................................................
|
|
Tussentijds bloedverlies ..........................................................................................................
|
|
Wat te doen als u geen bloeding krijgt tijdens de stopweek....................................................
|
|
Gebruikt u nog andere medicijnen?.........................................................................................
|
|
Waarop moet u letten met eten en drinken? ............................................................................
|
|
Laboratoriumonderzoeken.......................................................................................................
|
|
Zwangerschap en borstvoeding ...............................................................................................
|
|
Rijvaardigheid en het gebruik van machines...........................................................................
|
|
Belanette bevat lactose ............................................................................................................
|
|
Bijsluiter Belanette®
|
2 van 19
|
3.
|
Hoe gebruikt u dit medicijn? ...................................................................................................
|
|
|
Wanneer kunt u met de eerste strip beginnen?........................................................................
|
|
|
Heeft u te veel van dit medicijn ingenomen? ..........................................................................
|
|
|
Bent u vergeten dit medicijn in te nemen? ..............................................................................
|
|
|
Wat u moet doen in geval van overgeven of ernstige diarree .................................................
|
|
|
Uitstellen van uw bloeding: wat u moet weten .......................................................................
|
|
|
De begindag van uw bloeding veranderen: wat u moet weten................................................
|
|
|
Als u stopt met het gebruik van dit medicijn...........................................................................
|
|
4.
|
Mogelijke bijwerkingen...........................................................................................................
|
|
5.
|
Hoe bewaart u dit medicijn?....................................................................................................
|
|
6.
|
Inhoud van de verpakking en overige informatie....................................................................
|
|
Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Algemene opmerkingen
Lees voordat u begint met het gebruik van dit medicijn de informatie over bloedstolsels (trombose) in rubriek 2. Het is vooral belangrijk dat u leest wat de symptomen zijn van een bloedstolsel – zie rubriek 2 ‘Bloedstolsels (trombose)’.
Voordat u kunt beginnen met het gebruik van dit medicijn, zal uw arts u een aantal vragen stellen over uw persoonlijke ziektegeschiedenis en die van uw naaste familieleden. De arts zal ook uw bloeddruk meten en, afhankelijk van uw persoonlijke situatie, mogelijk ook nog andere onderzoeken doen.
In deze bijsluiter worden verschillende situaties beschreven waarin u moet stoppen met het gebruik van dit medicijn of waarin de betrouwbaarheid van dit medicijn verminderd kan zijn. In die situaties moet u óf geen seks hebben, óf een extra anticonceptiemiddel zonder hormonen gebruiken, zoals bijvoorbeeld een condoom of een andere barrièremethode. Maak geen gebruik van de temperatuurmethode of periodieke onthouding. Deze methoden kunnen onbetrouwbaar zijn omdat dit middel de maandelijkse veranderingen van de lichaamstemperatuur en het baarmoederhalsslijmvlies beïnvloedt.
Net als andere anticonceptiemiddelen met hormonen beschermt dit middel niet tegen infectie met het hiv-virus (aids) of andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s).
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken
U mag dit middel niet gebruiken als u een van de hieronder vermelde ziektes heeft. Als u een of meer van de hieronder vermelde ziektes heeft, vertel dit dan aan uw arts. Uw arts zal met u bespreken welke andere vorm van anticonceptie geschikter is voor u.
