Welke stoffen zitten er in dit medicijn?
De werkzame stof in dit medicijn is atracuriumbesilaat. 1 ml Atracurium-hameln bevat 10 mg atracuriumbesilaat.
Een ampul met 2,5 ml oplossing bevat 25 mg atracuriumbesilaat Een ampul met 5,0 ml oplossing bevat 50 mg atracuriumbesilaat.
De andere stoffen in dit medicijn zijn water voor injectie en benzeensulfonzuur.
Hoe ziet Atracurium-hameln eruit en wat zit er in een verpakking?
Atracurium-hameln is een heldere en kleurloze oplossing voor injectie/infusie.
3 ml of 5 ml heldere glazen ampullen. Doos met 5 ampullen met 2,5 of 5 ml Doos met 10 ampullen met 2,5 of 5 ml Doos met 5 x 10 ampullen met 2,5 of 5 ml
Niet alle verpakkingsvormen zullen in de handel komen.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen hameln pharma gmbh
Inselstraße 1
31787 Hameln Duitsland
In het register ingeschreven onder RVG 26792
Fabrikant
Siegfried Hameln GmbH
Langes Feld 13
31789 Hameln
Duitsland
Dit medicijn is geregistreerd in lidstaten van de EEA onder de volgende namen
DE: Atracurium-hameln 10 mg/ml Injektions-/Infusionslösung
IT: Atracurium-hameln 10 mg/ml soluzione iniettabile o per infusione NL: Atracurium-hameln 10 mg/ml oplossing voor injectie/infusie
ES: Besilato de Atracurio-hameln 10 mg/ml solución inyectable y para perfusión EFG SE: Atracurium-hameln 10 mg/ml injektions-/infusions vätska, lösning
UK: Atracurium besilate 10 mg/ml solution for injection/infusion
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2021.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
BEREIDINGSINSTRUCTIE VOOR:
Atracurium-hameln 10 mg/ml, oplossing voor injectie/infusie
Het is belangrijk, dat u de gehele inhoud van deze handleiding doorleest voor u het geneesmiddel gaat verwerken.
Onverenigbaarheden
Atracuriumbesilaat wordt geïnactiveerd door een hoge pH en mag dus niet in dezelfde spuit gemengd worden met thiopentone of enig ander alkalisch agens.
Daarom dient de canule gespoeld te worden tussen de infusie van atracuriumbesilaat en thiopentone teneinde de vorming van aggregaten, die een anafylactoïde reactie zouden kunnen veroorzaken, te voorkomen.
Instructies voor verwerking
Atracuriumbesilaat is verenigbaar met de volgende oplossingen voor infusie.
Infusie-oplossing
|
Stabiliteitsperiode
|
|
|
1.Natriumchloride intraveneuze infusie BP (0,9% g/v)
|
24 uur
|
2.Glucose intraveneuze infusie BP (5% g/v)
|
8 uur
|
3.Ringer oplossing USP
|
8 uur
|
4.Natriumchloride (0,18% g/v) + Glucose (4% g/v)
|
8 uur
|
intraveneuze infusie BP
|
|
5.Samengestelde natriumlactaat intraveneuze infusie BP
|
4 uur
|
(Hartmann’s oplossing voor injectie)
|
|
Wanneer met deze oplossingen verdund wordt voor het verkrijgen van atracuriumbesilaatconcentraties van 0,5 mg/ml en meer, zullen de resulterende oplossingen bij daglicht stabiel blijven gedurende de aangegeven tijdsduur bij temperaturen tot 30°C.
Dosering en wijze van toedienen
Atracurium-hameln wordt gebruikt voor intraveneuze injectie of infusie.
Voor éénmalig gebruik. Niet gebruikte oplossing uit geopende ampullen moet worden weg gegooid.
Zoals met alle neuromusculaire blokkers, wordt volgen van de neuromusculaire functie aanbevolen tijdens het gebruik van atracuriumbesilaat om de individuele doseringsvereisten te bepalen.
Gebruik als injectie bij volwassenen
Atracurium-hameln wordt toegediend als intraveneuze injectie en mag niet intramusculair toegediend worden.
Relaxatie
De aanbevolen dosering bij volwassenen bedraagt 0,3 tot 0,6 mg atracuriumbesilaat/kg (afhankelijk van de gewenste duur van een volledig blok). Deze dosering zal leiden tot een adequate relaxatie gedurende ongeveer 15 tot 35 minuten.
Intubatie
Endotracheale intubatie kan gewoonlijk bereikt worden binnen 90 seconden na de intraveneuze injectie van 0,5 tot 0,6 mg atracuriumbesilaat/kg.
Herhaalde dosering
Een volledig blok kan verlengd worden door aanvullende doseringen van 0,1 tot 0,2 mg atracuriumbesilaat/kg. Over het algemeen is de eerste onderhoudsdosering 20 tot
45 minuten na de initiële bolus injectie vereist, daarna in de regel met intervallen van 15 tot 25 minuten. De noodzaak voor onderhoudsdoseringen dient echter bepaald te worden door de individuele behoeften en reacties van de patiënt.
Opeenvolgende aanvullende doseringen geven geen aanleiding tot accumulatie van het neuromusculair blokkerend effect.
