Therapie
Het belangrijkste doel van de behandeling van waterpokken is het verlichten van de symptomen. Dit kan in de vorm van koude kompressen die de jeuk verminderen, of jeukstillende medicijnen zoals zinkhoudende zalven die op de huid worden aangebracht.
Soms, in de vroege stadia van de ziekte, kan de jeuk zo acuut zijn dat de lijder niet kan slapen. In dit geval kan het gebruik van antihistaminica worden overwogen, die ook worden toegediend bij allergische aandoeningen. Vermoeidheid kan echter als bijwerking optreden.
Als een waterpokkeninfectie met een ernstig verloop optreedt, kan een therapie met virusmedicijnen helpen, zoals aciclovir, dat de vermenigvuldiging van de virussen blokkeert. De toediening van deze geneesmiddelen is vooral aan te bevelen als de betrokkene een verzwakt immuunsysteem heeft.
Als de ziekte eenmaal is uitgebroken, moet de getroffene in ieder geval thuisblijven, omdat er anders een groot risico op infectie bestaat. Het infectiegevaar is pas geweken als alle blaasjes zijn dichtgeschroeid en er geen nieuwe blaasjes meer ontstaan.
De volgende factoren moeten in acht worden genomen bij een waterpokkeninfectie:
- De blaasjes mogen niet opengekrabd worden, omdat er anders een bacteriële ontsteking kan ontstaan
- Hygiëne is bijzonder belangrijk tijdens het verloop van de ziekte
- De omgeving moet zo koel mogelijk worden gehouden, omdat warmte en zweet de jeuk doen toenemen.