Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen of geven?
U of het kind
- bent/is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
- heeft een ernstige bloeding.
- heeft een ziekte of aandoening in een lichaamsorgaan waardoor het risico op een ernstige bloeding hoger is (bijv. maagzweer, hersenletsel of hersenbloeding, een recente hersen- of oogoperatie).
-
gebruikt geneesmiddelen om bloedstolsels te voorkomen (antistolling, bijv. warfarine, dabigatran, apixaban of heparine), behalve
- wanneer de behandeling met antistolling verandert, of
- wanneer u/het kind heparine krijgt via een buisje in een ader of slagader om het buisje open te houden.
- heeft een leverziekte die gepaard gaat met een verhoogde kans op bloedingen.
bent/is zwanger of geeft borstvoeding.
Neem Xarelto niet in of geef Xarelto niet en vertel het uw arts wanneer één van deze situaties op u of het kind van toepassing is.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt als:
- u of het kind een verhoogde kans op bloedingen heeft. Dat kan het geval zijn bij:
matige of ernstig nierziekte, omdat de nierfunctie invloed kan hebben op de hoeveelheid geneesmiddel die in het lichaam werkzaam is
- andere geneesmiddelen die u of het kind gebruikt om bloedstolsels te voorkomen (bijv. warfarine, dabigatran, apixaban of heparine), als deze absoluut noodzakelijk zijn (zie de rubriek
‘Wanneer mag u dit middel niet innemen of geven?’)
- bloedingsziekten
- een zeer hoge bloeddruk, die niet door geneesmiddelen onder controle gebracht is
- maag- of darmziekten die bloedingen kunnen veroorzaken, bijv. ontsteking van de darmen of maag, of ontsteking van de slokdarm door een ziekte waarbij maagzuur omhoog komt in de slokdarm of tumoren in de maag, de darmen, de geslachtsorganen of de urinewegen
- een probleem met de bloedvaten achterin de ogen (retinopathie)
- een longziekte waarbij de bronchiën verwijd zijn en gevuld met pus (bronchiëctasie), of een eerder opgetreden longbloeding
- u of het kind een kunsthartklep heeft
- u of het kind lijdt aan het antifosfolipidesyndroom (een ziekte van het immuunsysteem die een hoger risico op bloedstolsels veroorzaakt)
- uw bloeddruk of die van het kind niet stabiel is
- een andere behandeling of een operatie gepland staat om de bloedstolsels uit de longen te halen.
Als één van de voorgaande situaties op u of op het kind van toepassing is, vertel dat dan uw arts voordat u Xarelto inneemt of geeft. De arts zal beoordelen of u of het kind een behandeling met dit geneesmiddel moet krijgen en extra gecontroleerd moet worden.
Geef Xarelto niet aan kinderen jonger dan 6 maanden die
- na een zwangerschap van minder dan 37 weken zijn geboren, of
- minder dan 2,6 kg wegen, of
- minder dan 10 dagen borstvoeding of flesvoeding hebben gekregen.
In die gevallen kan de dosering van Xarelto niet op betrouwbare wijze worden bepaald en de dosering werd niet bestudeerd bij deze kinderen.
Als u of het kind een operatie moet ondergaan
- Het is heel belangrijk dat u vóór en na de operatie Xarelto precies op de tijdstippen inneemt of geeft die uw arts u heeft verteld.
