Neem Paroxetine niet in
-
als u geneesmiddelen genaamd monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers, waaronder moclobemide) gebruikt, of deze op enig moment in de afgelopen twee weken hebt gebruikt. Uw arts zal u adviseren hoe u Paroxetine moet beginnen in te nemen, nadat u met het gebruik van de MAO-remmers bent gestopt.
-
als u een antipsychoticum (middel tegen psychose, ernstige geestesziekte) genaamd thioridazine of een antipsychoticum genaamd pimozide gebruikt.
-
als u allergisch (overgevoelig) bent voor paroxetine of een van de andere bestanddelen van Paroxetine (die hieronder opgesomd zijn).
Wanneer een van deze omstandigheden op u van toepassing is, vertel dit dan aan uw arts maar neem nog geen Paroxetine in.
Wees extra voorzichtig met Paroxetine
Raadpleeg uw arts
- Gebruikt u andere geneesmiddelen (zie “Inname met andere geneesmiddelen”, in deze bijsluiter)?
- Heeft u problemen met nieren, lever of hart?
- Heeft u epilepsie of heeft u in het verleden epileptische aanvallen gehad?
- Heeft u ooit manische perioden gehad (overactief gedrag of overdreven opgewektheid)?
- Ondergaat u elektro-convulsie therapie (ECT)?
- Heeft u in het verleden een bloedingsstoornis gehad of gebruikt u geneesmiddelen die een verhoogd risico op bloedingen geven (dit zijn onder meer bloedverdunners zoals warfarine, antipsychotica zoals perfenazine of clozapine, tricyclische antidepressiva, pijnstillende en ontstekingsremmende middelen genaamd non-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen of NSAID´s zoals acetylsalicylzuur, ibuprofen, celecoxib, etodolac, diclofenac, meloxicam)?
- Heeft u diabetes?
- Volgt u een zoutarm dieet?
- Lijdt u aan glaucoom (verhoogde oogboldruk)?
- Bent u zwanger of van plan zwanger te worden (zie “Zwangerschap en borstvoeding”, in deze bijsluiter)?
- Bent u jonger dan 18 jaar (zie “Kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar”, in de bijsluiter)?
Als uw antwoord op een van de bovenstaande vragen JA is, en u heeft dit nog niet besproken met uw arts, ga dan terug naar uw arts en bespreek of u Paroxetine mag gebruiken.
Kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar
Paroxetine mag in het algemeen niet worden gebruikt door kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. Ook moet u weten dat patiënten jonger dan 18 jaar een verhoogd risico hebben op bijwerkingen
Gerenvooieerde versie
PAROXETINE (ALS HCL HEMIHYDRAAT) 20 MG PCH filmomhulde tabletten
zoals zelfmoordpogingen, zelfmoordgedachten en vijandigheid (voornamelijk agressie, oppositioneel gedrag en woede) als zij dit soort geneesmiddelen gebruiken. Toch kan uw arts Paroxetine voorschrijven aan patiënten jonger dan 18 jaar, omdat hij/zij besluit dat dit de beste behandeling voor hen is. Als uw arts Paroxetine heeft voorgeschreven voor een patiënt jonger dan 18 jaar en u wilt dit bespreken, dan wordt u verzocht contact op te nemen met uw arts. Indien zich bij patiënten jonger dan 18 jaar één van de hiervoor beschreven symptomen ontwikkelt of verslechtert bij inname van Paroxetine, dan moet u uw arts informeren. Ook ontbreken nog lange-termijn veiligheidsgegevens van Paroxetine over groei, ontwikkeling en cognitieve en gedragsontwikkeling in deze leeftijdsgroep.
In studies waarin personen onder de 18 jaar paroxetine kregen, ervaarden minder dan 1 op de 10 kinderen/adolescenten: een toename in zelfmoordgedachten en zelfmoordpogingen, het zichzelf opzettelijk letsel toebrengen, vijandig gedrag, agressief of onvriendelijk gedrag, gebrek aan eetlust, trillen, abnormaal zweten, hyperactiviteit (te veel energie hebben), opwinding (agitatie), emotionele verandering (waaronder huilen en stemmingswisselingen). Deze studies toonden bovendien aan dat dezelfde symptomen konden worden waargenomen bij kinderen en adolescenten die suikerpillen (placebo) gebruikten in plaats van paroxetine, hoewel het bij hen minder vaak werd waargenomen.
Enkele patiënten in deze studies bij personen onder de 18 jaar hadden ontwenningsverschijnselen als ze stopten met het gebruik van paroxetine. Deze effecten waren over het algemeen gelijk aan die, die worden waargenomen bij volwassenen die stopten met het gebruik van paroxetine (zie rubriek 3 “Hoe wordt Paroxetine ingenomen”, in deze bijsluiter). Bovendien ervaarden patiënten jonger dan 18 jaar ook vaak (bij minder dan 1 op de 10) maagpijn, zenuwachtigheid en emotionele verandering (waaronder huilen, stemmingswisselingen, poging tot zelfbeschadiging, zelfmoordgedachten of zelfmoordpogingen).
Gedachten over zelfmoord en verergering van uw depressie of angststoornis
Als u depressief bent en/of lijdt aan angststoornissen kunt u soms gedachten hebben over zelfbeschadiging of zelfmoord. Deze gedachten kunnen toenemen als u voor het eerst middelen tegen depressie (antidepressiva) gaat innemen, aangezien deze geneesmiddelen allemaal de tijd nodig hebben, in het algemeen ongeveer 2 weken of soms langer, om te gaan werken.
U heeft een meer waarschijnlijke kans dat u dit soort gedachten vertoont:
- als u al eerder gedachten heeft gehad over zelfmoord of zelfbeschadiging
- als u een jong volwassene bent. Informatie uit klinische onderzoeken heeft een toegenomen risico aangetoond op zelfmoordgedrag bij jonge volwassenen jonger dan 25 jaar oud met psychiatrische aandoeningen die behandeld werden met een antidepressivum.
Als u op enig moment gedachten over zelfbeschadiging of zelfmoord hebt, neem dan direct contact op met uw arts of ga direct naar het ziekenhuis.
Het kan helpen als u een vriend of familielid vertelt dat u zich depressief voelt of dat u lijdt aan een angststoornis, en hen vragen deze bijsluiter te lezen. U kunt hen vragen u te vertellen of zij denken dat uw depressie of angststoornis erger wordt of dat zij zich zorgen maken over veranderingen in uw gedrag.
Belangrijke bijwerkingen waargenomen bij Paroxetine
Gerenvooieerde versie
PAROXETINE (ALS HCL HEMIHYDRAAT) 20 MG PCH filmomhulde tabletten
Sommige patiënten die Paroxetine gebruiken, kunnen acathisie ontwikkelen, een aandoening die gekenmerkt wordt door een innerlijk gevoel van rusteloosheid en bewegingsdrang, zoals niet kunnen stilzitten of stilstaan. Andere patiënten kunnen een zogenaamd serotoninesyndroom ontwikkelen, waarbij zich enkele of alle van de volgende symptomen kunnen voordoen: verwarring, rusteloosheid, zweten, trillen, rillen, hallucinaties (vreemde beelden of geluiden), plotselinge spiersamentrekkingen of een versnelde hartslag. Wanneer u een van deze symptomen herkent, waarschuw dan onmiddellijk uw behandelend arts. Voor meer informatie over deze of andere bijwerkingen van Paroxetine, zie rubriek 4 “Mogelijke bijwerkingen” in deze bijsluiter.
Botbreuken
Uit studies is gebleken dat bij patiënten die dit bepaalde antidepressiva gebruiken een hogere kans op botbreuken gezien is. De kans kan voorkomen tijdens de behandeling en is groter in de eerste maanden van de behandeling.
Inname met andere geneesmiddelen
Sommige geneesmiddelen kunnen de manier waarop Paroxetine werkt beïnvloeden, of kunnen ervoor zorgen dat er eerder bijwerkingen optreden. Paroxetine kan ook de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden, waaronder:
- geneesmiddelen genaamd monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers, waaronder moclobemide) - zie “Neem Paroxetine niet in”, in deze bijsluiter
- thioridazine of pimozide, dit zijn antipsychotica - zie “Neem Paroxetine niet in”, in deze bijsluiter
- acetylsalicylzuur, ibuprofen of andere geneesmiddelen genaamd NSAID´s (niet-steroïdale anti- inflammatoire geneesmiddelen) zoals celecoxib, etodolac, diclofenac en meloxicam, gebruikt tegen pijn en ontsteking
- tramadol, een pijnstiller
- geneesmiddelen genaamd triptanen, zoals sumatriptan, gebruikt om migraine te behandelen
- andere antidepressiva waaronder andere SSRI´s en tricyclische antidepressiva zoals clomipramine, nortriptyline en desipramine
- een voedingssupplement genaamd tryptofaan
- geneesmiddelen zoals lithium, risperidon, perfenazine, clozapine (genaamd antipsychotica), gebruikt om sommige psychiatrische aandoeningen te behandelen
- een combinatie van fosamprenavir en ritonavir, die wordt gebruikt om Humaan Immunodeficiëntie Virus (HIV) infecties te behandelen
- sint-janskruid, een kruidenbehandeling van depressie
- fenobarbital, fenytoïne, natriumvalproaat of carbamazepine, gebruikt om toevallen of epilepsie te behandelen
- atomoxetine, dat wordt gebruikt voor de behandeling van ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit)
- procyclidine, gebruikt om trillen te verlichten, in het bijzonder bij de ziekte van Parkinson
- warfarine of andere geneesmiddelen genaamd anticoagulantia die het bloed verdunnen
- propafenon, flecaïnide en geneesmiddelen gebruikt om een onregelmatige hartslag te behandelen
Gerenvooieerde versie
PAROXETINE (ALS HCL HEMIHYDRAAT) 20 MG PCH filmomhulde tabletten
- metoprolol, een bètablokker gebruikt om hoge bloeddruk en hartproblemen te behandelen
- rifampicine, gebruikt om tuberculose (tbc) en lepra te behandelen
- linezolide, een antibioticum
- fentanyl, gebruikt bij algemene verdoving of bij de behandeling van chronische pijn
- tamoxifen, gebruikt bij borstkanker en om de ovulatie de stimuleren tijdens vruchtbaarheidsbehandeling.
