Gebruik dit medicijn altijd precies zoals uw arts of apotheker u dat heeft verteld. Twijfelt u over het juiste gebruik? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Hoeveel Lambipol moet u gebruiken?
Het kan een tijdje duren voordat de meest geschikte dosering Lambipol voor u gevonden is. De dosering die u gebruikt hangt af van:
-
uw leeftijd
-
of u Lambipol gebruikt samen met andere medicijnen
-
of u problemen heeft met uw nieren of lever
Uw arts zal eerst een lage dosering voorschrijven, deze dosering vervolgens geleidelijk in enkele weken verhogen, totdat een dosering bereikt wordt die bij u goed werkt (de effectieve dosering).
Gebruik nooit meer Lambipol dan uw arts u heeft voorgeschreven.
De geadviseerde werkzame dosering Lambipol voor volwassenen en kinderen vanaf 13 jaar bedraagt dagelijks tussen de 100 mg en 400 mg.
Voor kinderen van 2 tot en met 12 jaar oud hangt de effectieve dosering af van hun lichaamsgewicht – normaal gesproken is het tussen 1 mg en 15 mg voor elke kilogram lichaamsgewicht van het kind, met een onderhoudsdosering van maximaal 200 mg per dag.
Lambipol wordt niet geadviseerd voor gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Hoe neemt u uw dosis Lambipol in?
Neem uw dosering Lambipol een- of tweemaal daags in, volgens het advies van uw arts. U kunt het innemen met of zonder voedsel.
Neem altijd de gehele dosering in die uw arts u heeft voorgeschreven. Neem nooit een gedeelte van een tablet in.
Uw arts kan u ook adviseren om te starten of te stoppen met het gebruik van andere medicijnen, afhankelijk van de aandoening waarvoor u behandeld wordt en de manier waarop u op de behandeling reageert.
Lambipol kauwtabletten/dispergeerbare tabletten kunnen in zijn geheel worden doorgeslikt met een beetje water, kunnen worden gekauwd, of kunnen worden opgelost in een kleine hoeveelheid water om er een vloeibaar medicijn van te maken. Neem nooit slechts een deel van het vloeibare medicijn in.
Een tablet uit de blisterverpakking halen
Deze tabletten zitten verpakt in een speciale verpakking om te voorkomen dat kinderen ze uit de verpakking kunnen halen.
Elk tabletvakje heeft een nummer. Neem elke tablet op volgorde vanaf tablet nummer 1.
1. Verwijder één tabletvakje: scheur langs de perforatie van het vakje om één tabletvakje van de strip los te maken.
2. Trek de bovenlaag los: begin bij de hoek, trek het los en schuif het over het tabletvakje.
3. Druk de tablet eruit: druk zachtjes één kant van de tablet door de folielaag.
Om de tablet te kauwen:
U kunt tegelijkertijd een beetje water drinken om de tablet in de mond te laten oplossen. Drink daarna nog wat water om er zeker van te zijn dat al het medicijn is ingenomen.
Om een vloeibaar medicijn te maken:
-
doe de tablet in een glas met zoveel water, dat de hele tablet onder water staat
-
roer totdat de tablet opgelost is, of wacht, totdat de tablet volledig is opgelost
-
drink alle vloeistof op
-
doe nog een klein beetje water in het glas en drink dat op, om er zeker van te zijn dat er geen medicijn in het glas is achtergebleven
Heeft u te veel van dit medicijn gebruikt?
Neem direct contact op met uw arts of de eerstehulpafdeling van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Laat hen, indien mogelijk, de Lambipol verpakking zien.
Als u te veel Lambipol neemt, heeft u een grotere kans om ernstige bijwerkingen te krijgen die u fataal kunnen worden.
Iemand die te veel Lambipol heeft ingenomen, kan de volgende symptomen hebben:
-
snelle, ongecontroleerde oogbewegingen (nystagmus)
-
onhandigheid en gebrek aan coördinatie die van invloed is op het evenwicht (ataxie)
-
veranderingen in het hartritme (gewoonlijk aangetoond via een ECG)
-
bewustzijnsverlies, toevallen (convulsies) of coma
Bent u vergeten een enkele dosering van dit medicijn te gebruiken?
Neem nooit extra tabletten of een dubbele dosering om de vergeten tabletten in te halen. Neem gewoon uw gebruikelijke dosering in op het gebruikelijke tijdstip.