Gebruik dit middel niet:
-
als u een bloedstolsel in een bloedvat van de benen (diepe veneuze trombose, DVT), de longen (longembolie, PE) of ander orgaan heeft, of dit in het verleden heeft gehad
-
als u weet dat u een stoornis heeft die uw bloedstolling beïnvloedt – bijvoorbeeld proteïne C- deficiëntie, proteïne S-deficiëntie, antitrombine III-deficiëntie, factor V-Leiden of antistoffen tegen fosfolipiden
-
als u geopereerd moet worden of u bent gedurende lange tijd niet op de been (zie rubriek ‘Bloedstolsels (trombose)’)
-
als u ooit een hartaanval of beroerte heeft gehad
-
als u angina pectoris (een ziekte die hevige pijn in de borst veroorzaakt en een eerste verschijnsel van een hartaanval kan zijn) of een transiënte ischemische aanval heeft (TIA – voorbijgaande symptomen van een beroerte), of dit ooit heeft gehad
-
als u een van de volgende ziektes heeft, die het risico op een bloedstolsel in uw slagaderen kunnen verhogen:
O ernstige diabetes (suikerziekte) met beschadiging van bloedvaten O ernstig verhoogde bloeddruk
O een ernstig verhoogd vetgehalte in uw bloed (cholesterol of triglyceriden) O een ziekte die hyperhomocysteïnemie wordt genoemd
-
als u een type migraine dat ‘migraine met aura’ wordt genoemd heeft, of dit heeft gehad
-
als u een leverziekte heeft (of ooit heeft gehad) en de werking van uw lever nog niet normaal is
-
als uw nieren niet goed werken (nierfalen)
-
als u een gezwel in uw lever heeft (of ooit heeft gehad)
-
als u borstkanker of kanker van de geslachtsorganen heeft (of ooit heeft gehad) of als er een
vermoeden is dat u dat heeft
-
als u bloedverlies uit uw vagina heeft en de oorzaak niet duidelijk is
-
als u allergisch bent voor één van de stoffen in dit medicijn. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6. Dit kan jeuk, huiduitslag of zwelling veroorzaken.
Gebruik Belanette niet als u hepatitis C heeft en hiervoor medicijnen met ombitasvir/paritaprevir/ritovanir en dasabuvir of glecaprevir/pibrentasvir gebruikt (zie ook rubriek 2 “Gebruikt u nog andere medicijnen?”).
Meer informatie over speciale patiëntengroepen
Kinderen en jongeren
Dit medicijn is niet bedoeld voor vrouwen die nog niet menstrueren.
Oudere vrouwen
Belanette is niet bedoeld voor gebruik na de overgang (menopauze).
Vrouwen met een leverziekte
Neem dit medicijn niet als u een leverziekte heeft. Zie ook ‘Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?’ en ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?’.
Vrouwen met een nierziekte
Gebruik dit medicijn niet als uw nieren slecht werken of bij acuut nierfalen. Zie ook ‘Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?’ en ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn?’.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit medicijn
Wanneer moet u contact opnemen met uw arts?
Roep spoedeisende medische hulp in
als u mogelijke klachten of symptomen van een bloedstolsel bemerkt, die kunnen betekenen dat u lijdt aan een bloedstolsel in uw been (d.w.z. diepe veneuze trombose), een bloedstolsel in uw long (d.w.z. longembolie), een hartaanval of een beroerte (zie hieronder de rubriek ‘Bloedstolsels (trombose)’).
Ga voor een beschrijving van de klachten of symptomen van deze ernstige bijwerkingen naar ‘Hoe herkent u een bloedstolsel?’.
Vertel het uw arts, als een van de volgende situaties op u van toepassing is.
In sommige situaties moet u extra voorzichtig zijn als u dit medicijn of een andere combinatiepil gebruikt. Het kan nodig zijn dat u regelmatig door uw arts wordt gecontroleerd.
Als de ziekte ontstaat, of verergert, terwijl u dit medicijn gebruikt, moet u dit ook aan uw arts vertellen.