Als u momenteel geneesmiddelen van deze lijst gebruikt of ze onlangs gebruikt heeft, en u hebt dit nog niet met uw arts besproken, neem dan contact op met uw arts en vraag wat u moet doen. Het kan zijn dat de dosering aangepast moet worden of dat u andere geneesmiddelen voorgeschreven krijgt.
Vertel uw arts of apotheker dat u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen.
Inname van Paroxetine (als HCl hemihydraat) PCH met voedsel en drank
Wanneer u Paroxetine gebruikt, moet u geen alcohol drinken. Alcohol kan uw symptomen of bijwerkingen verergeren. Als u Paroxetine ’s morgens in combinatie met voedsel inneemt, reduceert dit de kans op misselijkheid.
Vruchtbaarheid. zwangerschap en borstvoeding
Als u al Paroxetine gebruikt en u bent er net achter gekomen dat u zwanger bent, moet u dit onmiddellijk aan uw arts laten weten. Ook als u van plan bent zwanger te worden, moet u dit aan uw arts vertellen. Dit is noodzakelijk omdat gegevens uit enkele onderzoeken bij vrouwen die tijdens de eerste maanden van hun zwangerschap zijn behandeld met Paroxetine suggereren dat de kinderen van deze moeders een mogelijk klein verhoogd risico hebben op een aangeboren afwijking van het hart. Uit deze studies bleek dat minder dan 2 op de 100 baby’s (2%) van wie de moeder tijdens de vroege zwangerschap paroxetine had gekregen, een aangeboren afwijking van het hart had, vergeleken met een normaal percentage van 1 op de 100 baby’s (1%) bij de algehele populatie. Als alle typen geboortedefecten in aanmerking worden genomen is er geen verschil tussen het aantal baby’s dat wordt geboren met geboortedefecten nadat hun moeders tijdens de zwangerschap Paroxetine hadden gebruikt, vergeleken met het totale aantal geboortedefecten dat in de gehele populatie voorkwam. U kunt in overleg met uw arts beslissen dat het beter voor u is om over te stappen op een andere behandeling of om geleidelijk te stoppen met het gebruik van Paroxetine terwijl u zwanger bent. Het kan echter zijn, afhankelijk van uw omstandigheden, dat uw arts voorstelt dat het beter voor u is om Paroxetine te blijven gebruiken.
Zorg dat uw verloskundige en/of arts weet dat u Paroxetine (als HCl hemihydraat) PCH gebruikt.
Gelijksoortige geneesmiddelen (SSRI’s) kunnen bij gebruik tijdens de zwangerschap het risico op een bepaalde ernstige aandoening bij baby’s verhogen. Deze aandoening wordt ‘persisterende pulmonale hypertensie van de pasgeborene’ (PPHN) genoemd en veroorzaakt een versnelde ademhaling en blauwachtige verkleuring van de huid van de baby. Deze verschijnselen beginnen meestal in de eerste 24 uur nadat de baby is geboren. Als dit met uw baby gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw verloskundige en/of arts.
Gerenvooieerde versie
PAROXETINE (ALS HCL HEMIHYDRAAT) 20 MG PCH filmomhulde tabletten
Als u Paroxetine in de laatste drie maanden van de zwangerschap blijft gebruiken, kan uw baby symptomen hebben bij de geboorte. Deze ontwenningsverschijnselen beginnen tijdens de eerste 24 uur na de geboorte. Deze verschijnselen zijn onder meer: niet goed kunnen slapen of niet goed gevoed kunnen worden, ademhalingsproblemen, een blauw aangelopen huid of het te heet of te koud hebben, misselijk zijn, veel huilen, stijve of slappe spieren, slaapzucht (lethargie), trillingen, rillen of epileptische aanvallen (insulten), hoge druk in de bloedvaten van de longen. Als uw baby een van deze symptomen heeft na de geboorte en u maakt zich zorgen, neem dan contact op met uw arts of verloskundige; zij zullen u kunnen adviseren.
Paroxetine kan in zeer kleine hoeveelheden in de moedermelk terechtkomen. Als u Paroxetine gebruikt dient u eerst met uw arts te overleggen voordat u begint met borstvoeding. Samen met uw arts kunt u beslissen dat u borstvoeding kunt geven tijdens het gebruik van Paroxetine.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Vruchtbaarheid
Uit dieronderzoek is gebleken dat paroxetine de kwaliteit van het sperma verlaagt. In theorie kan dit van invloed zijn op de vruchtbaarheid, maar tot nu toe is er geen effect op de vruchtbaarheid bij de mens waargenomen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Mogelijke bijwerkingen van Paroxetine zijn onder andere duizeligheid, verwardheid, slaperigheid of wazig zien. Als u deze bijwerkingen ervaart, rijd dan geen auto en bedien geen machines.