Welke stoffen zitten er in dit middel?
De werkzame stof in dit middel is tirofibanhydrochloridemonohydraat
1 ml Aggrastat oplossing voor infusie bevat 56 microgram tirofibanhydrochloridemonohydraat overeenkomend met 50 microgram tirofiban.
De andere stoffen in dit middel zijn:
Natriumchloride, natriumcitraatdihydraat, watervrij citroenzuur, water voor injectie, zoutzuur en/of natriumhydroxide (voor pH aanpassing).
Hoe ziet Aggrastat eruit en hoeveel zit er in een verpakking?
Aggrastat is een heldere, kleurloze oplossing beschikbaar als volgt:
250 ml Freeflex® infuuszak (PVC-vrij plastic), kleurloos, multilaags polyolefine film met polyolefine injectiepoorten. Het is verpakt in een voorbedrukte folie oververpakking.
Verpakkingsgrootte: 1 of 3 zakken met 250 ml oplossing voor infusie.
Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Houder van der vergunning voor het in de handel brengen
Correvio
15 Rue du Bicentenaire
92800 Puteaux Frankrijk
Fabrikant
Arvato Distribution GmbH,
Gottlieb Daimler Straße 1,
33428 Harsewinkel,
Duitsland
In het register ingeschreven onder
RVG 23381
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in maart 2019
Andere informatiebronnen
Meer informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het College ter beoordeling van geneesmiddelen (www.cbg-meb.nl)
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.
Dit product is alleen voor toepassing in ziekenhuizen, door specialisten met ervaring in de behandeling van acute coronaire syndromen.
Aggrastat moet worden toegediend samen met ongefractioneerde heparine en orale anti- aggregatietherapie, waaronder acetylsalicylzuur (ASA).
Dosering en wijze van toediening
Bij patiënten die worden behandeld met een vroege invasieve strategie voor Non-ST-Segment Elevatie Acuut Coronair Syndroom (NSTE-ACS) en waarbij geen angiografie gepland is gedurende ten minste 4 uur en maximaal 48 uur na de diagnose wordt Aggrastat intraveneus toegediend, aanvankelijk met
een infusiesnelheid van 0,4 microgram/kg/min gedurende 30 minuten. Na de initiële infusie moet toediening van Aggrastat worden voortgezet met een onderhoudsinfusie van 0,1 microgram/kg/min. Bij aanvang van de behandeling moet Aggrastat worden toegediend met ongefractioneerde heparine (meestal een intraveneuze bolus van 50-60 eenheden (E)/kg, daarna ongeveer 1000 E per uur, getitreerd op geleide van de geactiveerde partiële tromboplastinetijd (activated partial thromboplastin time-APTT), die ongeveer tweemaal de normaalwaarde moet zijn), en orale anti-aggregatietherapie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, ASA , tenzij gecontra-indiceerd.
Bij NSTE-ACS patiënten bij wie binnen 4 uur na de diagnose PCI gepland is of bij patiënten met acuut myocardinfarct voor wie primaire PCI gepland is, moet Aggrastat worden toegediend met gebruik van een eerste bolus van 25 microgram/kg toegediend gedurende een periode van 3 minuten, gevolgd door een doorlopende infusie met een snelheid van 0,15 microgram/kg/min gedurende 12-24 en tot maximaal 48 uur. Aggrastat dient te worden toegediend met ongefractioneerde heparine (dosering zoals hierboven beschreven) en een orale behandeling tegen bloedplaatjesaggregatie met inbegrip van maar niet beperkt tot ASA, tenzij gecontraindiceerd
Voor ouderen hoeft de dosering niet te worden aangepast.
Patiënten met ernstig nierfalen
Bij ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min) moet de dosering van Aggrastat worden gehalveerd
Pediatrische patiënten
De veiligheid en werkzaamheid van Aggrastat bij kinderen zijn nog niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar.
