Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
-
Als u allergisch bent voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
-
Als u lijdt aan hypertensie (verhoogde bloeddruk)
-
Als u lijdt aan perifere vasculaire afwijkingen (slechte bloedcirculatie)
-
Als u niet-selectieve monoamine oxidase remmers (MAO) gebruikt (of als u hiermee minder dan 2 weken geleden gestopt bent), voor de behandeling van depressie (iproniazide, nialamide)
-
Als u lijdt aan een ernstige overactieve schildklier (hyperthyroïdisme)
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts, apotheker of verpleegkundige voordat u dit middel gebruikt:
-
Als u op leeftijd bent
-
Als u een overactieve schildklier heeft
-
Als u lijdt aan hartproblemen zoals een trage hartslag, (gedeeltelijke) hartblokkade (bepaalde stoornis in de prikkelgeleiding van het hart), hartspier afwijkingen, slechte bloedcirculatie in het hart, ernstige beperkte lichaamsbloedcirculatie, hartritme stoornissen, tachycardie (hoge hartslag), bradycardie (trage hartslag), angina pectoris (beklemmend, drukkend, pijnlijk gevoel op de borst).
-
Als u lijdt aan slecht bloedcirculatie in de hersenen.
-
Als u lijdt aan atherosclerose (verharding en verdikking van de bloedvaten)
-
Als u lijdt aan diabetes mellitus
-
Als u behandeld wordt met oxytocine omdat dit het effect op de bloedvaten kan versterken en het erg hoge bloeddruk kan veroorzaken en een beroerte onmiddellijk na de geboorte van het kind.
-
Als u lijdt aan arteriële hypertensie
-
Als u lijdt aan het gesloten-hoekglaucoom (verhoogde oogdruk)
Bij patiënten met ernstige hartafwijkingen kan dit middel de hartafwijking verslechteren als gevolg van de bloedvat vernauwing.
De bloeddruk in uw bloedvaten zal tijdens de behandeling gemonitord worden. Als u een hartafwijking heeft, zal er extra monitoring op de vitale functies worden uitgevoerd.
Kinderen
Dit geneesmiddel wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen op basis van onvoldoende gegevens op gebied van werkzaamheid, veiligheid en aanbevolen doseringen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Neemt u naast Fenylefrine Unimedic nog andere geneesmiddelen in, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Gebruik geen Fenylefrine Unimedic met: - iproniazide, nialamide (tegen depressie)
De volgende geneesmiddelen kunnen bij gelijktijdig gebruik van invloed zijn of beïnvloed worden :
-
dihydroergotamine, ergotamine, methylergometrine, methysergide (tegen migraine).
-
linezolid (als antibioticum).
-
bromocriptine, cabergoline, lisuride, pergolide (tegen de ziekte van Parkinson)
-
desipramine, imipramine, nortriptyline, moclobemide, toloxatone, minalcipram, venlafaxine (tegen depressie)
-
verdovingsmiddelen die worden ingeademd (desfluraan, enfluraan, halothaan, isofluraan, methoxyfluraan, sevofluraan)
-
geneesmiddelen tegen hoge bloeddruk (guanethidine)
-
geneesmiddelen tegen hartfalen en bepaalde onregelmatige hartritmes (cardiale glycosiden)
-
geneesmiddelen tegen abnormale hartritmes (quinidine)
-
geneesmiddelen die gebruikt worden tijdens de bevalling (oxytocine)
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Zwangerschap
Dit geneesmiddel dient niet gebruikt te worden tijdens de zwangerschap tenzij absoluut noodzakelijk.
Borstvoeding
Dit geneesmiddel dient niet gebruikt te worden tijdens borstvoeding tenzij absoluut noodzakelijk. Echter, na eenmalige toediening tijdens de bevalling, is borstvoeding mogelijk.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Niet van toepassing
Fenylefrine Unimedic bevat natrium
Elke 2 ml ampul (met 1 ml oplossing) bevat 0,2 mmol ( 3,7 mg) natrium. Dit betekent dat het minder dan 1 mmol natrium (23 mg) bevat, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.