Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet geven?
Uw kind is allergisch voor een van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
Als dit voor uw kind geldt, licht dan zijn/haar arts onmiddellijk in en geef Viread niet.
Wanneer moet uw kind extra voorzichtig zijn met dit middel?
- Viread 123 mg tabletten zijn bij HIV alleen geschikt voor kinderen die reeds zijn behandeld met andere HIV-geneesmiddelen die niet meer volledig effectief zijn als gevolg van de ontwikkeling van resistentie of die bijwerkingen hebben veroorzaakt.
- Controleer de leeftijd en het gewicht van uw kind om te zien of Viread 123 mg tabletten geschikt zijn; zie Kinderen en jongeren tot 18 jaar.
Neem contact op met de arts of apotheker van uw kind voordat u dit middel geeft.
- Het risico op overdracht van HBV op anderen door seksueel contact of contact met besmet bloed wordt niet verminderd door Viread. Spreek met de arts van uw kind over de voorzorgsmaatregelen die nodig zijn om het besmetten van andere mensen te voorkomen.
-
Neem contact op met de arts of apotheker van uw kind als uw kind een nierziekte heeft gehad of als onderzoeken problemen met zijn/haar nieren aan het licht hebben gebracht.
Viread mag niet worden gegeven aan kinderen die problemen met de nieren hebben. Viread kan de nieren van uw kind aantasten tijdens de behandeling. Voordat met de behandeling begonnen wordt, kan de arts van uw kind bloedonderzoeken laten doen om de nierfunctie van uw kind te beoordelen. De arts van uw kind kan ook tijdens de behandeling bloedonderzoeken laten doen om te controleren hoe de nieren van uw kind werken.
Viread wordt gewoonlijk niet gebruikt met andere geneesmiddelen die de nieren van uw kind kunnen beschadigen (zie Neemt uw kind nog andere geneesmiddelen in?). Indien dit onvermijdbaar is, zal de arts van uw kind de nierfunctie van uw kind eenmaal per week controleren. -
Botproblemen. Sommige volwassen patiënten met HIV die antiretrovirale combinatietherapie krijgen, kunnen een botaandoening ontwikkelen die osteonecrose wordt genoemd (afsterven van botweefsel veroorzaakt door verminderde bloedtoevoer naar het bot). Er zijn vele risicofactoren die de kans op ontwikkeling van deze aandoening vergroten, onder andere de duur van de antiretrovirale combinatietherapie, gebruik van corticosteroïden, alcoholgebruik, ernstige immunosuppressie (onderdrukking van de natuurlijke afweer) en een hoge Body Mass Index (overgewicht). Verschijnselen van osteonecrose zijn stijfheid en pijn in de gewrichten (in het bijzonder in de heupen, knieën en schouders) en moeilijk kunnen bewegen. Wanneer u een van deze verschijnselen opmerkt, licht dan de arts van uw kind in.
Botproblemen (die zich uiten als aanhoudende of erger wordende botpijn, en soms tot botbreuken leiden) kunnen ook optreden als gevolg van beschadiging van de tubuluscellen van de nieren (zie rubriek 4, Mogelijke bijwerkingen). Vertel het de arts van uw kind als uw kind botpijn of -breuken heeft.
Tenofovirdisoproxil kan ook verlies van botmassa veroorzaken. Het duidelijkste botverlies werd waargenomen in klinische onderzoeken wanneer patiënten werden behandeld met tenofovirdisoproxil in combinatie met een versterkte proteaseremmer.
Over het algemeen geldt dat het effect van tenofovirdisoproxil op de botgezondheid op lange termijn en het toekomstige risico op breuken bij volwassenen en kinderen onzeker zijn.
Vertel het de arts van uw kind als uw kind lijdt aan botontkalking (osteoporose). Patiënten met botontkalking hebben een hoger risico op breuken.
-
Overleg met de arts van uw kind als uw kind een leverziekte, waaronder hepatitis (leverontsteking), heeft of vroeger gehad heeft. Patiënten met een leverziekte, waaronder chronische hepatitis B of C, die behandeld worden met antiretrovirale middelen, lopen een verhoogd risico op ernstige en potentieel fatale levercomplicaties. Als uw kind een hepatitis B-infectie heeft, zal de arts van uw kind zorgvuldig overwegen wat de beste
behandeling voor hem/haar is. Indien uw kind een leverziekte of chronische hepatitis B-infectie heeft of vroeger gehad heeft, kan de arts van uw kind bloedonderzoeken laten verrichten om zijn/haar leverfunctie te controleren. -
Let op infecties. Als uw kind een voortgeschreden HIV-infectie (AIDS) heeft en een infectie heeft, kan het symptomen van infectie en ontsteking, of verslechtering van de symptomen van een bestaande infectie ontwikkelen, zodra wordt begonnen met de behandeling met Viread.
Deze symptomen kunnen erop duiden dat het verbeterde immuunsysteem (natuurlijke afweer) van uw kind zich tegen een infectie teweer stelt. Let op verschijnselen van ontsteking of infectie zodra uw kind begint met het innemen van Viread. Als u verschijnselen van ontsteking of infectie waarneemt, licht de arts van uw kind dan onmiddellijk in.
Naast opportunistische infecties, kunnen ook auto-immuunziekten (een aandoening die ontstaat wanneer het immuunsysteem gezond lichaamsweefsel aanvalt) optreden nadat uw kind is gestart met het innemen van geneesmiddelen voor de behandeling van zijn/haar HIV-infectie. Auto- immuunziekten kunnen vele maanden na het starten van de behandeling optreden. Als u merkt dat uw kind symptomen van een infectie krijgt of andere symptomen zoals spierzwakte, zwakte die begint in de handen en voeten en zich naar boven verplaatst in de richting van de romp van het lichaam, hartkloppingen, beven of hyperactiviteit, neem dan voor de vereiste behandeling onmiddellijk contact op met de arts van uw kind.