Aanvang en duur van de behandeling met Aggrastat
Bij patiënten die worden behandeld met een vroege invasieve strategie voor NSTE-ACS en waar geen angiografie gepland is gedurende ten minste 4 uur en maximaal 48 uur na de diagnose dient de Aggrastat 0,4 microgram/kg/min oplaadinfuus behandeling na de diagnose begonnen te worden. De aanbevolen behandelingsduur van de onderhoudsinfusie dient minstens 48 uur te zijn. Infusie van Aggrastat en ongefractioneerde heparine hoeft bij coronairangiografie niet te worden stopgezet en moet na angioplastiek/ atherectomie ten minste 12 uur en niet langer dan 24 uur worden voortgezet. Als de patiënt klinisch stabiel is en er door de behandelend arts geen coronaire interventie gepland is, moet de infusie worden gestopt. De totale behandelingsduur mag niet langer zijn dan 108 uur.
Als de patiënt met diagnose van NSTE-ACS, en behandeld met een invasieve strategie, angiografie ondergaat binnen 4 uur na de diagnose, dient de Aggrastat 25 microgram/kg bolusbehandeling te worden begonnen bij de start van PCI en daarna worden voorgezet gedurende 12-24 uur en tot maximaal 48 uur.
Bij patiënten met acuut myocardinfarct voor wie primaire PCI gepland is, dient de 25 microgram/kg bolusinjectie behandeling zo snel mogelijk na de diagnose te worden ingesteld.
Gelijktijdige therapie (ongefractioneerde heparine, orale behandeling tegen bloedplaatjesaggregatie, waaronder ASA)
Behandeling met ongefractioneerde heparine wordt ingesteld met een intraveneuze bolus van 50-60 E/kg en daarna voortgezet met een onderhoudsinfusie van 1000 E/uur. De heparinedosering wordt getitreerd om een APTT van ongeveer tweemaal de normaalwaarde in stand te houden.
Tenzij gecontra-indiceerd, moeten alle patiënten voor het gebruik van Aggrastat een oraal geneesmiddel tegen bloedplaatjesaggregatie met inbegrip van maar niet beperkt tot ASA, toegediend krijgen. Deze medicatie moet voor minstens de duur van de infusie van Aggrastat worden voortgezet. Bij de meeste onderzoeken naar de toediening van Aggrastat als aanvullende behandeling naast PCI, is ASA in combinatie met clopidogrel gebruikt als orale behandeling tegen bloedplaatjesaggregatie. De werkzaamheid van de combinatie van Aggrastat met ofwel prasugrel of ticagrelor is niet vastgesteld in gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoeken.
Als angioplastiek (PCI) aangewezen is, moet de heparinetoediening na de PCI worden stopgezet, en de
‘sheaths’ moeten worden verwijderd als de stolling genormaliseerd is bijvoorbeeld als de geactiveerde stollingstijd (ACT) minder dan 180 seconden is (meestal 2-6 uur na staken van de heparine).
Gevallen van onverenigbaarheid
Er is een onverenigbaarheid waargenomen met diazepam. Daarom mogen Aggrastat en diazepam niet via dezelfde intraveneuze lijn worden toegediend.
Er zijn geen onverenigbaarheden gevonden met Aggrastat en de volgende intraveneuze formuleringen: atropinesulfaat, dobutamine, dopamine, adrenaline HCl, furosemide, heparine, lidocaïne, midazolam HCl, morfine sulfaat, nitroglycerine, kaliumchloride, propranolol HCl en famotidine injectie.
Instructies voor gebruik
Controleer de houdbaarheidsdatum.
Oplossing niet direct uit de zak met een injectienaald opzuigen.
Openen: Scheur de folie oververpakking (250 ml oplossing voor infusie) bij de inkeping af en verwijder de binnenverpakking. Controleer op lekkage door stevig in de binnenzak te knijpen. Als er lekjes zijn, gooi de oplossing dan weg omdat de steriliteit dan niet meer gewaarborgd is.
Alleen gebruiken als de oplossing helder en de verzegeling intact is.
Geen andere geneesmiddelen toevoegen of oplossing direct uit de zak met een injectienaald opzuigen. WAARSCHUWING: Gebruik geen plastic infuuszakken in serie. Dit kan tot luchtemboliën leiden doordat lucht uit de eerste zak wordt gezogen voordat de toediening van vloeistof uit de tweede zak voltooid is.
Toediening:
-
Identificeer de blauwe infusiepoort
-
Breek de blauwe veiligheidsdop van de freeflex® af van de infusiepoort. Het membraan onder de afdekking is steriel – het membraan hoeft niet te worden gedesinfecteerd!
-
Sluit de luer-lock. Steek de naald in totdat de blauwe plastic kraag van de poort tot aan de schouder van de naald komt. Gebruik een set zonder ontluchting of sluit de luchtinlaat.
