Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
zijn?
Wanneer mag dit middel niet toegediend worden?
- U bent allergisch voor contrastmiddelen die jodium bevatten of voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U heeft een overactieve schildklier.
Wanneer moet men extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts voordat dit middel wordt toegediend
- als u allergische reacties heeft of ooit heeft gehad, zoals misselijkheid, braken, lage bloeddruk en huidklachten
- als u hartfalen, hoge bloeddruk, bloedsomloopstoornissen heeft, een beroerte heeft gehad, een aandoening hebt aan uw bloedvaten of op hoge leeftijd bent
- als u diabetes heeft
- als u een nieraandoening of leveraandoening heeft
- als u zelfstandig functionerende schildklierzwellingen heeft
- als u een nog niet merkbare, verhoogde werking van uw schildklier heeft
- als u een hersenaandoening heeft
- als u een beenmergafwijking heeft, zoals bepaalde vormen van bloedkanker (multipel myeloom of een andere vorm van paraproteïnemie)
- als u een bepaalde afwijking van de rode bloedcellen heeft (sikkelcelanemie)
- als u een bijniertumor heeft die invloed uitoefent op de bloeddruk (feochromocytoom)
- als u een verhoogde concentratie van het aminozuur homocysteïne in de urine heeft als gevolg van een stofwisselingsstoornis of moeilijk urine kunt produceren (anurie)
- als u onlangs een galblaasonderzoek heeft ondergaan waarbij een contrastmiddel is gebruikt
- als er een schildklieronderzoek gepland staat waarbij een jodiumbevattend middel wordt gebruikt. Dit onderzoek moet worden uitgesteld, want Optiray kan tot 16 dagen lang de uitslag hiervan beïnvloeden.
Erge huidreacties, zoals geneesmiddelreacties met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), stevens-johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (lyellsyndroom of TEN) en acuut gegeneraliseerd pustuleus exantheem (AGEP). Deze reacties zijn gemeld bij het gebruik van dit middel en kunnen dodelijk zijn.
Tijdens of kort na de beeldvormingsbehandeling kunt u een hersenziekte krijgen die kort duurt. Dit heet encefalopathie. Vertel het uw arts direct als u merkt dat u klachten krijgt die bij deze ziekte horen. Deze klachten staan in rubriek 4.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Optiray 320 wordt niet aanbevolen voor deze leeftijdsgroep. Komt een kind in deze leeftijdsgroep in contact met dit middel (direct contact of als de moeder van een pasgeboren baby tijdens de zwangerschap een contrastmiddel heeft gekregen waar jodium in zit)? Dan moet bij de geboorte van de baby onderzocht worden hoe goed de schildklier werkt en bij alle patiënten jonger dan 3 jaar. Dit moet binnen een maand nadat het kind in contact is geweest met dit middel.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Optiray nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of de radioloog.
De onderstaande geneesmiddelen kunnen Optiray beïnvloeden of door Optiray beïnvloed worden
-
metformine: een geneesmiddel voor de behandeling van diabetes
Uw arts zal uw nierfunctie bepalen voor en na gebruik van Optiray. U moet voor het onderzoek stoppen met het gebruik van metformine. U mag ten minste 48 uur na het onderzoek niet opnieuw beginnen met metformine en dan alleen wanneer uw nierfunctie tot het voorgaande niveau is teruggekeerd. - interleukine: geneesmiddelen voor de behandeling van bepaalde tumoren
-
bepaalde geneesmiddelen om de bloeddruk te verhogen door middel van vernauwing van bloedvaten
Om het risico op stoornissen van het zenuwstelsel te vermijden, mag Optiray nooit in combinatie met deze geneesmiddelen worden gebruikt. - algemene anesthetica: er werd een stijging in frequentie van de nevenwerkingen gemeld.
-
plasmiddelen (diuretica): medicijnen die ervoor zorgen dat u meer moet plassen en die de bloeddruk lager maken
Bij uitdroging door het gebruik van plasmiddelen kan het gebruik van contrastmiddelen waar jodium in zit het risico op plots (acuut) nierfalen groter maken.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Uw arts zal u vertellen of u mag eten voorafgaand aan het onderzoek.
Het is belangrijk dat u voldoende drinkt voorafgaand aan en na het onderzoek. Dit is met name belangrijk wanneer u een verminderde nierfunctie heeft.
Zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden? Neem dan contact op met uw arts voordat dit middel bij u wordt toegediend. Uw arts zal Optiray alleen toedienen tijdens de
zwangerschap als dit absoluut noodzakelijk is, omdat dit het ongeboren kind zou kunnen schaden.
-
Borstvoeding
Borstvoeding kan worden voortgezet na het gebruik van Optiray.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Het is niet raadzaam een auto te besturen of machines te bedienen tot 1 uur na de injectie. Bovendien zijn verschijnselen als duizeligheid, slaperigheid, vermoeidheid en gezichtsstoornissen gemeld. Als u hier last van krijgt, onderneem dan geen activiteiten die concentratie en een goed reactievermogen vereisen.
Optiray bevat natrium.
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per 100 ml, d.w.z. in wezen ‘natriumvrij’.
Advertentie