-
Als iemand uit uw naaste familie borstkanker heeft of ooit heeft gehad
-
Als u een ziekte van de lever of galblaas heeft
-
Als u diabetes (suikerziekte) heeft
-
Als u een depressie (ernstige neerslachtigheid) heeft
-
Als u de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa (chronische inflammatoire darmziekte) heeft
-
Als u hemolytisch-uremisch syndroom (HUS – een stoornis van de bloedstolling die nierfalen veroorzaakt) heeft
-
Als u sikkelcelanemie (een erfelijke ziekte van de rode bloedcellen) heeft
-
Als u verhoogde vetgehaltes in uw bloed (hypertriglyceridemie) heeft, of deze ziekte komt in uw familie voor of is in uw familie voorgekomen. Hypertriglyceridemie is in verband gebracht met een hoger risico om pancreatitis (een ontsteking van de alvleesklier) te krijgen
-
Als u geopereerd moet worden of u bent gedurende lange tijd niet op de been (zie ‘Bloedstolsels (trombose)' in rubriek 2)
-
Als u onlangs bevallen bent, heeft u een verhoogd risico op het krijgen van bloedstolsels. Vraag uw arts hoe snel na de bevalling u kunt beginnen met het gebruik van dit medicijn
-
Als u een ontsteking in de aders vlak onder de huid (oppervlakkige tromboflebitis) heeft
-
Als u spataderen heeft
-
Als u epilepsie (zie ”Gebruikt u nog andere medicijnen?”, pagina 11) heeft
-
Als u systemische lupus erythematosus (SLE – een ziekte die uw natuurlijke afweersysteem aantast) heeft
-
Als u een ziekte heeft die voor het eerst optrad tijdens een zwangerschap of bij eerder gebruik van geslachtshormonen (bijvoorbeeld gehoorverlies, een bloedziekte genaamd porfyrie, huiduitslag met blaasjes tijdens de zwangerschap (herpes gestationes), een zenuwziekte waarbij plotselinge bewegingen van het lichaam optreden (chorea van Sydenham))
-
Als u chloasma (een geelbruine verkleuring van de huid vooral van het gezicht of de hals, zogenaamde 'zwangerschapsvlekken') heeft of ooit heeft gehad. Vermijd in dat geval direct zonlicht of ultraviolet licht.
-
Als u erfelijk angio-oedeem heeft, kunnen producten die oestrogene hormonen bevatten de verschijnselen veroorzaken of verergeren. U moet direct contact met uw arts opnemen als u verschijnselen van angio-oedeem krijgt zoals een opgezwollen gezicht, tong en/of keel, en/of problemen met slikken, of galbulten samen met moeilijk ademhalen.
BLOEDSTOLSELS (TROMBOSE)
Als u een gecombineerd hormonaal anticonceptivum zoals Belanette gebruikt, heeft u een hoger risico om bloedstolsels te krijgen dan als u geen gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruikt. In zelden voorkomende gevallen kan een bloedstolsel een bloedvat verstoppen en ernstige problemen veroorzaken.
Bloedstolsels kunnen ontstaan
-
in aders (dit wordt 'veneuze trombose', 'veneuze trombo-embolie' of VTE genoemd),
-
in slagaders (dit wordt 'arteriële trombose', 'arteriële trombo-embolie' of ATE genoemd).
Men herstelt niet altijd volledig van bloedstolsels. In zelden voorkomende gevallen kunnen er langdurige ernstige effecten zijn, of in zeer zelden voorkomende gevallen kunnen bloedstolsels dodelijk zijn.
Het is belangrijk dat u weet dat het algehele risico op een schadelijk bloedstolsel door dit medicijn klein is.
HOE HERKENT U EEN BLOEDSTOLSEL?
Schakel spoedeisende medische hulp in als u een van de volgende klachten of symptomen bemerkt.
Krijgt u een van deze klachten of symptomen?
|
Waar kunt u aan lijden?
|
|
|
zwelling van een been of langs een ader in een been of voet,
|
Diepe veneuze trombose
|
vooral als dit gepaard gaat met:
|
|
-
pijn of gevoeligheid van het been, die u mogelijk alleen voelt bij het staan of lopen
-
verhoogde temperatuur in het aangedane been
-
kleurverandering van de huid van het been, bijvoorbeeld bleek, rood of blauw worden
|
Krijgt u een van deze klachten of symptomen?
|
Waar kunt u aan lijden?
|
|
|
|
|
plotselinge onverklaarde ademnood of snelle ademhaling
|
Longembolie
|
|
plotseling hoesten zonder duidelijke oorzaak, waarbij u bloed
|
|
|
kunt ophoesten
|
|
|
scherpe pijn in de borst, die erger kan worden als u diep
|
|
|
ademhaalt
|
|
|
ernstig licht gevoel in het hoofd of duizeligheid
|
|
|
snelle of onregelmatige hartslag
|
|
|
ernstige pijn in uw maag.
