Basis
Zwakte van de hartspier (hartinsufficiëntie, myocardiale insufficiëntie) is het onvermogen van het hart om de lichaamsweefsels van voldoende bloed en zuurstof te voorzien. De prestaties van het hart zijn dan zo laag dat niet meer aan de behoeften van het lichaam kan worden voldaan.
Incidentie
wordt geschat op ongeveer 375 op de 100.000 mannen en 290 op de 100.000 vrouwen per jaar.
Het aantal nieuwe gevallen neemt sterk toe en is te wijten aan een stijging van de gemiddelde leeftijd van de bevolking.
In het algemeen treedt hartspierzwakte bij mannen eerder op. Toch worden beide geslachten even vaak getroffen. Het aantal nieuwe gevallen is het hoogst tussen 70 en 80 jaar.
Soorten
Er kunnen verschillende soorten hartfalen worden onderscheiden:
- Systolisch hartfalen: bij deze vorm van insufficiëntie zijn de pompfunctie en de uitwerpingscapaciteit van de linker hartkamer verminderd (verminderde ejectiefractie).
- Diastolisch hartfalen: Terwijl de pompfunctie en de ejectiecapaciteit onopvallend zijn, is de vulling van het hart gestoord. Diastolisch hartfalen komt vooral voor bij oudere vrouwen. De oorzaak hiervan is een vergroting (hyperthrofie) van de linkerhoofdkamer, die het gevolg kan zijn van een jarenlang te hoge bloeddruk.
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen deze twee vormen van hartfalen, omdat dit bepalend is voor de vorm van therapie en de prognose.
Von der Herzinsuffizienz können die rechte, die linke oder beide Herzhälften betroffen sein. Nach diesen Kriterien unterscheidet man zwischen
- Linkszijdig hartfalen: Bij linkszijdig hartfalen is het werk van de linkerkant van het hart verstoord, waardoor het bloed terugstroomt in de longen (verstopte longen). Dan hoopt het water zich daar op. De gevolgen zijn verminderde inspanningstolerantie, hoesten en kortademigheid. In het ergste geval kan ook longoedeem ontstaan. Triggers zijn: hoge bloeddruk (hypertensie) of coronaire hartziekte (CHD), die leidt tot een verzwakking van de linker hartkamer.
- Rechterhartinsufficiëntie: Rechterhartinsufficiëntie treedt op wanneer de druk in de pulmonale circulatie stijgt en de rechterhartkamer tegen de verhoogde druk in bloed naar de longen moet pompen. Dit leidt tot een verhoogde bloeddruk in de longvaten (pulmonale hypertensie), wat leidt tot overbelasting en beschadiging van het hart (cor pulmonale, Latijn voor "hart van de longen"). De oorzaak hiervan ligt niet in het hart, maar in de longen. Door deze druk wordt de rechterhartkamer dikker. Als het hart dit werk niet meer aankan, raakt het bloed verstopt in de bloedsomloop van het lichaam. De gevolgen zijn rechterhartfalen met waterretentie (oedeem) in het lichaam, vooral in de benen, de buikholte of de lever.
- Globaal hartfalen: Hierbij is de pompfunctie van beide hartkamers verstoord en zijn er symptomen van linker- en rechterhartfalen.