Zoals bepaald aan de hand van het herstel van de tetanie-respons tot 95% van de normale neuromusculaire functie, treedt spontaan herstel ongeveer 35 minuten na een volledig blok op.
Zodra een spontaan herstel duidelijk blijkt, kan het neuromusculaire blok, dat door atracuriumbesilaat wordt veroorzaakt, snel teniet gedaan worden door standaarddoseringen van anticholinesterasepreparaten, zoals neostigmine en edrofonium, in combinatie met of voorafgegaan door atropine of glycopyrrolaat, zonder tekenen van recurarisatie.
Gebruik als infusie bij volwassenen
Atracurium-hameln is hypotonisch en mag niet via het infusie-systeem, bestemd voor een bloedtransfusie, toegediend worden. In dit geval moet atracuriumbesilaat langs een afzonderlijke infusielijn worden toegediend.
Na een initiële bolusdosering van 0,3 tot 0,6 mg/kg kan atracuriumbesilaat, toegediend als een continu-infusie met een snelheid van 0,3 tot 0,6 mg/kg/uur, toegepast worden voor het handhaven van een neuromusculair blok gedurende langdurige chirurgische ingrepen.
Atracuriumbesilaat kan per infusie worden toegediend tijdens cardiopulmonaire bypass- chirurgie in de aanbevolen infusie-snelheden.
Geïnduceerde hypothermie met een lichaamstemperatuur van 25 tot 26°C vermindert de afbraaksnelheid van atracuriumbesilaat; daarom kan een volledig neuromusculair blok onderhouden worden met ongeveer de helft van de oorspronkelijke infusie-snelheid.
Atracurium-hameln kan worden verdund met de hierboven vermelde infusie-oplossingen.
Gebruik bij kinderen, bij oudere patiënten, bij patiënten met verminderde nier- en/of leverfunctie, bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen, bij patiënten met brandwonden en bij patiënten op de intensive care (ICU)
Gebruik bij kinderen
Op basis van het lichaamsgewicht is de dosering bij kinderen boven de leeftijd van één maand gelijk aan die voor volwassenen.
Gebruik bij neonaten
Het gebruik bij neonaten wordt niet aanbevolen omdat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn (zie rubriek 5.1). In geval van een noodzakelijk neuromusculair blok, ook in pasgeborenen of te vroeg geborenen, moet de dosering aanzienlijk worden verlaagd.
Gebruik bij oudere patiënten
Atracuriumbesilaat kan in de standaarddosering gebruikt worden bij oudere patiënten. Het is aanbevolen dat de initiële dosering op de ondergrens van het doseringsgebied zit en dat hij langzaam wordt toegediend.
Gebruik bij patiënten met verminderde nier- en/of leverfunctie
Atracuriumbesilaat kan in de standaarddosering gebruikt worden onafhankelijk van de ernst van de functiestoornis, met inbegrip van terminale insufficiëntie.
Gebruik bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen
Patiënten met ernstige cardiovasculaire aandoeningen kunnen gevoeliger reageren op voorbijgaande toestanden van hypotonie. Bij deze patiënten dient atracuriumbesilaat daarom langzaam toegediend te worden en/of verdeeld in doseringen over 1-2 minuten.
Gebruik bij patiënten met brandwonden
Zoals met andere niet-depolariserende neuromusculaire blokkers kan bij patiënten met brandwonden resistentie ontstaan. Bij dergelijke patiënten zijn mogelijk hogere doseringen nodig, afhankelijk van de tijd die is verstreken sinds het ontstaan van de brandwond en van de omvang van de brandwond.
Gebruik bij patiënten op de intensive care (ICU)
Wanneer atracuriumbesilaat nodig is voor een langdurige mechanische beademing op de intensive care, moet de voordeel/nadeel-balans van een neuromusculair blok in overweging genomen worden.
Na een optionele initiële bolusdosering van 0,3-0,6 mg/kg kan Atracuriumbesilaat gebruikt worden voor het handhaven van een neuromusculair blok door toedienen van een continu- infusie met een hoeveelheid tussen 11 en 13 microgram/kg/min (0,66-0,78 mg/kg/uur). Er is echter een grote variatie in de vereiste dosering tussen patiënten onderling. Patiënten kunnen een infusie-snelheid nodig hebben die slechts 4,5 microgram/kg/min (0,27 mg/kg/uur) bedraagt of veel hoger tot zelfs 29,5 microgram/kg/min (1,77 mg/kg/uur). Deze dosering kan in de tijd veranderen. Daarom moet de infusiesnelheid worden aangepast op geleide van de response van perifere zenuwen.
De snelheid van spontaan herstel uit een neuromusculair blok na infusie van atracuriumbesilaat bij patiënten op de intensive care is onafhankelijk van de toedieningsduur. Spontaan herstel kan verwacht worden uit een reeks-van-vier verhouding van meer dan 0,75 (de verhouding van de piek van de vierde tot de eerste contractie in een reeks van vier), die gemiddeld na ongeveer 60 minuten optreedt, met een spreiding van 32-108 minuten (n=6), wat in de klinische studies werd waargenomen.