Welke stoffen zitten er in dit middel?
-
De werkzame stof in dit middel is bleomycine (als bleomycinesulfaat).
Elke injectieflacon bevat 15.000 internationale eenheden (IE) bleomycine (als bleomycinesulfaat).
-
De andere stoffen in dit middel zijn natriumhydroxide (om de pH te corrigeren) en zoutzuur (om de pH te corrigeren).
Hoe ziet Bleomycine Accord eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Wit tot licht gelige gevriesdroogde substantie in een injectieflacon van type I helder glas, afgesloten met een broombutylrubberen stop en verzegeld met een flip-off aluminium dop.
Verpakkingen à 1, 10 en 100 injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Accord Healthcare B.V., Winthontlaan 200,
3526 KV Utrecht, Nederland
Fabrikant
Accord Healthcare Limited
Sage House, 319, Pinner Road,
Middlesex, HA1 4HF
Verenigd Koninkrijk
Wessling Hungary Kft
Fòti ùt 56., Budapest 1047,
Hongarije
In het register ingeschreven onder:
RVG 117383
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen:
Land
|
Naam van het geneesmiddel
|
Verenigd
|
|
Koninkrijk
|
Bleomycin 15000 IU Powder for solution for injection/infusion
|
Oostenrijk
|
Bleomycin Accord 15.000 IE Pulver zur Herstellung einer Injektions- / Infusions
|
België
|
Bleomycine Accord 15000 IE Poeder voor oplossing voor injectie / infusie
|
Tsjechisch
|
|
Republiek
|
Bleomycin Accord 15000 IU
|
Duitsland
|
Bleomycin Accord 15.000 IE Pulver zur Herstellung einer Injektions- / Infusions
|
Denemarken
|
Bleomycin Accord 15000 IU
|
Frankrijk
|
Bleomycine Accord 15000 UI Poudre pour solution injectable / pour perfusion
|
Finland
|
Bleomycin Accord 15000 IU Injektio-/infuusiokuiva-aine liuosta varten
|
Italië
|
Bleomicina Accord
|
Noorwegen
|
Bleomycin Accord
|
Nederland
|
Bleomycine Accord 15000 IE Poeder voor oplossing voor injectie / infusie
|
Polen
|
Bleomycyna Accord
|
Portugal
|
Bleomicina Accord
|
Roemenië
|
Bleomicină Accord 15000 UI pulbere pentru solutie injectabila/perfuzabila
|
Spanje
|
Bleomicina Accord 15.000 UI Polvo para solución inyectable / perfusión EFG
|
Zweden
|
Bleomycin Accord 15000 IE Pulver till injektions- /infusionsvätska
|
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in februari 2019
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen.
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Dosering en wijze van toediening
Bleomycine Accord wordt parenteraal als intramusculaire injectie, intraveneuze injectie/infusie, intra- arteriële injectie/infusie, subcutane injectie, intratumorale injectie of intrapleurale instillatie toegediend.
Dosering
Volwassenen
1) Plaveiselcelcarcinoom
Intramusculaire of intraveneuze injectie van 10 – 15 x 10³ IE/m² lichaamsoppervlak een of tweemaal per week, met intervallen van 3 – 4 weken, tot een totale cumulatieve dosis van 400 x 10³ IE. Intraveneuze infusie gedurende 6 - 24 uur van 10 – 15 x 10³ IE/m² lichaamsoppervlak per dag in 4 tot 7 opeenvolgende dagen elke 3 tot 4 weken.
2) Hodgkin-lymfoom en non-Hodgkin-lymfoom
Bij gebruik als monotherapie als intramusculaire of intraverneuze injectie bedraagt de aanbevolen dosis 5 – 15 x 10³ IE/m2 lichaamsoppervlak, één tot tweemaal per week, tot een cumulatieve dosis van 225 x 10³ IE. Vanwege de verhoogde kans op een anafylactische reactie bij lymfoompatiënten, moet de eerste twee keer dat dit middel wordt toegediend met een lagere dosering begonnen worden (bijvoorbeeld 2 x 10³ IE). Wanneer binnen 4 uur observatie geen acute reacties optreden, kan het normale doseringsschema worden gevolgd.
3) Testiscarcinoom
Intramusculaire of intraveneuze injectie van 10 – 15 x 10³ IE/m² lichaamsoppervlak een of tweemaal per week, met intervallen van 3 – 4 weken, tot een totale cumulatieve dosis van 400 x 10³ IE.
Intraveneuze infusie gedurende 6 – 24 uur van 10 – 15 x 10³ IE/m² lichaamsoppervlak per dag in 5 tot 6 opeenvolgende dagen elke 3 tot 4 weken.
