Basis
Het doel van het monitoren van een normale zwangerschap tijdens preventieve onderzoeken is om risicovolle zwangerschappen in een vroeg stadium op te sporen en zo complicaties zoveel mogelijk te voorkomen.
Internationale classificatie (ICD) | Z34 |
Het doel van het monitoren van een normale zwangerschap tijdens preventieve onderzoeken is om risicovolle zwangerschappen in een vroeg stadium op te sporen en zo complicaties zoveel mogelijk te voorkomen.
In Oostenrijk zijn de minimumvereisten hiervoor vastgelegd in de Verordening Moeder-Kindpaspoort 2002 (MuKiPassV) van het Federale Wetboek (BGBl). Naast negen onderzoeken van het kind voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag, zijn er ook vijf onderzoeken tijdens de zwangerschap vereist. Uitzonderingen gelden in het geval van late ontdekking van de zwangerschap.
De wetgever geeft duidelijke richtlijnen over welke onderzoeken nodig zijn om de zwangere vrouw en het ongeboren kind te beschermen. Zowel het tijdsbestek als de reikwijdte worden gespecificeerd.
1e onderzoek | Tot het einde van de 16e week van de zwangerschap |
2e onderzoek | 17e tot 20e week van de zwangerschap |
3e onderzoek | 25e tot 28e week van de zwangerschap |
4e onderzoek | 30e tot 34e week van de zwangerschap |
5e onderzoek | 35e tot 38e week van de zwangerschap |
Elk onderzoek moet ten minste de volgende vier basisonderzoeken omvatten:
Daarnaast omvatten sommige onderzoeken speciale onderzoeken, afhankelijk van het verloop van de zwangerschap.
1e onderzoek | Bloedonderzoek van de volgende parameters:
|
2e onderzoek | Inwendig onderzoek |
3e onderzoek | orale glucosetolerantietest (bloedsuikertest), hepatitis B-test, bepaling van hemoglobine en hematocriet |
4. onderzoek | Alleen algemene onderzoeken (zie boven), maar echografie aanbevolen |
5e onderzoek | Alleen algemene onderzoeken (zie hierboven) |
Daarnaast worden er nog andere onderzoeken aanbevolen in het Staatsblad, maar deze zijn niet verplicht voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag.
8e tot 12e week van de zwangerschap | Echoscopisch onderzoek |
18 tot 22 weken zwangerschap |
|
30e tot 34e week van de zwangerschap | Echoscopisch onderzoek |
Volgens de wet is echoscopisch onderzoek geen voorwaarde voor het behoud van de volledige kinderopvangtoeslag.
HIV wordt tijdens de zwangerschap getest om overdracht van het virus op het kind te voorkomen. Als de test positief is, kan het risico op infectie worden verminderd tot minder dan 1% door zeer effectieve gecombineerde antiretrovirale therapie (cART). Als de virale belasting hoog is, wordt het kind ter wereld gebracht via een keizersnede. Daarna krijgt het kind zogenaamde postexpositieprofylaxe en mag het geen borstvoeding krijgen, wat het risico op overdracht verder kan verkleinen. Om ervoor te zorgen dat al deze voorzorgsmaatregelen op tijd genomen kunnen worden, is het verplicht om vroeg in de zwangerschap een hiv-test te doen.
Het controleren van de bloedgroep en rhesusfactor is vooral belangrijk voor de geboorte. Bij rhesusnegatieve moeders met rhesuspositieve kinderen kan de geboorte een immuunreactie opwekken. Dit creëert een immuungeheugen tegen de rhesusfactor, wat problematisch kan zijn bij toekomstige zwangerschappen. Daarom is het belangrijk om al vroeg over deze bloedwaarde te leren en bij de geboorte de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de immuunreactie tegen de rhesusfactor te voorkomen.
De orale glucosetolerantietest meet de bloedglucose na inname van een suikeroplossing. Hiermee kan zwangerschapsdiabetes worden opgespoord, die moet worden behandeld om complicaties en misvormingen te voorkomen. Verhoogde bloedglucosespiegels kunnen leiden tot hartaandoeningen, ademhalingsproblemen en vroeggeboorte van de baby.
