Wanneer mag dit middel niet worden gebruikt?
-
U bent allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
U heeft een verrichting ondergaan voor behandeling van goedaardige prostaatvergroting (prostaathypertrofie), waaronder verwijdering van prostaatweefsel via de plasbuis (transurethrale resectie van de prostaat (TURP)).
-
U krijgt een behandeling voor prostaatkanker of u heeft eerder een dergelijke behandeling gekregen.
-
Bij u is cholestase (een bepaalde leveraandoening) vastgesteld.
-
U heeft een verergering van rectale inflammatoire darmziekte.
-
U bent niet in staat algehele verdoving of een operatie te ondergaan.
Wanneer moet men extra voorzichtig zijn met dit middel?
Dit middel mag uitsluitend worden gebruikt door personeel dat is getraind in de VTP-verrichting. Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als:
u last krijgt van irritatie van de huid of problemen met uw gezichtsvermogen of oogirritatie na de VTP-verrichting;
-
u moeite heeft een erectie te krijgen of te houden;
-
u na de VTP-verrichting abnormale pijn voelt;
-
u een voorgeschiedenis heeft van vernauwing van de urinebuis of problemen met de urinestroom;
-
u last krijgt van ongewild urineverlies na de VTP-verrichting;
-
u een actieve inflammatoire darmziekte heeft gehad, of een aandoening die het risico op een abnormale verbinding tussen de endeldarm en de urinebuis kan verhogen (recto-urethraal fistel);
-
u een bloedstollingsafwijking heeft;
-
u een verminderde nierfunctie heeft of als u een kaliumbeperkt dieet volgt.
Tot dusver is er beperkte informatie na twee jaar na de VTP-verrichting. Er zijn dus momenteel geen gegevens beschikbaar om te kunnen weten of het voordeel van TOOKAD-VTP langdurig is.
Als u verdere behandeling nodig heeft, bedenk dan dat er momenteel beperkte informatie is over de vraag of TOOKAD-VTP de werkzaamheid en veiligheid van andere behandelingen beïnvloedt (zoals een operatie om de prostaat te verwijderen of stralingstherapie).
Fotosensibiliteit
Sterk licht kan huidreacties en oogklachten veroorzaken als TOOKAD in de bloedbaan aanwezig is.
Gedurende 48 uur na de verrichting moet u blootstelling aan direct zonlicht (ook door het raam) en alle bronnen van fel licht, zowel binnen als buiten, vermijden. Dit geldt ook voor zonnebanken, fel schijnsel van computerschermen (zie onderstaande voorzorgsmaatregelen) en onderzoekslampen van medische apparatuur.
Zonnebrandcrèmes beschermen u niet tegen het soort licht (nabij-infrarood) dat problemen na de verrichting kan veroorzaken.
Als u tijdens uw verblijf in het ziekenhuis huid- of oogklachten krijgt, moet u dit aan uw arts of verpleegkundige vertellen, zodat het licht kan worden gedimd en u extra goed kan worden beschermd tegen kunstmatig en natuurlijk licht.
De eerste 12 uur na de VTP-verrichting
Na de verrichting moet u een beschermende bril dragen en wordt u gedurende ten minste 6 uur onder medisch toezicht gehouden in een kamer met gedimd licht.
Uw medische team besluit of u op de avond van uw behandeling het ziekenhuis kunt verlaten. Het kan zijn dat u een nacht moet blijven als u nog niet helemaal hersteld bent van de algehele verdoving en afhankelijk van uw toestand.
U moet in een omgeving met gedimd licht blijven, zonder blootstelling van uw huid en uw ogen aan daglicht. Gebruik alleen lampjes met een maximumvermogen van 60 watt (voor een gloeilamp) of 6 watt (voor LED-lampen) of 12 watt (voor fluorescentiespaarlampen). U mag op een afstand van 2 meter televisie kijken en vanaf 6 uur na de verrichting mag u elektronische apparaten zoals
smartphones, tablets en computers gebruiken. Als u overdag naar buiten moet, moet u beschermende kleding en een extra beschermende bril dragen om uw huid en ogen te beschermen.
