Dit middel mag enkel door beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg toegediend worden.
Buvidal 8 mg, 16 mg, 24 mg en 32 mg worden wekelijks toegediend. Buvidal 64 mg, 96 mg, 128 mg en 160 mg worden maandelijks toegediend.
Uw arts zal de voor u meest geschikte dosis bepalen. Tijdens uw behandeling kan de arts uw dosis aanpassen, afhankelijk van hoe goed het geneesmiddel werkt.
Starten met de behandeling
De eerste dosis van dit middel wordt aan u toegediend wanneer u duidelijke tekenen van ontwenning vertoont.
Als u afhankelijk bent van kortwerkende opioïden (bijvoorbeeld morfine of heroïne), wordt de eerste dosis van dit middel toegediend wanneer ten minste 6 uur zijn verstreken nadat u voor het laatst een opioïde heeft gebruikt.
Als u afhankelijk bent van langwerkende opioïden (bijvoorbeeld methadon), wordt uw dosis methadon teruggebracht naar minder dan 30 mg per dag voordat begonnen wordt met dit middel. De eerste dosis van dit geneesmiddel wordt toegediend wanneer minstens 24 uur zijn verstreken nadat u voor het laatst methadon heeft gebruikt.
Als u niet al sublinguale (onder de tong) buprenorfine (dezelfde werkzame stof als in dit middel) krijgt, is de aanbevolen startdosis 16 mg, met één of twee extra doses van 8 mg met een tussentijd van minimaal 1 dag gedurende de eerste week van de behandeling. Dit betekent een doeldosis van 24 mg of 32 mg gedurende de eerste week van de behandeling.
Als u niet eerder buprenorfine heeft gekregen, krijgt u een dosis van 4 mg sublinguale buprenorfine en wordt u een uur geobserveerd voordat u de eerste dosis van dit middel krijgt.
Buvidal voor maandelijkse behandeling kan worden gebruikt indien geschikt voor u, nadat u stabiel bent met dit middel bij wekelijkse behandeling (vier weken behandeling of langer, wanneer praktisch mogelijk).
Als u al sublinguale buprenorfine krijgt, kunt u met dit middel beginnen op de dag na uw laatste behandeling. Uw arts zal u de juiste startdosis voorschrijven, afhankelijk van de dosis sublinguale buprenorfine die u nu gebruikt.
Doorgaande behandeling en dosisaanpassing
Tijdens doorgaande behandeling met dit middel kan uw arts uw dosis verlagen of verhogen aan de hand van uw behoefte. U kunt overgezet worden van wekelijkse naar maandelijkse behandeling en van maandelijkse naar wekelijkse behandeling. Uw arts zal u de correcte dosis voorschrijven.
Tijdens doorgaande behandeling kunt u één aanvullende dosis van 8 mg krijgen tussen uw wekelijkse of maandelijkse behandelingen door als uw arts van mening is dat dit voor u gepast is.
De maximale wekelijkse dosis als u op een wekelijkse behandeling met dit middel staat, is 32 mg met een aanvullende dosis van 8 mg. De maximale maandelijkse dosis als u op een maandelijkse behandeling met dit middel staat, is 160 mg.
Toedieningsweg
Dit middel wordt toegediend als een enkele injectie onder de huid (subcutaan) in een van de volgende toegestane injectiegebieden: billen, dij, buik of bovenarm. U kunt verschillende injecties krijgen in hetzelfde injectiegebied, maar de exacte injectieplaatsen zullen voor elke wekelijkse en maandelijkse injectie anders zijn voor een minimale periode van 8 weken.
Heeft u te veel van dit middel gebruikt?
Als u meer buprenorfine heeft gekregen dan de bedoeling is, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts omdat dit een zeer langzame en oppervlakkig ademhaling kan veroorzaken, wat de dood tot gevolg kan hebben.
Als u te veel buprenorfine gebruikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken omdat overdosering levensbedreigende ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Verschijnselen van overdosering zijn onder andere langzamer en zwakker ademhalen dan normaal, zich slaperiger voelen dan normaal, verkleinde pupillen. Als u zich flauw begint te voelen, omdat dit een teken van een lage bloeddruk kan zijn, kunnen misselijkheid, braken en/of onduidelijke spraak optreden.
Als u een dosis Buvidal overslaat
Het is zeer belangrijk om naar uw afspraken te komen voor de toediening van dit middel. Als u een afspraak mist, vraag uw arts dan wanneer uw volgende dosis ingepland kan worden.
Als u stopt met het gebruik van dit middel
Stop niet met de behandeling zonder dit te bespreken met de arts die u behandelt. Stoppen met de behandeling kan ontwenningsverschijnselen veroorzaken.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts.