Het is belangrijk om het uw arts of verpleegkundige te vertellen als een of meer van de volgende punten op u van toepassing is. Als er iets is dat u niet begrijpt, vraag dan uw arts of verpleegkundige om uitleg.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U of uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U of uw kind heeft op dit moment een ernstige infectie met koorts. Uw arts zal beslissen wanneer het vaccin gegeven kan worden.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- Als u of uw kind ooit een allergische reactie heeft gehad op een eerdere dosis VAQTA Junior.
- Als u of uw kind ooit bloedstollingsproblemen heeft gehad die als gevolg hebben dat u/uw kind snel blauwe plekken oploopt of langdurig bloedt bij kleine wondjes (bijvoorbeeld door een bloedingsstoornis of behandeling met bloedverdunners).
- Als u of uw kind een verzwakt immuunsysteem heeft als gevolg van kanker, behandelingen die het immuunsysteem aantasten of andere ziektes. Het vaccin beschermt dan mogelijk minder goed dan bij mensen met een gezond immuunsysteem. Stel zo mogelijk de vaccinatie uit tot een dergelijke ziekte of behandeling voorbij is.
Het vaccin kan sporen bevatten van een antibioticum genaamd neomycine en een stof genaamd formaldehyde. Deze worden allebei gebruikt tijdens het vervaardigen van het vaccin en kunnen in kleine hoeveelheden aanwezig zijn in het vaccin.
De voorgevulde spuit bevat latex. Latex kan hevige allergische reacties veroorzaken.
Zoals bij elk vaccin kan het zijn dat VAQTA Junior niet alle gevaccineerde personen volledige bescherming biedt.
Vertel het uw arts als u of uw kind in het verleden geelzucht hebt gehad of in een gebied hebt gewoond waar hepatitis A veel voorkomt. Uw arts zal bepalen of u of uw kind voorafgaand aan de vaccinatie getest moet worden op hepatitis A-antilichamen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Andere vaccins
Omdat VAQTA Junior geen levende bacteriën of virussen bevat, kan het over het algemeen tegelijkertijd met andere vaccins gegeven worden. De injectie moet wel op een andere plaats gegeven worden (een ander lichaamsdeel, bijv. de andere arm of het andere been). VAQTA Junior mag niet met andere vaccins gemengd worden in dezelfde spuit. Onderzoek heeft aangetoond dat VAQTA Junior gelijktijdig met de volgende vaccins mag worden toegediend:
mazelen-, bof-, rodehond-, waterpokken-, 7-valent pneumokokkenconjugaat, geïnactiveerd poliovirus- , difterietoxoïd-, tetanustoxoïd-, kinkhoest- (acellulair) en Haemophilus influenzae b-vaccin.
Bij volwassenen mag VAQTA gelijktijdig met gele koorts- en polysaccharide tyfusvaccins gegeven worden.
Immunoglobuline (antistoffen)
Soms zal een injectie met menselijk immunoglobuline (antilichamen) worden gegeven om te proberen u of uw kind te beschermen totdat het vaccin begint te werken. VAQTA Junior mag gelijktijdig met menselijk immunoglobuline (antilichamen) worden gegeven. De twee injecties moeten dan op verschillende plaatsen worden gegeven.
Geneesmiddelen die invloed hebben op het immuunsysteem of het bloed
Zie de rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’ hierboven.
Gebruikt u of uw kind naast VAQTA Junior nog andere geneesmiddelen, of heeft u of uw kind dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Zwangerschap en borstvoeding
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u of uw kind zwanger bent/is, denkt dat u of uw kind wellicht zwanger bent/is, probeert om zwanger te worden, borstvoeding geeft of borstvoeding wilt geven. Uw arts kan adviseren of u of uw kind gevaccineerd moet worden of niet.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat VAQTA Junior de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen beïnvloedt.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van VAQTA Junior:
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (1,77 mg) per dosis, d.w.z. dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.
Het is belangrijk om het uw arts of verpleegkundige te vertellen als een of meer van de volgende punten op u van toepassing is. Als er iets is dat u niet begrijpt, vraag dan uw arts of verpleegkundige om uitleg.
Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U of uw kind bent/is allergisch voor een van de stoffen die in dit geneesmiddel zitten. Deze stoffen kunt u vinden onder punt 6.
- U of uw kind heeft op dit moment een ernstige infectie met koorts. Uw arts zal beslissen wanneer het vaccin gegeven kan worden.
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- Als u of uw kind ooit een allergische reactie heeft gehad op een eerdere dosis VAQTA Junior.
- Als u of uw kind ooit bloedstollingsproblemen heeft gehad die als gevolg hebben dat u/uw kind snel blauwe plekken oploopt of langdurig bloedt bij kleine wondjes (bijvoorbeeld door een bloedingsstoornis of behandeling met bloedverdunners).
- Als u of uw kind een verzwakt immuunsysteem heeft als gevolg van kanker, behandelingen die het immuunsysteem aantasten of andere ziektes. Het vaccin beschermt dan mogelijk minder goed dan bij mensen met een gezond immuunsysteem. Stel zo mogelijk de vaccinatie uit tot een dergelijke ziekte of behandeling voorbij is.
Het vaccin kan sporen bevatten van een antibioticum genaamd neomycine en een stof genaamd formaldehyde. Deze worden allebei gebruikt tijdens het vervaardigen van het vaccin en kunnen in kleine hoeveelheden aanwezig zijn in het vaccin.
De flacon bevat latex. Latex kan hevige allergische reacties veroorzaken.
Zoals bij elk vaccin kan het zijn dat VAQTA Junior niet alle gevaccineerde personen volledige bescherming biedt.
Vertel het uw arts als u of uw kind in het verleden geelzucht hebt gehad of in een gebied hebt gewoond waar hepatitis A veel voorkomt. Uw arts zal bepalen of u of uw kind voorafgaand aan de vaccinatie getest moet worden op hepatitis A-antilichamen.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Andere vaccins
Omdat VAQTA Junior geen levende bacteriën of virussen bevat, kan het over het algemeen tegelijkertijd met andere vaccins gegeven worden. De injectie moet wel op een andere plaats gegeven worden (een ander lichaamsdeel, bijv. de andere arm of het andere been). VAQTA Junior mag niet met andere vaccins gemengd worden in dezelfde spuit. Onderzoek heeft aangetoond dat VAQTA Junior gelijktijdig met de volgende vaccins mag worden toegediend:
mazelen-, bof-, rodehond-, waterpokken-, 7-valent pneumokokkenconjugaat, geïnactiveerd poliovirus- , difterietoxoïd-, tetanustoxoïd-, kinkhoest- (acellulair) en Haemophilus influenzae b-vaccin.
Bij volwassenen mag VAQTA gelijktijdig met gele koorts- en polysaccharide tyfusvaccins gegeven worden.
Immunoglobuline (antistoffen)
Soms zal een injectie met menselijk immunoglobuline (antilichamen) worden gegeven om te proberen u of uw kind te beschermen totdat het vaccin begint te werken. VAQTA Junior mag gelijktijdig met menselijk immunoglobuline (antilichamen) worden gegeven. De twee injecties moeten dan op verschillende plaatsen worden gegeven.
Geneesmiddelen die invloed hebben op het immuunsysteem of het bloed
Zie de rubriek ‘Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?’ hierboven.
Gebruikt u of uw kind naast VAQTA Junior nog andere geneesmiddelen, of heeft u of uw kind dat kort geleden gedaan? Vertel dat dan uw arts of apotheker. Dat geldt ook voor geneesmiddelen waar u geen voorschrift voor nodig heeft.
Zwangerschap en borstvoeding
Vertel het uw arts of verpleegkundige als u of uw kind zwanger bent/is, denkt dat u of uw kind wellicht zwanger bent/is, probeert om zwanger te worden, borstvoeding geeft of borstvoeding wilt geven. Uw arts kan adviseren of u of uw kind gevaccineerd moet worden of niet.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Er zijn geen gegevens die erop wijzen dat VAQTA Junior de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen beïnvloedt.
Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van VAQTA Junior:
Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (1,77 mg) per dosis, d.w.z. dat het in wezen
‘natriumvrij’ is.