12-48 uur na de VTP-verrichting
U mag overdag naar buiten gaan, maar alleen in de schaduw of als het bewolkt is. U moet donkere kleding dragen en erop letten uw handen en gezicht tegen de zon te beschermen.
Vanaf 48 uur na de verrichting kunt u uw normale bezigheden hervatten en kunt u aan direct zonlicht worden blootgesteld.
Er hebben geen patiënten met lichtgevoelige aandoeningen, zoals aangeboren stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie), een voorgeschiedenis van gevoeligheid voor zonlicht of een voorgeschiedenis van fotosensitieve dermatitis, dit middel toegediend gekregen in klinische onderzoeken. De korte werkingsduur van dit middel betekent echter dat het risico op nadelige effecten
bij blootstelling aan licht naar verwachting laag is, mits de voorzorgmaatregelen tegen lichtblootstelling strikt in acht worden genomen.
Bij patiënten die anti-VEGF-therapie (geneesmiddelen voor het voorkomen van nieuwgroei van bloedvaten) in het oog hebben gekregen, kan een extra risico op gevoeligheid van de ogen voor licht aanwezig zijn. Als u eerdere VEGF-therapie heeft gekregen, moet u er goed op toezien uw ogen tegen licht te beschermen gedurende 48 uur na de injectie met dit middel. Gelijktijdig gebruik van zogenoemde systemische VEGF-remmers met dit middel wordt niet aanbevolen.
Zie ook “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?” voor fotosensibiliserende geneesmiddelen.
Moeite om een erectie te krijgen of te houden
Enige moeite om een erectie te krijgen of te houden is mogelijk kort na de verrichting. Dit kan meer dan 6 maanden duren.
Risico op schade nabij de prostaatklier.
Omdat de vezels die het licht transporteren zodanig moeten worden ingebracht dat de gehele kwab van de prostaatklier wordt blootgesteld, is het mogelijk dat buiten de prostaat enige schade kan ontstaan. Normaal gaat het alleen om het vet rond de prostaat en is het niet belangrijk, maar omliggende organen zoals de blaas en de endeldarm kunnen mogelijk worden aangedaan. Dit is normaal te vermijden door zorgvuldige plaatsing, maar als het zich voordoet, bestaat de kans dat er een abnormale verbinding ontstaat tussen de endeldarm en de blaas of de huid. Dit komt zeer zelden voor.
Probleem met de urinebuis
Als u een voorgeschiedenis heeft van vernauwing van de urethra (urinebuis) of problemen met de urinestroom, kan behandeling het risico op een zwakke urinestroom en ophoping van urine in de blaas verhogen.
Urine-incontinentie
Kortdurende urine-incontinentie is waargenomen en kan het gevolg zijn van urineweginfectie of van aandrang veroorzaakt door irritatie van de urinebuis door de verrichting. De aandoening gaat vanzelf over of met behandeling van de infectie.
Actieve inflammatoire darmziekte
Als u een actieve inflammatoire darmziekte heeft gehad, of een aandoening die het risico op een abnormale verbinding tussen de endeldarm en de urinebuis kan verhogen (recto-urethraal fistel), mag de behandeling alleen worden gegeven na zorgvuldige beoordeling.
Bloedstollingsafwijking
Patiënten met een bloedstollingsafwijking kunnen overmatig gaan bloeden door de inbrenging van de naalden die benodigd zijn om de vezels te plaatsen die het laserlicht geleiden. Dit kan ook bloeduitstortingen, bloed in de urine en/of lokale pijn veroorzaken. Het is niet te verwachten dat een bloedstollingsafwijking beïnvloedt hoe goed de behandeling werkt; het wordt echter aanbevolen te stoppen met geneesmiddelen die de bloedstolling beïnvloeden voorafgaand aan en gedurende de periode direct na de VTP-verrichting.
Zie ook “Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?” voor de effecten van antistollingsmiddelen en bloedplaatjesaggregatieremmers.
Patiënten met een kaliumbeperkt dieet
Dit geneesmiddel bevat kalium. In het algemeen bevat de dosis van dit middel minder dan 1 mmol (39 mg) kalium, d.w.z. in wezen ‘kaliumvrij’. Patiënten met een gewicht van meer dan 115 kg krijgen echter meer dan 1 mmol kalium. Patiënten met een verminderde nierfunctie of patiënten met een kaliumbeperkt dieet moeten hiermee rekening houden als een verhoogd kaliumgehalte in het bloed schadelijk wordt geacht.
