Gebruik Metformine HCl ratiopharm niet:
- Bij overgevoeligheid voor metforminehydrochloride of één van de hulpstoffen.
- Als u aan ernstige suikerziekte lijdt en er bij u, door een tekort aan insuline, een bepaalde toestand van verzuring in het bloed is ontstaan (ketoacidose).
- Als u aan ernstige suikerziekte lijdt en er bij u, door verzuring in het bloed, een schemertoestand voorafgaand aan bewusteloosheid optreedt (precoma diabeticum).
- Bij een verminderde nierfunctie.
- Bij aandoeningen die plotseling optreden en die tevens de werking van de nieren verminderen, mag Metformine HCl ratiopharm niet gebruikt worden. De nierfunctie kan verminderen bij uitdroging door onder andere diarree en/of braken, hoge koorts, ernstige infecties en shock. Dit geldt ook als u een onderzoek van bloedvaten en nieren moet ondergaan waarbij gebruikt wordt gemaakt van bepaalde (jodiumhoudende) contrastmiddelen.
- Als u aandoeningen heeft die kunnen leiden tot zuurstoftekort in de weefsels, zoals bijvoorbeeld een verminderde hart- of longfunctie, een recent hartinfarct en shock.
- Bij een verminderde leverfunctie, acute alcoholvergiftiging en overmatig alcoholgebruik.
- Als u borstvoeding geeft.
Wees extra voorzichtig met Metformine HCl ratiopharm:
- Bij patiënten met suikerziekte én een verminderde nierfunctie kan bij het gebruik van Metformine HCl ratiopharm in zeer zeldzame gevallen een ernstige verzuring van het bloed optreden. Deze verzuring ontstaat door een verhoogde melkzuurproductie als gevolg van
2 | rvg 34959 PIL 0912.1v.EV |
zuurstoftekort in de lichaamsweefsels (melkzuuracidose). Risicofactoren voor het ontstaan van melkzuuracidose zijn: slecht gereguleerde suikerziekte, verzuring in het bloed, langdurig vasten, overmatig alcoholgebruik, verminderde leverfunctie en omstandigheden waarbij zuurstoftekort in de weefsels kan optreden.
- Ook in situaties waarin een kans op een vermindering van de nierfunctie bestaat, moet u extra voorzichtig zijn met het gebruik van Metformine HCl ratiopharm. Bijvoorbeeld bij het begin van de behandeling van hoge bloeddruk, bij het begin van het gebruik van plaspillen (diuretica) of bij het gebruik van bepaalde pijnstillende middelen die ook een ontstekingsremmende en koortsverlagende werking hebben (NSAIDs). Bij oudere patiënten komt een verminderde nierfunctie vaker voor.
- Omdat jodiumhoudende contrastmiddelen voor een verminderde nierfunctie kunnen zorgen, zal uw arts u verzoeken om voor een onderzoek waarbij deze contrastmiddelen gebruikt worden, te stoppen met het innemen van Metformine HCl ratiopharm. Over het algemeen mag u Metformine HCl ratiopharm 48 uur na het onderzoek weer innemen (zie rubriek: "Gebruik Metformine HCl ratiopharm niet").
- Wanneer u een operatie onder algehele narcose moet ondergaan of een rugprik krijgt, moet u uw arts waarschuwen. De behandeling met Metformine HCl ratiopharm dient tijdelijk onderbroken te worden. Over het algemeen mag u Metformine HCl ratiopharm 48 uur na de operatie weer innemen.
- Ook tijdens het gebruik van Metformine HCl ratiopharm is het belangrijk dat u op regelmatige tijden van de dag eet. Bent u vanwege uw gewicht op dieet, dan is het belangrijk dat u zich aan dit dieet blijft houden. Daarnaast moet u regelmatig de gebruikelijke laboratoriumtesten voor de controle van suikerziekte laten verrichten.
