Tijdens de hiv-behandeling kan er een toename in gewicht en een stijging van de serumlipiden- en bloedglucosewaarden optreden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een herstel van uw gezondheid en door uw levensstijl. In het geval van een stijging van de serumlipidenwaarden kan het soms worden veroorzaakt door de hiv-middelen zelf. Uw arts zal u op deze veranderingen testen.
De behandeling met Combivir veroorzaakt vaak verlies van vet van benen, armen en gezicht (lipoatrofie). Er is aangetoond dat dit verlies van lichaamsvet niet helemaal omkeerbaar is nadat de behandeling met zidovudine wordt gestopt. Uw arts moet u controleren op tekenen van lipoatrofie. Vertel het uw arts als het u opvalt dat u vet verliest van uw benen, armen en gezicht. Indien deze tekenen optreden, moet de behandeling met Combivir worden gestopt en moet uw hiv-behandeling worden veranderd.
Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
Wanneer u wordt behandeld voor hiv, kan het lastig zijn onderscheid te maken of een symptoom een bijwerking van Combivir is (of van andere geneesmiddelen die u gebruikt), of een effect van de hiv-
infectie zelf. Daarom is het erg belangrijk iedere verandering in uw gezondheidstoestand aan uw arts te vertellen.
Zowel de bijwerkingen die hieronder zijn vermeld voor Combivir als ook andere aandoeningen
kunnen tijdens de hiv-combinatietherapie optreden.
Het is belangrijk om verderop in deze rubriek de informatie onder de kop “Andere mogelijke bijwerkingen van combinatietherapie bij hiv” te lezen.
Zeer vaak voorkomende bijwerkingen
Deze kunnen voorkomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten:
Vaak voorkomende bijwerkingen
Deze kunnen voorkomen bij 1 op de 10 patiënten:
-
braken
-
diarree
-
maagpijn
-
verlies van eetlust
-
zich duizelig voelen
-
vermoeidheid, gebrek aan energie
-
koorts (hoge lichaamstemperatuur)
-
algeheel gevoel van zich onwel voelen
-
moeite met slapen (insomnia)
-
spierpijn en zich ongemakkelijk voelen
-
gewrichtspijn
-
hoesten
-
geïrriteerde neus of loopneus
-
huiduitslag
-
haarverlies (alopecia)
Vaak voorkomende bijwerkingen die aangetoond kunnen worden in bloedtesten:
-
een laag aantal rode bloedcellen (anemie) of een laag aantal witte bloedcellen (neutropenie of leukopenie)
-
een toename van het niveau van de leverenzymen
-
een toegenomen hoeveelheid bilirubine (een stof die in de lever gemaakt wordt) waardoor uw huid er geel lijkt uit te zien
Soms voorkomende bijwerkingen
Deze kunnen voorkomen bij 1 op de 100 patiënten:
-
zich kortademig voelen
-
winderigheid (flatulentie)
-
jeuk
-
spierzwakte
Een soms voorkomende bijwerking die aangetoond kan worden in bloedtesten:
een afname van het aantal cellen dat betrokken is bij de bloedstolling (trombocytopenie) of een afname van alle soorten cellen in het bloed (pancytopenie)
Zelden voorkomende bijwerkingen
Deze kunnen voorkomen bij 1 op de 1.000 patiënten:
-
ernstige allergische reactie, waardoor opzwellen van het gezicht, de tong of de keel optreedt. Hierdoor kunnen slik- en ademhalingsproblemen veroorzaakt worden.
-
leveraandoeningen zoals geelzucht, een vergrote lever of leververvetting, ontsteking (hepatitis)
-
lactaatacidose (een teveel aan melkzuur in het bloed; zie de rubriek hieronder: ‘Andere mogelijke bijwerkingen van combinatietherapie bij hiv’)
-
ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis)
-
pijn op de borst; aandoening van de hartspier (cardiomyopathie)
-
stuipen (convulsies)
-
zich depressief of angstig voelen, niet in staat zijn zich te concentreren, zich suf voelen
-
indigestie, smaakstoornis
-
veranderingen in de kleur van uw nagels, uw huid of de huid aan de binnenkant van uw mond
-
een gevoel alsof u griep heeft – koude rillingen en zweten
-
tintelend gevoel in de huid (naalden en spelden)
-
gevoel van zwakte in de ledematen
-
afbraak van spierweefsel
-
doof gevoel
-
vaker moeten plassen
-
borstvergroting bij mannen
Zelden voorkomende bijwerkingen die in bloedtesten kan worden aangetoond:
-
toename van een enzym dat amylase genoemd wordt
-
onvermogen van het beenmerg om nieuwe rode bloedcellen te maken (pure rode bloedcelaplasie)
Zeer zelden voorkomende bijwerkingen
Deze kunnen voorkomen bij 1 op de 10.000 patiënten:
Een zeer zelden voorkomende bijwerking die in bloedtesten kan worden aangetoond:
onvermogen van het beenmerg om nieuwe rode of witte bloedcellen te maken (aplastische anemie)
Als u bijwerkingen krijgt
Neem contact op met uw arts of apotheker wanneer een van de bijwerkingen ernstig of onaangenaam wordt, of als u bijwerkingen opmerkt die niet in deze bijsluiter staan.