Gebruik bij kinderen en jongeren tot 18 jaar
Dit geneesmiddel mag niet worden toegediend aan kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast TOOKAD nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor geneesmiddelen waarvoor u geen voorschrift nodig heeft. Sommige geneesmiddelen (in het bijzonder geneesmiddelen die de gevoeligheid voor licht of de bloedstolling beïnvloeden) kunnen interactie hebben met dit middel en moeten vóór gebruik van dit middel worden stopgezet. Het kan ook noodzakelijk zijn dat u bepaalde geneesmiddelen niet inneemt gedurende enkele dagen na de VTP-verrichting. Uw arts zal ook adviseren welke geneesmiddelen zo nodig moeten worden vervangen en wanneer u er weer mee mag starten na de VTP-verrichting.
De volgende soorten geneesmiddelen moet u mogelijk op advies van uw arts tijdelijk stopzetten:
Geneesmiddelen met een mogelijk fotosensibiliserend effect
-
bepaalde antibiotica voor de behandeling van infectie (tetracyclinen, sulfonamiden, chinolonen)
-
bepaalde geneesmiddelen voor de behandeling van psychische stoornissen (fenothiazinen)
-
bepaalde geneesmiddelen voor type II-diabetes (hypoglykemische sulfonamiden)
-
bepaalde geneesmiddelen voor verhoogde bloeddruk, oedeem, hartfalen of nierfalen (op thiazide gebaseerde diuretica)
-
een geneesmiddel voor de behandeling van schimmelinfecties (griseofulvine)
-
een geneesmiddel voor de behandeling van hartritmestoornissen (amiodaron)
Deze geneesmiddelen moeten ten minste 10 dagen voor de verrichting met dit middel en gedurende ten minste 3 dagen na de verrichting worden stopgezet of worden vervangen door andere behandelingen zonder fotosensibiliserende eigenschappen. Als stopzetting van een fotosensibiliserend geneesmiddel (zoals amiodaron) niet mogelijk is, kan verhoogde gevoeligheid optreden en moet u zich mogelijk langere tijd beschermen tegen blootstelling aan direct licht.
Anticoagulantia (antistollingsmiddelen, geneesmiddelen die voorkomen dat het bloed stolt)
Deze geneesmiddelen (bijvoorbeeld acenocoumarol, warfarine) moeten ten minste 10 dagen voor de VTP-verrichting met dit middel worden stopgezet.
Trombocytenaggregatieremmers (geneesmiddelen die de aggregatie van bloedplaatjes (kleverigheid) in het bloed verlagen en stolling verminderen)
Deze geneesmiddelen (bijvoorbeeld acetylsalicylzuur (aspirine)) moeten ten minste 10 dagen voor de VTP-verrichting met dit middel worden stopgezet en ten minste 3 dagen na de verrichting opnieuw opgestart.
Andere geneesmiddelen die interactie kunnen hebben met dit middel
Het gebruik van geneesmiddelen zoals repaglinide, atorvastatine, pitavastatine, pravastatine, rosuvastatine, simvastatine, bosentan, glyburide moet worden vermeden op de dag van toediening en gedurende ten minste 24 uur na toediening.
Anticonceptie
U of uw partner of beiden moeten gedurende 90 dagen na de VTP-verrichting een doeltreffend anticonceptiemiddel gebruiken om te voorkomen dat uw partner zwanger raakt. Neem contact op met uw arts over de te gebruiken anticonceptiemiddelen en hoe lang ze moeten worden gebruikt. Als uw partner binnen drie maanden na uw behandeling zwanger raakt, licht dan onmiddellijk uw arts in.
Zwangerschap en borstvoeding
Dit middel is niet geïndiceerd voor de behandeling van vrouwen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Dit middel heeft geen invloed op de rijvaardigheid of op het vermogen om machines te bedienen. Aangezien de verrichting onder algehele verdoving verloopt, mag u echter geen ingewikkelde
werkzaamheden verrichten zoals autorijden of machines bedienen tot 24 uur nadat een algeheel verdovingsmiddel is gebruikt.