|
|
|
Als u twijfelt, neem dan contact op met een arts, want sommige
|
|
|
van deze symptomen, zoals hoesten of kortademigheid, kunnen
|
|
|
ten onrechte worden aangezien voor een lichtere ziekte, zoals een
|
|
|
luchtweginfectie (bijv. verkoudheid).
|
|
|
|
|
|
Symptomen treden meestal in één oog op:
|
Veneuze trombose in het
|
|
onmiddellijk verlies van het gezichtsvermogen, of
|
netvlies (bloedstolsel in het
|
|
oog)
|
|
|
|
pijnloos wazig zien, wat zich kan ontwikkelen tot verlies van
|
|
|
het gezichtsvermogen
|
|
|
|
|
|
pijn, ongemak, druk of zwaar gevoel op de borst
|
Hartaanval
|
|
|
|
beklemd of vol gevoel in de borst, arm of onder het borstbeen
|
|
|
vol gevoel, indigestie of naar adem snakken
|
|
|
ongemak in het bovenlichaam dat uitstraalt naar de rug, kaak,
|
|
|
keel, arm en maag
|
|
|
transpireren, misselijkheid, braken of duizeligheid
|
|
|
extreme zwakte, angst of kortademigheid
|
|
|
snelle of onregelmatige hartslag
|
|
|
|
|
Krijgt u een van deze klachten of symptomen?
|
Waar kunt u aan lijden?
|
|
|
plotselinge zwakte of verdoofd gevoel van gezicht, arm of
|
Beroerte
|
|
been, vooral aan één kant van het lichaam
|
|
plotselinge verwardheid, moeite met praten of begrijpen
|
|
plotselinge moeite met zien in één of beide ogen
|
|
plotselinge moeite met lopen, duizeligheid, verlies van
|
|
evenwicht of coördinatie
|
|
plotselinge, ernstige of langdurige hoofdpijn zonder bekende
|
|
oorzaak
|
|
verminderd bewustzijn of flauwvallen met of zonder
|
|
epileptische aanval.
|
|
De symptomen van een beroerte kunnen soms slechts kort duren
|
|
en vrijwel direct en volledig herstellen. Toch moet u dan alsnog
|
|
spoedeisende medische hulp inroepen, omdat u een kans kunt
|
|
lopen om nog een beroerte te krijgen.
|
|
|
|
zwelling en lichte blauwkleuring van een arm of been
|
Bloedstolsels die andere
|
|
ernstige pijn in uw buik (acute buik)
|
bloedvaten verstoppen
|
|
|
BLOEDSTOLSELS IN EEN ADER
Wat kan er gebeuren als er een bloedstolsel wordt gevormd in een ader?
-
Het gebruik van gecombineerde hormonale anticonceptiva is in verband gebracht met een hoger risico op bloedstolsels in een ader (veneuze trombose). Deze bijwerkingen komen echter zelden voor. Meestal treden ze op in het eerste jaar dat een gecombineerd hormonaal anticonceptivum wordt gebruikt.
-
Als er een bloedstolsel wordt gevormd in een ader in een been of voet, kan het een diepe veneuze trombose (DVT) veroorzaken.
-
Als een bloedstolsel vanuit het been wordt meegevoerd en in de long terechtkomt, kan het een longembolie veroorzaken.
-
Het komt zeer zelden voor dat een bloedstolsel wordt gevormd in een ader in een ander orgaan, zoals het oog (veneuze trombose in het netvlies).
Wanneer is het risico op een bloedstolsel in een ader het hoogst?
Het risico op een bloedstolsels in een ader is het hoogst in het eerste jaar dat een vrouw voor het eerst een gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruikt. Het risico kan ook verhoogd zijn als u na een
onderbreking van 4 weken of langer weer begint met het gebruik van een gecombineerd hormonaal anticonceptivum (hetzelfde product, of een ander product dan daarvoor).