4) Maligne pleurale effusies
60 x 10³ IE, opgelost in 100 ml fysiologische zoutoplossing, intrapleuraal toegediend als enkele dosis. De behandeling kan na 2-4 weken herhaald worden, afhankelijk van de respons.
Aangezien ongeveer 45 % van de bleomycine wordt geabsorbeerd, moet hiermee rekening worden gehouden voor de totale cumulatieve doses (lichaamsoppervlak, nierfunctie en longfunctie).
Het ontstaan van stomatitis is de meest aangewezen manier om de individuele tolerantie t.o.v. de maximale dosis te bepalen. Bij patiënten jonger dan 60 jaar mag de totale cumulatieve dosis van 400 x 103 IE (overeenkomend met 225 x103 IE/m2 lichaamsoppervlakte) niet worden overschreden vanwege het toegenomen risico op pulmonale toxiciteit voor alle indicaties. Bij lymfoompatiënten mag de totale dosis niet hoger zijn dan 225 x103 IE.
In gevallen van Hodgkins-lymfoom en testistumoren treedt er snel verbetering op, die binnen twee weken kan worden waargenomen. Als er tegen die tijd nog geen verbetering wordt waargenomen, is het onwaarschijnlijk dat er nog verbetering zal optreden. Bij plaveiselcelcarcinomen treedt de respons langzamer op. In sommige gevallen kan het wel drie weken duren voordat er enige verbetering wordt waargenomen.
Ouderen (vanaf 60 jaar)
De totale dosering van bleomycine bij ouderen moet als volgt worden verlaagd:
Leeftijd (jaar)
|
Totale dosis
|
Dosis per week
|
80 en ouder
|
100 x 103
|
IE
|
15 x 103
|
IE
|
|
70-79
|
150-200 x 103 IE
|
30 x 103
|
IE
|
|
60-69
|
200-300 x 103 IE
|
30-60 x 103
|
IE
|
Jonger dan 60
|
400 x 103
|
IE
|
30-60 x 103
|
IE
|
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Er is onvoldoende ervaring met de toediening van bleomycine aan pediatrische patiënten. Tot er meer gegevens beschikbaar zijn, mag bleomycine alleen in uitzonderlijke gevallen en in speciale centra aan kinderen worden toegediend. Als de toediening van bleomycine is geïndiceerd als onderdeel van een combinatietherapie wordt de dosering doorgaans berekend op basis van het lichaamsoppervlak en aangepast aan de individuele behoeften van elke patiënt. De recente specialistische protocollen en richtlijnen moeten worden geraadpleegd om het geschikte behandelschema te bepalen.
Nierinsufficiëntie
De eliminatie van bleomycine is vertraagd bij verminderde nierfunctie, met name bij een creatinineklaring < 35 ml/min. Er zijn geen richtlijnen voor specifieke aanpassing van de dosering bij zulke patiënten, maar het wordt aanbevolen dat patiënten met matig nierfalen (GFR 10 tot 50 ml/minuut) 75 % moeten krijgen van de gebruikelijke dosering met de normale doseringsintervallen en patiënten met ernstig nierfalen (GFR lager dan 10 ml/minuut) 50 % moeten krijgen van de gebruikelijke dosering met de normale doseringsintervallen. Bij patiënten met een GFR hoger dan 50 ml/minuut is geen aanpassing van de dosering nodig.
Combinatietherapie
De dosis moet mogelijk worden aangepast als bleomycine in combinatietherapie wordt gebruikt.
De dosis bleomycine moet worden verlaagd als bleomycine wordt gebruikt in combinatie met radiotherapie omdat de kans op mucosale beschadiging verhoogd is. Het kan ook nodig zijn om de dosis aan te passen als bleomycine wordt gebruikt in combinatie met chemotherapie. Bijzonderheden over de behandelingsregimes voor bepaalde indicaties kunnen worden gevonden in de recente literatuur.
Wijze van toediening en bereiding van de oplossing voor injectie:
N.B.: Om de oplossing te bereiden, moet de complete inhoud van een injectieflacon (15000 IE) worden opgelost in de juiste hoeveelheid oplosmiddel. Het aantal voor de behandeling benodigde eenheden wordt dan uit deze oplossing verkregen.
Gevallen van onverenigbaarheid
Bleomycine mag niet worden gemengd met oplossingen die essentiële aminozuren, riboflavine, ascorbinezuur, dexamethason, aminofylline, benzylpenicilline, carbenicilline, cefalotine, cefazoline, diazepam, furosemide, glutathion, waterstofperoxide, hydrocortison Na-succinaat, methotrexaat, mitomycine, nafcilline, penicilline G en verbindingen met sulfydrylgroepen, terbutaline of thiolen bevatten. Omdat bleomycine chelaten vormt met bi- en tervalente kationen, mag het niet worden gemengd met oplossingen die dergelijke ionen bevatten (met name koper).