Het meten van toxoplasmose-titers wordt beschouwd als bewijs van immuunbescherming tegen toxoplasmose. Zonder deze bescherming moeten zwangere vrouwen speciale voorzorgsmaatregelen nemen: Geen rauw vlees eten, geen kattenbakken hanteren en katten alleen blikvoer of droogvoer geven, tuinieren alleen met handschoenen, zorgvuldig handen wassen voor elke maaltijd en fruit en groenten grondig wassen voor het eten. Deze maatregelen dienen om besmetting met toxoplasmose te voorkomen, die tijdens de zwangerschap kan leiden tot misvormingen aan de ogen, lever en hersenen.
Rubella-titers worden ook genomen om immuunbescherming aan te tonen. Infectie tijdens de zwangerschap kan leiden tot doofheid, staar en hartafwijkingen bij het kind.
De lichamelijke onderzoeken, zoals het meten van de bloeddruk en het controleren van het gewicht, hebben naast het registreren van de algemene gezondheidstoestand van de aanstaande moeder ook als doel om zogenaamde pre-eclampsie in een vroeg stadium op te sporen. Dit is een ziekte met hoge bloeddruk die zich ook uit in verhoogde waterretentie (oedeem). Als dit niet wordt behandeld, kan eclampsie ontstaan, die wordt gekenmerkt door epileptische aanvallen bij de moeder en een verhoogd risico op groeistoornissen, vroeggeboorte of miskraam. Het inwendig onderzoek kan schildklierafwijkingen(hypothyreoïdie, hyperthyreoïdie) aantonen. Deze komen soms ook voor tijdens de zwangerschap.
Bij een normale zwangerschap worden drie afzonderlijke echografieën op verschillende tijdstippen aanbevolen (zie hierboven). In geval van complicaties, zoals bloedingen of vruchtwaterlekkage, kunnen het er natuurlijk meer zijn.
De doelen van de echo variëren afhankelijk van de voortgang van de zwangerschap. Terwijl in het begin de nadruk ligt op de exacte berekening van de zwangerschapsweek (zwangerschapsduur), wordt bij het tweede onderzoek de ontwikkeling van de organen gecontroleerd. De grootte van de organen kan worden gemeten, de placenta en het vruchtwater kunnen worden gecontroleerd en misvormingen kunnen worden opgespoord. Bij het derde onderzoek, tegen het einde van de zwangerschap, wordt de ontwikkeling van het ongeboren kind opnieuw gecontroleerd en worden de lengte en het gewicht berekend voor de geboorteplanning. De meting van het hoofd van de baby kan helpen bij de keuze tussen een vaginale bevalling en een keizersnede.
Daarnaast kan sonografie worden uitgevoerd in combinatie met laboratoriumtests als onderdeel van de zogenaamde eerste trimesterscreening om de nuchale translucentie (nuchale plooi) te meten. Verhoogde nuchal translucency is een niet-specifieke indicatie van misvormingen zoals trisomie 21 (syndroom van Down) of misvormingen van de organen. Door verschillende waarden te combineren, wordt een risico berekend dat, indien nodig, ook kan leiden tot een beslissing voor verder onderzoek, zoals een vruchtwaterpunctie, onderzoek van foetaal DNA uit het bloed van de moeder of onderzoek van weefselmonsters van de placenta.
Het consult bij de verloskundige is niet verplicht, maar een consult van een uur wordt aanbevolen. In dit consult krijgt de zwangere meestal informatie over het verloop van de zwangerschap, de bevalling, de kraamtijd en de borstvoeding. Ook krijgt ze tips over gezondheidsbevorderend en preventief gedrag tijdens de zwangerschap, kraamperiode en borstvoeding. Ook de psychosociale omgeving van de zwangere en mogelijke ondersteuningsmogelijkheden kunnen worden besproken.
Naast specifieke onderzoeken heeft elke zwangere vrouw ook recht op algemene counseling.
Bijvoorbeeld, griepvaccinatie(vanaf het 2e trimester), kinkhoestvaccinatie(vanaf het 3e trimester) en, meer recent, op mRNA gebaseerde Covid-19 vaccinatie (vanaf het 2e trimester) worden aanbevolen voor alle zwangere vrouwen. Tabak, alcohol en drugs moeten worden vermeden, omdat deze misvormingen kunnen veroorzaken. Vanwege een verhoogd risico op cariës en parodontitis kunnen gebitscontroles en preventieve maatregelen nuttig zijn. Wat sportactiviteiten betreft, is lichte lichaamsbeweging aan te raden en intensieve wedstrijdsport niet. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het risico op ongelukken en vallen.
Deze aanbevelingen kunnen echter per persoon verschillen, vooral in het geval van risicofactoren of eerdere ziekten.
Advertentie
Advertentie