Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn?
Wanneer mag u dit middel niet innemen?
- u bent allergisch (overgevoelig) bent voor metoprolol, voor andere bètablokkers of voor een van de anderestoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder rubriek 6.
- als u hartgeleidingsstoornissen of hartritmeproblemen heeft (2e- of 3e-graads
AV-blok of 'sick sinussyndroom').
- als u onbehandeld hartfalen hebt, een behandeling krijgt om de samentrekkingen van het hart te laten toenemen of in shock verkeert als gevolg van hartproblemen.
- als u lijdt aan ernstig geblokkeerde bloedvaten, inclusief problemen met de bloedsomloop (waardoor uw vingers en tenen gaan tintelen, of bleek of blauw worden).
- als u een langzame hartslag hebt (minder dan 50 slagen/minuut).
- als u een lage bloeddruk hebt.
- als ulijdt aan een verhoogd zuurgehalte van uw bloed (metabole acidose).
- als u lijdt aan ernstige astma of COPD (chronische obstructieve pulmonale aandoening).
- als u monoamineoxidaseremmers gebruikt (MAOI's). Zie ook 'Gebruik met andere geneesmiddelen'.
- als u hartfalen heeft, en uw bloeddruk herhaaldelijk onder de 100 mmHg komt.
- als u andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt, zoals verapamil en diltiazem. Zie ook 'Gebruik met andere geneesmiddelen'.
- als u middelen tegen hartritmestoornissen (anti-aritmica) gebruikt, zoals disopyramide. Zie ook 'Gebruik met andere geneesmiddelen'.
- als u lijdt aan onbehandeld feochromocytoom (hoge bloeddruk als gevolg van
een tumor van het bijniermerg).
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel inneemt als u:
- astma hebt.
- diabetes mellitus hebt (een lage bloedsuikerspiegel kan door dit geneesmiddel gemaskeerd worden).
- lijdt aan feochromocytoom (hoge bloeddruk als gevolg van een tumor van het bijniermerg).
- een behandeling krijgt om allergische reacties te verminderen. Metoprolol tabletten kunnen de overgevoeligheid verhogen voor de stoffen waar u allergisch voor bent, en de ernst van de allergische reacties vergroten.
- een overactieve schildklier hebt (verschijnselen zoals verhoogde hartslag, zweten, trillen, angst, verhoogde eetlust of gewichtsverlies kunnen door dit geneesmiddel gemaskeerd worden).
- psoriasis (ernstige huiduitslag) hebt of hebt gehad.
- als u een verdoving krijgt toegediend; vertel uw arts of tandarts dat u metoprolol
- tabletten gebruikt.
- lijdt aan problemen met de bloedsomloop (in de vingers, tenen, armen en benen).
- lijdt aan een hartgeleidingsstoornis (AV-blok).
- hartfalen hebt in combinatie met een van onderstaande factoren:
- een hartaanval of een aanval van angina pectoris in de afgelopen 28 dagen.
- een verminderde nier- of leverfunctie.
- jonger bent dan 40 jaar of ouder dan 80 jaar.
- ziekte van de hartkleppen.
- vergrote hartspier.
- een hartoperatie in de afgelopen 4 maanden.
- instabiel hartfalen (NYHA IV).
Gebruik met andere geneesmiddelen
Neemt u naast metoprololtartraat Accord nog andere geneesmiddelen in, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat innemen? Vertel dat dan uw arts of apotheker.
Gebruik metoprolol tabletten niet als u al een van onderstaande middelen gebruikt:
- Monoamineoxidaseremmers (MAOI's) tegen een depressie (deze kunnen het bloeddrukverlagend effect versterken).
- andere bloeddrukverlagende middelen, zoals verapamil en diltiazem (deze kunnen een langzame hartslag of een sterkere bloeddrukdaling veroorzaken).
- middelen tegen hartritmestoornissen (anti-aritmica) zoals disopyramide (dit kan de kans op een onregelmatige of langzame hartslag vergroten en de hartfunctie verminderen).
- floctafenine (kan de reacties van hart en bloedvaten vanwege lage bloeddruk of shock verminderen).
- sultopride (verhoogde kans op een onregelmatig hartritme).
Onderstaande geneesmiddelen kunnen het effect op de bloeddrukverlaging versterken:
- cimetidine (tegen maagzweren).
- hydralazine en clonidine (bloeddrukverlagende middelen).
- terbinafine (tegen schimmelinfecties).
- paroxetine, fluoxetine en sertraline (tegen depressies).
- hydroxychloroquine (tegen malaria).
- chloorpromazine, triflupromazine, chloorprotixeen (middelen tegen psychosen).
- amiodaron, kinidine en propafenon (tegen een onregelmatig hartritme).
- difenhydramine (een antihistamine).
- celecoxib (tegen pijn).
Onderstaande geneesmiddelen kunnen het effect op de bloeddrukverlaging verminderen:
- indometacine (tegen pijn).
- rifampicine (een antibioticum).
Andere geneesmiddelen die metoprolol kunnen beïnvloeden of door metoprolol beïnvloed kunnen worden:
- andere bètablokkers, bv. oogdruppels.
- adrenaline (epinefrine), noradrenaline (norepinefrine) of andere sympathomimetica.
- geneesmiddelen voor de behandeling van suikerziekte; de verschijnselen
van een lage bloedsuikerspiegel kunnen gemaskeerd worden.
- Lidocaïne.
- reserpine, alfa-methyldopa, guanfacine, hartglycosiden.
Gebruik van metoprolol tabletten met voedsel en drank
Alcohol kan het bloeddrukverlagend effect van metoprolol tabletten versterken.
Zwangerschap en borstvoeding
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Metoprolol tabletten worden niet aanbevolen tijdens de zwangerschap of de borstvoedingsperiode. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Metoprolol tabletten kunnen vermoeidheid en duizeligheid veroorzaken. Zorg ervoor dat u hier geen last van hebt voordat u gaat autorijden of machines gaat gebruiken, vooral als u overgeschakeld bent op een ander geneesmiddel of als u alcohol hebt gebruikt.
Advertentie