Intramusculaire injectie
Los de inhoud van een injectieflacon op in 1-5 ml fysiologische zoutoplossing. Omdat herhaalde i.m. injecties op dezelfde injectieplaats pijn kunnen veroorzaken, verdient het aanbeveling om regelmatig een andere injectieplaats te selecteren. Als er te veel pijn ontstaat op de plaats van injectie kan een lokaal anestheticum toegevoegd worden aan de oplossing voor injectie (b.v. 1,5-2 ml licocaïne HCl 1%)
Intraveneuze injectie
Los de inhoud van een injectieflacon op in 5-10 ml fysiologische zoutoplossing en injecteer deze langzaam gedurende een periode van 5-10 minuten. Snelle bolusinjecties moeten worden vermeden, omdat die hoge intrapulmonale plasmaconcentraties tot gevolg hebben, wat het risico op longbeschadiging verhoogt.
Intraveneuze infusie
Los de inhoud van een injectieflacon op in 200-1000 ml fysiologische zoutoplossing.
Intra-arteriële injectie
Los de inhoud van een injectieflacon met bleomycine op in ten minste 5 ml fysiologische zoutoplossing en injecteer deze gedurende een periode van 5-10 minuten.
Intra-arteriële infusie
Los de bleomycine op in 200-1000 ml fysiologische zoutoplossing. De infusie kan worden toegediend gedurende een paar uur tot een aantal dagen. Er kan heparine aan het infuus worden toegediend om trombose op de injectieplaats te voorkomen, met name als het infuus gedurende een langere periode wordt toegediend. Injectie of infusie in een arterie die de tumor van bloed voorziet, is vaak effectiever dan andere systemische toedieningswegen. De toxische effecten zijn hetzelfde als bij intraveneuze injectie of infusie.
Subcutane injectie
Los de inhoud van een injectieflacon op in maximaal 5 ml fysiologische zoutoplossing. Na subcutane injectie treedt de absorptie vertraagd op en is deze vergelijkbaar met die na langzame i.v. infusie. Deze toedieningsvorm wordt zelden gebruikt. Voorzichtigheid is geboden om intradermale injectie te voorkomen.
Intratumorale injectie
Bleomycine wordt opgelost in fysiologische zoutoplossing tot concentraties van 1-3 x103 IE/ml; vervolgens wordt deze oplossing in de tumor en het omliggende weefsel geïnjecteerd.
Intrapleurale instillatie
Na drainage van de pleurale holte wordt bleomycine opgelost in 100 ml fysiologische zoutoplossing en via punctiecanule of drainagekatheter geïnstilleerd. Daarna wordt de canule of katheter verwijderd. Om te zorgen dat de bleomycineoplossing gelijkmatig over de sereuze holte wordt verdeeld, moet de positie van de patiënt 20 minuten lang om de vijf minuten worden veranderd. Ongeveer 45% van de bleomycine wordt geabsorbeerd. Hiermee moet rekening worden gehouden bij de berekening van de totale dosis (lichaamsoppervlakte, nierfunctie, longfunctie).
Voor perivasculaire toediening van bleomycine zijn normaal gesproken geen speciale maatregelen vereist. Bij twijfel (hoge concentratie van de oplossing, sclerotisch weefsel enz.) kan de perfusie worden uitgevoerd met een fysiologische zoutoplossing.
Het gereconstitueerde/verdunde product moet onmiddellijk worden gebruikt.
Uitsluitend voor eenmalig gebruik. De gereconstitueerde oplossing is een heldere, gelige oplossing. Ongebruikte oplossing dient te worden weggegooid.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
De algemene richtlijnen voor het veilige gebruik van cytotoxica moeten worden gevolgd. De gepaste voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen om contact met de huid, slijmvliezen en ogen te voorkomen. In het geval van besmetting moeten de aangedane lichaamsdelen grondig met water worden gewassen.
Tot 72 uur na de toediening van bleomycine moet beschermende kleding worden gedragen bij het hanteren van de geproduceerde urine.
Informatie over de behandeling van een overdosis
Er is geen specifiek antidotum. Het is vrijwel onmogelijk om bleomycine uit het lichaam te verwijderen door middel van dialyse.
De acute reacties na overdosering bestaan uit hypotensie, koorts, tachycardie en gegeneraliseerde shock. Behandeling is uitsluitend symptomatisch. Bij respiratoire complicaties moet de patiënt behandeld worden met corticosteroïden en breedspectrumantibiotica. Meestal zijn de longreacties op een overdosering (fibrose) niet reversibel, tenzij ze in een vroeg stadium worden gediagnosticeerd.