-
Hang de zak aan de infuuszakhouder. Druk op de druppelkamer om vloeistofniveau te krijgen. Prime de infuusset. Sluit aan en stel infuussnelheid in.
Gebruik dit geneesmiddel volgens de dosering in de tabel.
De volgende tabel dient als richtlijn voor bepaling van de dosering op basis van lichaamsgewicht.
|
0.4
|
|
0.4
|
|
|
|
25 microgram/kg
|
25 microgram/kg
|
|
microgram/kg/min
|
microgram/kg/min
|
|
Bolusdosis
|
Bolusdosis
|
|
Oplaadinfuus
|
Oplaadinfuus
|
|
behandeling
|
behandeling
|
|
behandeling
|
behandeling
|
|
Meeste patiënten
|
Ernstige
|
|
|
Meeste patiënten
|
Ernstige
|
|
|
|
|
nierinsufficiëntie
|
|
|
|
nierinsufficiëntie
|
|
|
|
|
|
|
Lichaa
|
Initiële
|
Onderho
|
Initiële
|
|
Onderhou
|
|
Bolus
|
Onderhou
|
Bolus
|
|
Onderhou
|
ms
|
infusie-
|
uds
|
infusie
|
|
ds infusie-
|
|
(ml)
|
ds
|
(ml)
|
|
ds infusie-
|
gewicht
|
snelhei
|
infusie-
|
-
|
|
snelheid
|
|
|
infusie-
|
|
|
snelheid
|
patiënt
|
d, 30
|
snelheid
|
snelhei
|
|
(ml/uur)
|
|
|
snelheid
|
|
|
(ml/uur)
|
(kg)
|
minute
|
(ml/uur)
|
d, 30
|
|
|
|
|
(ml/uur)
|
|
|
|
|
n
|
|
minute
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(ml/uur
|
|
n
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
)
|
|
(ml/uu
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
r)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
30-37
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
0.4
|
|
0.4
|
|
|
25 microgram/kg
|
25 microgram/kg
|
|
microgram/kg/min
|
microgram/kg/min
|
Bolusdosis
|
Bolusdosis
|
|
Oplaadinfuus
|
Oplaadinfuus
|
behandeling
|
behandeling
|
|
behandeling
|
behandeling
|
Meeste patiënten
|
Ernstige
|
|
|
Meeste patiënten
|
Ernstige
|
|
|
|
nierinsufficiëntie
|
|
|
|
nierinsufficiëntie
|
|
|
|
|
|
38-45
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
46-54
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
55-62
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
63-70
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
71-79
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
80-87
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
88-95
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
96-104
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
105-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
113-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
121-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
129-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
138-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
146-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
-
Waar de oplossing en de infuuszak dat mogelijk maken, moeten parenterale geneesmiddelen voor gebruik worden gecontroleerd op zichtbare deeltjes of verkleuring.
-
Aggrastat mag alleen intraveneus worden gegeven en mag door dezelfde infusieset met ongefractioneerde heparine worden toegediend.
-
Het verdient aanbeveling Aggrastat toe te dienen met een gekalibreerde infusieset, gebruikmakend van steriele apparatuur.
-
Er moet op worden toegezien dat de eerste infusie niet te lang duurt en dat er geen verkeerde berekening van de infusiesnelheid van de onderhoudsdosis op basis van het gewicht van de patiënt wordt gemaakt.
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Gebruik Aggrastat niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum. Die is te vinden op de zak en achter
‘EXP:’. De laatste dag van die maand is de uiterste houdbaarheidsdatum.
Niet in de vriezer bewaren. De infusiezak in de folie oververpakking (250 ml oplossing) bewaren, ter bescherming tegen licht.
Aard en inhoud van de verpakking
Aggrastat is een heldere, kleurloze oplossing, verkrijgbaar als volgt:
250 ml Freeflex® infuuszak (PVC-vrij plastic), kleurloos, multilaags polyolefine film met polyolefine injectiepoorten. Verpakt in voorbedrukte folie oververpakking.
Verpakkingsgrootte: 1 of 3 zakken met 250 ml oplossing voor infusie. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Alle ongebruikte producten of afvalmaterialen dienen te worden vernietigd in overeenstemming met lokale voorschriften.