Na het eerste jaar wordt het risico kleiner, maar hij blijft iets hoger dan als u geen gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruikt.
Als u stopt met dit medicijn, is uw risico op een bloedstolsel binnen enkele weken weer normaal.
Hoe hoog is het risico op een bloedstolsel?
Het risico hangt af van uw natuurlijk risico op VTE, en van het type gecombineerd hormonaal anticonceptivum dat u gebruikt.
Het algehele risico op een bloedstolsel in een been of long (diepe veneuze trombose of longembolie) met dit medicijn is klein.
-
Van elke 10.000 vrouwen die geen enkel gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruiken en niet zwanger zijn, krijgen er ongeveer 2 in een periode van een jaar een bloedstolsel.
-
Van elke 10.000 vrouwen die een gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruiken dat levonorgestrel, norethisteron of norgestimaat bevat, krijgen er ongeveer 5-7 in een jaar een bloedstolsel.
-
Van elke 10.000 vrouwen die een gecombineerd hormonaal anticonceptivum gebruiken dat drospirenon bevat, zoals Belanette, krijgen er ongeveer tussen de 9 en 12 in een jaar een bloedstolsel.
-
Het risico om een bloedstolsel te krijgen is afhankelijk van uw persoonlijke medische voorgeschiedenis (zie rubrieken ‘Factoren die uw risico op een bloedstolsel in een ader/slagader verhogen’ hieronder).
|
Risico om in een jaar een
|
|
bloedstolsel te krijgen
|
|
|
Vrouwen die geen gecombineerde hormonale pil
|
Ongeveer 2 van elke
|
gebruiken en niet zwanger zijn
|
10.000 vrouwen
|
|
|
Vrouwen die een combinatiepil gebruiken die
|
Ongeveer 5-7 van elke
|
levonorgestrel, norethisteron of norgestimaat bevat
|
10.000 vrouwen
|
|
|
Vrouwen die Belanette gebruiken
|
Ongeveer 9-12 van elke
|
|
10.000 vrouwen
|
|
|
Factoren die uw risico op een bloedstolsel in een ader verhogen
Het risico op een bloedstolsel met dit medicijn is klein, maar er zijn bepaalde omstandigheden die het risico verhogen. Uw risico is hoger:
-
als u ernstig overgewicht heeft (BMI [body mass index] hoger dan 30 kg/m2)
-
als één van uw naaste familieleden op jonge leeftijd (bijvoorbeeld vóór het 50e jaar) een bloedstolsel heeft gehad in een been, long of ander orgaan. In dat geval kunt u een erfelijke stollingsstoornis hebben.
-
als u een operatie moet ondergaan, of als u lange tijd niet op de been bent vanwege een blessure of ziekte, of als uw been in het gips zit. Het kan nodig zijn om vóór een operatie, of wanneer u minder mobiel bent, enkele weken te stoppen met het gebruik van dit medicijn. Als u moet stoppen met dit medicijn, vraag dan uw arts wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik.
-
als u ouder wordt (in het bijzonder ongeveer boven de 35 jaar)
-
als u in de afgelopen weken bevallen bent.
Het risico op een bloedstolsel stijgt naarmate er meer van deze omstandigheden op u van toepassing zijn.
Een reis per vliegtuig (langer dan 4 uur) kan uw risico op een bloedstolsel tijdelijk verhogen, vooral als er nog enkele andere van de vermelde omstandigheden op u van toepassing zijn.
Het is belangrijk dat u het uw arts vertelt als een of meer van deze omstandigheden op u van toepassing zijn, zelfs als u hierover twijfelt. Uw arts kan beslissen dat u moet stoppen met het gebruik van dit medicijn.
Als een van de hierboven vermelde omstandigheden verandert terwijl u dit medicijn gebruikt, bijvoorbeeld als een naast familielid een bloedstolsel (trombose) krijgt zonder bekende oorzaak, of als u veel in gewicht aankomt, vertel dit dan aan uw arts.