Kinderen en jongeren tot 18 jaar
Viread 123 mg tabletten zijn alleen geschikt voor:
- met HIV-1 geïnfecteerde kinderen in de leeftijd van 6 tot jonger dan 12 jaar die 17 kg tot minder dan 22 kg wegen en die reeds zijn behandeld met andere HIV-geneesmiddelen die niet meer volledig effectief zijn als gevolg van de ontwikkeling van resistentie of die bijwerkingen hebben veroorzaakt.
- met HBV geïnfecteerde kinderen in de leeftijd van 6 tot jonger dan 12 jaar die 17 kg tot minder dan 22 kg wegen.
Viread 123 mg tabletten zijn niet geschikt voor de volgende groepen:
- Niet voor kinderen die minder dan 17 kg of 22 kg of meer wegen. Neem contact op met de arts van uw kind als het gewicht van uw kind buiten het toegestane bereik valt.
- Niet voor kinderen jonger dan 6 jaar en jongeren van 12 tot 18 jaar.
Zie rubriek 3, Hoe neemt uw kind dit middel in?, voor de dosering.
Gebruikt uw kind nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt uw kind naast Viread nog andere geneesmiddelen, heeft uw kind dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat uw kind binnenkort andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan de arts of apotheker van uw kind.
- Stop niet met het gebruik van andere anti-HIV-geneesmiddelen die de arts van uw kind heeft voorgeschreven wanneer uw kind begint met het innemen van Viread als hij/zij zowel HBV als HIV heeft.
- Geef Viread niet als uw kind reeds andere geneesmiddelen inneemt die tenofovirdisoproxil of tenofoviralafenamide bevatten. Geef Viread niet tegelijkertijd met geneesmiddelen die adefovirdipivoxil bevatten (een middel dat wordt gebruikt voor de behandeling van chronische hepatitis B).
-
Het is erg belangrijk de arts van uw kind in te lichten als uw kind andere geneesmiddelen gebruikt die zijn/haar nieren kunnen beschadigen.
Deze omvatten:- aminoglycosiden, pentamidine of vancomycine (tegen bacteriële infecties),
- amfotericine B (tegen schimmelinfecties),
- foscarnet, ganciclovir of cidofovir (tegen virusinfecties),
- interleukine-2 (voor behandeling van kanker),
- adefovirdipivoxil (tegen HBV),
- tacrolimus (voor het onderdrukken van het immuunsysteem),
- niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s, voor het verlichten van bot- of spierpijn).
- Andere geneesmiddelen die didanosine bevatten (tegen HIV-infectie): Het gebruik van Viread met andere antivirale geneesmiddelen die didanosine bevatten, kan de bloedspiegels van didanosine doen stijgen en het aantal CD4-cellen doen afnemen. Zelden is melding gemaakt van ontsteking van de alvleesklier en van melkzuuracidose (te veel melkzuur in het bloed), die soms overlijden veroorzaakte, wanneer geneesmiddelen met tenofovirdisoproxil en didanosine samen werden ingenomen. De arts van uw kind zal zorgvuldig overwegen of uw kind met combinaties van tenofovir en didanosine behandeld zal worden.
- Het is ook belangrijk om uw arts in te lichten als u ledipasvir/sofosbuvir, sofosbuvir/velpatasvir of sofosbuvir/velpatasvir/voxilaprevir krijgt ter behandeling van een hepatitis-C-infectie.
Waarop moet uw kind letten met eten en drinken?
Geef Viread met voedsel (bijvoorbeeld een maaltijd of tussendoortje).
Zwangerschap en borstvoeding
Is uw kind zwanger, denkt uw kind zwanger te zijn of geeft uw kind borstvoeding? Neem dan contact op met de arts of apotheker van uw kind voordat uw kind dit geneesmiddel gebruikt.
- Indien uw kind tijdens haar zwangerschap Viread heeft gebruikt, zal de arts van uw kind regelmatige bloedonderzoeken en andere diagnostische onderzoeken willen doen om de ontwikkeling van de baby te controleren. Bij kinderen van wie de moeder geneesmiddelen zoals Viread (NRTI’s) heeft gebruikt tijdens de zwangerschap, woog het voordeel van de bescherming tegen het virus op tegen het risico op bijwerkingen.
- Als uw kind geïnfecteerd is met het hepatitis B-virus en de baby van uw kind een behandeling heeft gekregen om de overdracht van hepatitis B bij de geboorte te voorkomen, dan kan uw kind mogelijk borstvoeding geven aan haar baby, maar neem eerst contact op met de arts van uw kind voor meer informatie.
- Heeft uw kind HIV? Laat haar dan geen borstvoeding geven. Het HIV-virus kan in de moedermelk komen. De baby kan daardoor ook HIV krijgen. Geeft uw kind borstvoeding? Of
wil uw kind borstvoeding geven? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de arts van uw kind.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Viread kan duizeligheid veroorzaken. Als uw kind zich duizelig voelt wanneer het Viread inneemt, mag het geen voertuig besturen of met de fiets rijden en mag het geen machines of gereedschap gebruiken.
Viread bevat lactose
Licht de arts van uw kind in voordat u Viread geeft. Als u van de arts van uw kind te horen heeft gekregen dat uw kind bepaalde suikers niet verdraagt, overleg dan met de arts van uw kind voordat uw kind dit geneesmiddel gebruikt.
Viread bevat natrium
Dit middel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per tablet, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is.
Advertentie