Andere mogelijke bijwerkingen van combinatietherapie bij hiv
Combinatietherapie, waaronder Combivir, kan ertoe leiden dat andere aandoeningen optreden tijdens de hiv-behandeling.
Oude infecties kunnen weer de kop opsteken
Patiënten met een vergevorderde hiv-infectie (AIDS) hebben een zwak immuunsysteem en hebben een grotere kans op de ontwikkeling van ernstige infecties (opportunistische infecties). Wanneer deze patiënten beginnen met de behandeling kan het zijn dat ze merken dat oude, verborgen infecties weer de kop opsteken. Hierdoor worden klachten en symptomen van ontstekingen veroorzaakt. Deze symptomen worden waarschijnlijk veroorzaakt doordat het immuunsysteem van het lichaam sterker wordt, waardoor het lichaam begint met het bestrijden van deze infecties.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat u bent gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van uw hiv-infectie. Auto-immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt dat u symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling onmiddellijk contact op met uw arts.
Als u tijdens het gebruik van Combivir symptomen krijgt die wijzen op een infectie:
Neem onmiddellijk contact op met uw arts. Neem geen andere geneesmiddelen tegen de infectie zonder uw arts te raadplegen.
Lactaatacidose is een zeldzame maar ernstige bijwerking
Sommige patiënten die Combivir gebruiken, ontwikkelen een aandoening die lactaatacidose wordt genoemd. Deze gaat gepaard met een vergrote lever.
Lactaatacidose wordt veroorzaakt door een ophoping van melkzuur in het lichaam. Dit is zeldzaam; als het plaatsvindt, is dat meestal pas na een paar maanden behandeling. Het kan levensbedreigend zijn door het uitvallen van inwendige organen. De kans op het ontwikkelen van lactaatacidose is groter bij patiënten met een leveraandoening, of bij zwaarlijvige patiënten (met ernstig overgewicht), en dan voornamelijk bij vrouwen.
De symptomen van lactaatacidose zijn:
-
een diepe, snelle, moeilijke ademhaling
-
zich suf voelen
-
doof gevoel of zwakte van de ledematen
-
misselijkheid, braken
-
maagpijn
Tijdens uw behandeling zal uw arts u op symptomen van lactaatacidose controleren. Als u een van de
hierboven genoemde symptomen heeft of als u zich zorgen maakt over enig ander symptoom:
Neem zo snel mogelijk contact op met uw arts.
U kunt problemen krijgen met uw botten
Sommige patiënten die een hiv-combinatietherapie gebruiken, ontwikkelen een aandoening die osteonecrose genoemd wordt. Bij deze aandoening sterven delen van het botweefsel af door een verminderde bloedtoevoer naar het bot. Patiënten hebben een grotere kans op het krijgen van deze aandoening als:
-
ze gedurende lange tijd combinatietherapie hebben gehad
-
ze ook corticosteroïden (geneesmiddelen tegen ontstekingen) nemen
-
ze alcohol drinken
-
ze een zeer zwak immuunsysteem hebben
-
ze overgewicht hebben
Symptomen van osteonecrose zijn onder meer:
-
stijfheid in de gewrichten
-
pijntjes en kwalen (vooral in de heup, knie of schouder)
-
moeite met bewegen
Als u een van deze symptomen opmerkt:
Neem contact op met uw arts.
Andere bijwerkingen kunnen worden aangetoond in bloedtesten.
Hiv-combinatietherapie kan ook het volgende veroorzaken:
verhoogde melkzuurspiegels in het bloed, waardoor in zeldzame gevallen lactaatacidose kan ontstaan
Het melden van bijwerkingen
Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het nationale meldsysteem zoals vermeld in aanhangsel V. Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.