BLOEDSTOLSEL IN EEN SLAGADER
Wat kan er gebeuren als er een bloedstolsel wordt gevormd in een slagader?
Net als een bloedstolsel in een ader, kan een bloedstolsel in een slagader ernstige problemen veroorzaken. Het kan bijvoorbeeld een hartaanval of een beroerte veroorzaken.
Factoren die uw risico op een bloedstolsel in een slagader verhogen
Het is belangrijk dat u weet dat het risico op een hartaanval of beroerte door het gebruik van dit medicijn zeer klein is, maar groter kan worden:
-
met toenemende leeftijd (boven ongeveer 35 jaar)
-
als u rookt. Als u een gecombineerd hormonaal anticonceptivum zoals Belanette gebruikt, wordt aangeraden dat u stopt met roken. Als u niet kunt stoppen met roken en ouder bent dan 35 jaar, kan uw arts u aanraden om een ander type voorbehoedsmiddel te gebruiken
-
als u overgewicht heeft
-
als u hoge bloeddruk heeft
-
als een lid van uw naaste familie op jonge leeftijd (vóór het 50e jaar) een hartaanval of beroerte heeft gehad. In dat geval kunt u ook een verhoogd risico hebben om een hartaanval of beroerte te krijgen
-
als u, of een lid van uw naaste familie, een verhoogd vetgehalte in het bloed heeft (cholesterol of triglyceriden)
-
als u aan migraine lijdt, vooral migraine met aura
-
als u een hartziekte heeft (hartklepziekte, of een hartritmestoornis die atriumfibrilleren wordt genoemd)
-
als u suikerziekte (diabetes) heeft.
Als meer dan één van deze omstandigheden op u van toepassing is, of als een van deze ziektes bijzonder ernstig is, kan het risico op het krijgen van een bloedstolsel zelfs nog verder verhoogd zijn.
Als een van de hierboven vermelde omstandigheden verandert terwijl u dit medicijn gebruikt, bijvoorbeeld als u begint met roken of als een naast familielid een bloedstolsel (trombose) krijgt zonder bekende oorzaak, of als u veel in gewicht aankomt, vertel dit dan aan uw arts.
Dit medicijn en kanker
Bij vrouwen die een combinatiepil gebruiken, wordt iets vaker borstkanker geconstateerd, maar het is niet bekend of dit wordt veroorzaakt door het pilgebruik. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat er meer borstkanker wordt ontdekt bij vrouwen die een combinatiepil gebruiken omdat zij vaker door hun arts worden onderzocht. Het vóórkomen van borstkanker wordt geleidelijk aan minder na het stoppen met een combinatiepil. Het is belangrijk om regelmatig uw borsten te controleren. Als u een knobbeltje voelt, moet u contact opnemen met uw arts.
In zeldzame gevallen zijn bij pilgebruiksters goedaardige levertumoren gevonden en in nog zeldzamere gevallen kwaadaardige levertumoren. Neem contact op met uw arts als u ongewoon hevige buikpijn krijgt.
Psychische stoornissen
Sommige vrouwen die hormonale anticonceptiemiddelen waaronder Belanette gebruiken, hebben melding gemaakt van depressie of neerslachtigheid. Depressie kan ernstig zijn en kan soms tot zelfmoordgedachten leiden. Als u stemmingswisselingen en symptomen van depressie ervaart, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw arts voor verder medisch advies.
Tussentijds bloedverlies
Tijdens de eerste paar maanden dat u dit medicijn gebruikt, kunt u onverwacht een bloeding krijgen (bloedverlies buiten de stopweek). Als dit bloedverlies langer dan een paar maanden aanhoudt, of als het pas na enkele maanden begint, moet uw arts onderzoeken wat er aan de hand is.
Wat te doen als u geen bloeding krijgt tijdens de stopweek
Als u alle tabletten op de juiste manier heeft ingenomen, als u niet heeft overgegeven, geen ernstige diarree heeft gehad en als u geen andere medicijnen heeft gebruikt, is het zeer onwaarschijnlijk dat u zwanger bent.