In het geval u meerdere doseringen van dit medicijn bent vergeten te gebruiken
Vraag uw arts om advies hoe u weer met het innemen moet beginnen. Het is belangrijk dat u dit doet.
Stop niet met het gebruik van Lambipol zonder overleg
Gebruik Lambipol zo lang als uw arts u heeft verteld. Stop niet met het gebruik tenzij uw arts u dit adviseert.
Als u Lambipol gebruikt voor behandeling van epilepsie
Als u met Lambipol wilt stoppen, is het belangrijk dat u geleidelijk uw dosering verlaagt in een periode van ongeveer 2 weken. Als u plotseling stopt met het gebruik van Lambipol kan uw epilepsie terugkomen of verergeren.
Als u Lambipol gebruikt voor behandeling van een bipolaire aandoening
Het kost wat tijd voor Lambipol om te werken, u zult zich dus niet meteen beter voelen. Als u stopt met Lambipol, hoeft uw dosering niet geleidelijk aan afgebouwd te worden. U moet wel eerst met uw arts overleggen als u wilt stoppen met het gebruik van Lambipol.
Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit medicijn? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
33. Mogelijke bijwerkingen
Zoals elk medicijn kan ook dit medicijn bijwerkingen hebben. Niet iedereen krijgt daarmee te maken.
Mogelijk levensbedreigende huidreacties: schakel direct een arts in
Een klein aantal mensen dat Lambipol gebruikt, ontwikkelt een allergische reactie of een mogelijk ernstige huidreactie. Deze reacties kunnen uitgroeien tot ernstigere problemen als ze niet behandeld worden.
Deze symptomen zullen waarschijnlijk tijdens de eerste maanden van de behandeling met Lambipol optreden. Dit zal zeker het geval zijn als de startdosering te hoog is of als de dosering te snel wordt verhoogd, of als Lambipol wordt gebruikt in combinatie met een ander medicijn genaamd valproaat. Sommige van deze symptomen komen vaker voor bij kinderen, dus ouders dienen goed op deze symptomen te letten.
Symptomen van deze reacties zijn onder meer:
-
huiduitslag of roodheid, die zich kan ontwikkelen tot levensbedreigende huidreacties zoals wijdverspreide uitslag met blaren en schilferende huid, in het bijzonder rond de mond, neus,
ogen en geslachtsdelen (Stevens-Johnson-syndroom), uitgebreide schilfering van de huid (meer dan 30% van het lichaamsoppervlak – oftewel toxische epidermale necrolyse) of
uitgebreide uitslag met aantasting van de lever, het bloed en andere organen (geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen – ‘Drug Reaction with Eosinophilia and Systemic Symptoms’, ook bekend als het ‘DRESS overgevoeligheidssyndroom’)
-
zweren in de mond, keel, neus of op de geslachtsorganen
-
een zere mond of rode of gezwollen ogen (conjunctivitis)
-
een hoge temperatuur (koorts), griepachtige symptomen of zich suf voelen
-
zwelling rond het gezicht, of gezwollen klieren in uw hals, in uw oksel of in de lies
-
onverwachte bloedingen of blauwe plekken, of blauw wordende vingers
-
een zere keel, of meer infecties (zoals verkoudheden) dan normaal
-
verhoogde waarden van leverenzymen, gezien bij bloedtesten
-
een toename van een bepaald soort witte bloedcellen (eosinofielen)
-
vergrote lymfeknopen
-
aantasting van de lichaamsorganen inclusief lever en nieren
In vele gevallen zullen deze symptomen tekenen zijn van minder ernstige bijwerkingen. U moet zich er echter bewust van zijn dat de bijwerkingen mogelijk ernstig kunnen zijn en zich kunnen
ontwikkelen tot ernstiger problemen zoals orgaanfalen als ze niet behandeld worden. Als u een van deze symptomen waarneemt:
Neem direct contact op met een arts. Uw arts kan besluiten om lever-, nier- of bloedtesten te laten uitvoeren, en kan u meedelen te stoppen met het gebruik van Lambipol. Als u Stevens- Johnson-syndroom of toxische epidermale necrolyse heeft ontwikkeld, zal uw arts u vertellen dat u nooit meer lamotrigine mag gebruiken.
Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) (zie rubriek 2 ‘Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig meezijn?’).