-
Als er bij de operatie een katheter of injectie in de wervelkolom geplaatst wordt (bijv. bij zogeheten epidurale of spinale anesthesie of pijnbestrijding):
- is het heel belangrijk om Xarelto in te nemen of te geven, voor en na de injectie of het verwijderen van de katheter, op exact de tijdstippen die uw arts u heeft verteld
- moet u het uw arts onmiddellijk vertellen als u of het kind last krijgt van gevoelloosheid of zwakte van de benen, of problemen met de darmen of blaas ervaart na de anesthesie. In dat geval is spoedeisende zorg nodig.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Xarelto-suspensie voor oraal gebruik moet worden gebruikt voor patiënten jonger dan 18 jaar, om bloedstolsels te behandelen en om te voorkomen dat opnieuw bloedstolsels worden gevormd in de aderen of in de bloedvaten van de longen. Er is onvoldoende informatie over het gebruik ervan bij kinderen en jongeren tot 18 jaar voor andere indicaties.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u of het kind naast Xarelto nog andere geneesmiddelen, of heeft u of het kind dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u of het kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken?
Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen doktersrecept voor nodig heeft.
-
Als u of het kind één van de volgende middelen gebruikt:
- bepaalde geneesmiddelen tegen schimmelinfecties (bijv. fluconazol, itraconazol, voriconazol, posaconazol), tenzij deze alleen op de huid worden aangebracht
- ketoconazol-tabletten (gebruikt voor de behandeling van het cushingsyndroom – wanneer het lichaam te veel cortisol produceert)
- bepaalde geneesmiddelen tegen bacteriële infecties (bijv. claritromycine, erytromycine)
- bepaalde geneesmiddelen tegen hiv/aids (bijv. ritonavir)
- andere geneesmiddelen om de bloedstolling te verminderen (bijv. enoxaparine, clopidogrel of vitamine K-antagonisten zoals warfarine en acenocoumarol)
- geneesmiddelen om een ontsteking en pijn te verlichten (bijv. naproxen of acetylsalicylzuur)
- dronedarone, een geneesmiddel om een onregelmatige hartslag te behandelen.
- bepaalde geneesmiddelen voor het behandelen van depressies (selectieve serotonine- heropnameremmers (SSRI’s) of serotonine-norepinefrine-heropnameremmers (SNRI’s)).
Als één van de voorgaande situaties op u of het kind van toepassing is, vertel dat dan uw arts voordat u Xarelto inneemt of geeft, omdat deze middelen het effect van Xarelto kunnen versterken. Uw arts zal beoordelen of u of het kind dit geneesmiddel mag krijgen en extra gecontroleerd moet worden.
Als de arts denkt dat u of het kind een hoger risico heeft op het krijgen van een maag- of darmzweer, kan een behandeling nodig zijn om zweren te voorkomen.
- Als u of het kind één van de volgende middelen gebruikt:
Als één van de voorgaande situaties op u of het kind van toepassing is, vertel dat dan uw arts voordat u Xarelto inneemt of geeft, omdat deze middelen het effect van Xarelto kunnen verminderen. De arts zal beoordelen of u of het kind Xarelto mag krijgen en extra gecontroleerd moet worden.
Zwangerschap en borstvoeding
- Als u of de jongere tot 18 jaar zwanger bent/is of borstvoeding geeft, mag u Xarelto niet innemen of geven.
- Als u of de jongere tot 18 jaar zwanger zou kunnen worden, moet u of de jongere een betrouwbaar anticonceptiemiddel gebruiken zolang u of de jongere Xarelto inneemt.
- Als u of de jongere tot 18 jaar zwanger wordt tijdens het gebruik van dit geneesmiddel, vertel dit dan onmiddellijk aan uw arts. Hij/zij zal dan besluiten hoe de behandeling moet worden voortgezet.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Xarelto kan duizeligheid of flauwvallen veroorzaken. Autorijden of een ander voertuig besturen, fietsen of gereedschap of machines gebruiken mag niet als u of het kind last heeft van deze klachten.
Xarelto bevat natriumbenzoaat en natrium
Dit middel bevat 1,8 mg natriumbenzoaat (E 211) in elke ml suspensie voor oraal gebruik.
Natriumbenzoaat (E 211) kan geelzucht (gele verkleuring van de huid en ogen) bij pasgeborenen (jonger dan 4 weken) verergeren.
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per milliliter, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
Advertentie