Als de verwachte bloeding twee keer achter elkaar niet komt, kunt u zwanger zijn. Neem direct contact op met uw arts. Begin niet met de volgende strip voordat u zeker weet dat u niet zwanger bent.
Gebruikt u nog andere medicijnen?
Vertel uw arts altijd welke medicijnen en kruidenmiddelen u al gebruikt. Vertel ook elke andere arts of tandarts die u een ander medicijn voorschrijft (of de apotheker) dat u dit medicijn neemt. Zij kunnen u vertellen of het nodig is om extra anticonceptiemaatregelen te nemen (bijvoorbeeld condooms) en, als dat het geval is, hoe lang u dit moet doen en of het gebruik van andere medicijnen die u nodig heeft moet worden gewijzigd.
Sommige medicijnen
-
kunnen invloed hebben op de bloedspiegels van Belanette
-
kunnen de bescherming tegen zwangerschap verminderen
-
kunnen onverwacht bloedverlies veroorzaken.
Het gaat hierbij om:
medicijnen voor de behandeling van
O epilepsie (bijvoorbeeld primidon, fenytoïne, barbituraten, carbamazepine, oxcarbazepine) O tuberculose (bijvoorbeeld rifampicine)
-
infecties met het hiv en hepatitis C-virus (zogenaamde proteaseremmers en niet-nucleoside reverse-transcriptaseremmers zoals ritonavir, nevirapine, efavirenz)
-
schimmelinfecties (bijvoorbeeld griseofulvine, ketoconazol)
-
artritis, artrose (etoricoxib)
-
hoge bloeddruk in de longbloedvaten (bosentan)
-
het kruidenmiddel sint janskruid.
Belanette kan de werking van andere medicijnen beïnvloeden, bijvoorbeeld
-
medicijnen die cyclosporine bevatten
-
het anti-epilepsiemedicijn lamotrigine (dit kan leiden tot een verhoogd aantal aanvallen)
-
theofylline (wordt gebruikt bij de behandeling van ademhalingsproblemen)
-
tizanidine (wordt gebruikt bij de behandeling van spierpijn en/of spierkrampen).
Gebruik Belanette niet als u hepatitis C heeft en hiervoor medicijnen met ombitasvir/paritaprevir/ritovanir en dasabuvir of glecaprevir/pibrentasvir gebruikt, omdat dit een verhoging van het ALAT-leverenzym (een leverfunctiebloedtest) kan veroorzaken. Uw arts zal u een ander anticonceptiemiddel voorschrijven voordat u begint met de behandeling van deze medicijnen. Belanette kan ongeveer 2 weken na afloop van deze behandeling worden hervat. Zie rubriek 2 “Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken?”.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een medicijn gaat gebruiken.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Dit medicijn kan met of zonder voedsel ingenomen worden, zo nodig met een beetje water.
Laboratoriumonderzoeken
Als er bloedonderzoek bij u moet worden gedaan, vertel dan uw arts of het laboratoriumpersoneel dat u de pil gebruikt. Hormonale anticonceptiemiddelen kunnen namelijk de uitslagen van sommige onderzoeken beïnvloeden.
Zwangerschap en borstvoeding
Gebruik dit medicijn niet als u zwanger bent. Als u zwanger wordt terwijl u dit medicijn gebruikt, stop dan direct en neemcontact op met uw arts. Als u zwanger wilt worden, kunt u met dit medicijn stoppen wanneer u maar wilt (zie ‘Als u stopt met het gebruik van dit medicijn’, pagina 16).
Het gebruik van dit medicijn wordt over het algemeen niet aangeraden als een vrouw borstvoeding geeft. Als u de pil wilt gebruiken terwijl u borstvoeding geeft, moet u contact opnemen met uw arts.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit medicijn gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er is geen informatie die er op wijst dat dit medicijn invloed heeft op autorijden of het gebruik van machines.
Belanette bevat lactose
Als u overgevoelig bent voor bepaalde suikers, moet u contact opnemen met uw arts voordat u dit medicijn gaat gebruiken.