Zeer vaak (komen voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers):
Vaak (komen voor bij minder dan 1 op de 10 gebruikers):
-
agressie of prikkelbaarheid
-
gevoel van slaperigheid of sufheid
-
gevoel van duizeligheid
-
schudden of beven (tremoren)
-
problemen met slapen (insomnia)
-
zich geagiteerd voelen
-
diarree
-
droge mond
-
misselijk gevoel (nausea) of overgeven (braken)
-
zich moe voelen
-
pijn in uw rug, in uw gewrichten, of ergens anders in uw lichaam
Soms (komen voor bij minder dan 1 op de 100 gebruikers):
-
onhandigheid of gebrek aan coördinatie (ataxie)
-
dubbel zien of troebel zien
-
ongebruikelijk haarverlies of dunner worden van het haar (alopecia)
-
huiduitslag of verbranding van de huid na blootstelling aan zonlicht of kunstlicht (fotosensitiviteit)
Zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 gebruikers):
-
een levensbedreigende huidaandoening (Stevens-Johnson-syndroom); zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
een groep symptomen samen, waaronder:
koorts, misselijkheid, braken, hoofdpijn, stijve nek en extreme overgevoeligheid voor fel licht
Dit kan worden veroorzaakt door een ontsteking van de membranen die de hersenen en het ruggemerg omgeven (meningitis). Deze symptomen verdwijnen normaal gesproken zodra met de behandeling wordt gestopt, maar neem contact op met uw arts als de symptomen blijven voortduren of erger worden
-
snelle, ongecontroleerde oogbewegingen (nystagmus)
-
jeukende ogen, met afscheiding en korsten op de oogleden (conjunctivitis)
Zeer zelden (komen voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers):
-
een levensbedreigende huidaandoening (toxische epidermale necrolyse); zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
DRESS – Geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen; zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
een hoge lichaamstemperatuur (koorts); zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
zwelling rond het gezicht (oedeem), of gezwollen klieren in de nek, in de oksel of in de lies (lymfadenopathie) ); zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
veranderingen in de leverfunctie die gemeten worden via bloedtesten, of leverfalen; zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
een ernstige afwijking in de bloedstolling, die onverwachte bloedingen of blauwe plekken kan veroorzaken (gedissemineerde intravasculaire stolling); zie ook de informatie aan het begin van rubriek 4
-
hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) (zie rubriek 2 ‘Wanneer mag u dit medicijn niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?’)
-
veranderingen die kunnen optreden in bloedtesten – hieronder vallen een verlaagd aantal rode bloedcellen (anemie), een verlaagd aantal witte bloedcellen (leukopenie, neutropenie, agranulocytose), een verminderd aantal bloedplaatjes (thrombocytopenie), een verminderd aantal van al deze celtypen (pancytopenie), en een afwijking van het beenmerg (aplastische anemie)
-
hallucinaties (‘zien’ of ‘horen’ van dingen die er niet werkelijk zijn)
-
verwarring
-
beverig of onstabiel gevoel als u zich beweegt
-
ongecontroleerde lichaamsbewegingen (tics), ongecontroleerde spierkrampen rond de ogen, over het hoofd en over de romp (choreo-athetose), of andere ongewone lichaamsbewegingen zoals schokkerigheid, schudden of stijfheid
-
bij mensen die al epilepsie hebben, treden aanvallen vaker op
-
bij mensen die al lijden aan de ziekte van Parkinson kan een verergering van de symptomen optreden
-
lupus-achtige symptomen (symptomen kunnen zijn: rug- of gewrichtspijn soms met koorts en/of een algemene slechte gezondheid).
Andere bijwerkingen
Andere bijwerkingen zijn bij een klein aantal personen opgetreden, maar de exacte frequentie is niet bekend:
-
Er zijn meldingen van botaandoeningen waaronder dunner worden van het bot en botontkalking (osteopenie en osteoporose) en botbreuken. Neem contact op met uw arts of apotheker als u langdurig anti-epileptica (medicijnen tegen epilepsie) gebruikt, osteoporose heeft gehad of als u steroïden gebruikt.
-
Ontsteking van de nier (tubulo-interstitiële nefritis) of ontsteking van zowel de nier als het oog (tubulo-interstitiële nefritis en uveïtis-syndroom)
-
Nachtmerries
-
Een lagere immuniteit vanwege lagere concentraties antilichamen genaamd immunoglobulinen in het bloed die u helpen beschermen tegen infecties.
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, website: www.lareb.nl. Door bijwerkingen te melden, helpt u ons om meer informatie te krijgen over de veiligheid van dit medicijn.