- Metformine HCl ratiopharm alleen kan geen te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) veroorzaken. Andere geneesmiddelen voor suikerziekte kunnen dit wel. Als u Metformine HCl ratiopharm in combinatie met één van deze middelen gebruikt, kan uw bloedsuikerspiegel te laag worden. Dat kan gekarakteriseerd worden door plotseling zweten, trillingen, hartkloppingen, opwinding en een sterk verhoogde eetlust (een ziekte die geeuwhonger heet). Indien de hypoglykemie vordert, zou u misschien bewusteloos kunnen worden.
- Bij kinderen en adolescenten zal de arts zowel de groei als de pubertijd zorgvuldig volgen.
In het begin van de behandeling is het belangrijk dat u regelmatig contact heeft met de voorschrijvend arts.
Raadpleeg uw arts indien één van bovenstaande waarschuwingen voor u van toepassing is of dat in het verleden is geweest.
Gebruik van Metformine HCl ratiopharm in combinatie met voedsel en drank:
Alcohol zorgt ervoor dat de kans op de bijwerking melkzuuracidose toeneemt. Daarom is het beter dat u geen alcoholische dranken en alcoholbevattende geneesmiddelen gebruikt.
Zwangerschap:
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Over het gebruik van metformine tijdens de zwangerschap zijn op dit moment onvoldoende gegevens bekend. Het gebruik van Metformine HCl ratiopharm wordt daarom afgeraden. Indien
3 | rvg 34959 PIL 0912.1v.EV |
u van plan bent zwanger te worden of wanneer u denkt dat u zwanger bent, bespreek dit dan met uw arts. Hij zal de behandeling met Metformine HCl ratiopharm onderbreken en u met insuline gaan behandelen.
Borstvoeding:
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.
Over het gebruik van metformine tijdens het geven van borstvoeding zijn op dit moment onvoldoende gegevens bekend. Het gebruik van Metformine HCl ratiopharm wordt daarom afgeraden. Indien u borstvoeding geeft, zal uw arts de behandeling met Metformine HCl ratiopharm onderbreken en u met insuline gaan behandelen. Indien dit niet mogelijk is, zult u de borstvoeding moeten stoppen.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines:
Als u alleen Metformine HCl ratiopharm en verder geen andere geneesmiddelen voor uw suikerziekte gebruikt, heeft Metformine HCl ratiopharm geen invloed op de rijvaardigheid of het gebruik van machines.
Als u naast Metformine HCl ratiopharm ook andere geneesmiddelen gebruikt voor uw suikerziekte, dan kan uw bloedsuikerspiegel soms te laag worden. In dat geval neemt het vermogen om actief aan het verkeer deel te nemen of om machines te gebruiken af.
Gebruik van Metformine HCl ratiopharm in combinatie met andere geneesmiddelen:
Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst.
Informeer uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt verkrijgen.
Combinatie van de volgende geneesmiddelen met Metformine HCl ratiopharm kan een ongewenste wisselwerking veroorzaken. Overleg in al deze gevallen met uw arts alvorens Metformine HCl ratiopharm in te nemen.
Een aantal geneesmiddelen kan de bloedsuikerspiegel verhogen:
- Bepaalde bijnierschorshormonen (glucocorticosteroïden).
- Bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden bij benauwdheid (luchtwegverwijders, zoals salbutamol, fenoterol en terbutaline).
- Bepaalde geneesmiddelen die gebruikt worden bij de behandeling van hoge bloeddruk: plaspillen (diuretica).
- Uw arts zal, indien nodig, de dosis van Metformine HCl ratiopharm aanpassen.
Een aantal geneesmiddelen kan de bloedsuikerspiegel verlagen:
- Een bepaalde groep geneesmiddelen die gebruikt wordt bij de behandeling van hoge bloeddruk: de zogenaamde ACE-remmers.
- Uw arts zal, indien nodig, de dosis van Metformine HCl ratiopharm aanpassen.
Een aantal geneesmiddelen (bijv. cimetidine, een middel die de aanmaak van maagzuur
4 | rvg 34959 PIL 0912.1v.EV |
vermindert) kan het verwijdering van Metformine HCl ratiopharm uit het lichaam verlengen, waardoor het risico op het ontstaan van melkzuuracidose kan worden verhoogd.