Wat bevat Bocouture
- Het werkzaam bestanddeel is: botulinetoxine type A (150 kD), vrij van complexerende proteïnen. Eén injectieflacon bevat 50 LD50 eenheden van botulinetoxine type A (150 kD), vrij van complexerende proteïnen. 0,1 ml oplossing bevat 4 LD50 eenheden van botulinetoxine type A (150 kD), vrij van complexerende proteïnen na oplossen in 1,25 ml.
- De andere bestanddelen zijn: humaan albumine, sucrose.
Hoe ziet Bocouture er uit en wat is de inhoud van de verpakking
Bocouture wordt aangeboden als een poeder voor oplossing voor injectie. Het poeder is wit. Als men het poeder oplost, verkrijgt men een heldere, kleurloze oplossing zonder partikels.
Verpakkingsgrootten van 1, 2, 3 of 6 injectieflacons.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen
Merz Pharmaceuticals GmbH
Eckenheimer Landstraße 100 60318 Frankfurt/Main Duitsland
P.O. Box 11 13 53 60048 Frankfurt/Main Duitsland
Tel: +49-69/15 03-1 Fax: +49-69/15 03-200
Fabrikant
Merz Pharma GmbH & Co. KGaA
Eckenheimer Landstraße 100
60318 Frankfurt/Main
Duitsland
Tel: +49-69/15 03-1
Fax: +49-69/15 03-200
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EER onder de volgende namen:
Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in <MM/JJJJ>.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg:
Instructies voor de reconstitutie van de oplossing voor injectie:
50 eenheden Bocouture worden vóór gebruik gereconstitueerd in 1,25 ml natriumchloride 9 mg/ml (0,9%) oplossing voor injectie zonder conserveermiddel. Dit komt overeen met een concentratie van 40 eenheden/ml. De reconstitutie en de verdunning moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de richtlijnen voor goede klinische praktijk, in het bijzonder met betrekking tot asepsis.
Bocouture mag uitsluitend toegediend worden voor de bedoelde werking om één patiënt te behandelen tijdens één sessie.
Het is goede praktijk om de inhoud van de injectieflacon te reconstitueren en de spuit klaar te maken boven een papieren doek met plastic onderkant om eventueel gemorst product op te vangen. Een toepasselijke hoeveelheid natriumchlorideoplossing wordt opgetrokken in de spuit. De natriumchlorideoplossing moet voorzichtig in de injectieflacon worden gespoten. De injectieflacon moet afgevoerd worden als het oplosmiddel door het vacuüm niet in de injectieflacon wordt gezogen. Gereconstitueerd Bocouture is een heldere, kleurloze oplossing zonder deeltjes.
Bocouture mag niet gebruikt worden als de gereconstitueerde oplossing (bereid zoals hierboven) troebel is of vlokken of deeltjes bevat.
Instructies voor afvoer
Elke oplossing voor injectie die gedurende meer dan 24 uur werd bewaard, alsook elke ongebruikte oplossing voor injectie, moet afgevoerd worden.
PROCEDURE DIE GEVOLGD MOET WORDEN VOOR EEN VEILIGE AFVOER VAN INJECTIEFLACONS, SPUITEN EN GEBRUIKTE MATERIALEN
Voor een veilige afvoer moet niet-gereconstitueerd Bocouture gereconstitueerd worden in de injectieflacon met een kleine hoeveelheid water en dan onder hoge druk gesteriliseerd worden (geautoclaveerd). Alle lege injectieflacons, injectieflacons die resterende oplossing bevatten, spuiten of gemorst product moeten geautoclaveerd worden. Een andere mogelijkheid is om het resterende Bocouture te inactiveren met een verdunde oplossing van natriumhydroxide (0,1 N NaOH) of natriumhypochloriet (0,5% of 1% NaOCl).
Na inactivatie dienen gebruikte injectieflacons, spuiten en andere materialen niet geleegd te worden, maar verzameld te worden in speciale containers, die conform de plaatselijke vereisten afgevoerd worden
AANBEVELINGEN, MOCHT EEN INCIDENT ZICH VOORDOEN GEDURENDE HET HANTEREN VAN BOTULINETOXINE
- Al het gemorste product moet opgeveegd worden, waarbij absorberend materiaal gebruikt wordt dat is geïmpregneerd met een oplossing van natriumhydroxide of een natriumhypochloriet (bleek) indien het om het poeder gaat, of met droog absorberend materiaal in het geval van opgelost product.
- De vervuilde oppervlakken dienen schoongemaakt te worden met absorberend materiaal geïmpregneerd met een oplossing van natriumhydroxide of een natriumhypochloriet (bleek). En dan gedroogd.
- Als een injectieflacon gebroken is, dient als boven gehandeld te worden, waarbij voorzichtig de delen van het gebroken glas verzameld worden en het product opgeveegd wordt, waarbij het snijden van de huid vermeden dient te worden.
- Als het product in contact met de huid komt, dient het betreffende gebied met een oplossing van natriumhydroxide of natriumhypochloriet (bleek) gewassen te worden en afgespoeld met ruime hoeveelheden water.
- Als het product in contact met de ogen komt, dient het oog grondig gespoeld te worden met water of met een oogspoelvloeistof.
- Als het product in contact komt met een wond, snee of kapotte huid, dient deze met een ruime hoeveelheid water gespoeld te worden en dienen geschikte medische stappen ondernomen te worden, in overeenstemming tot de geïnjecteerde dosis.
Deze gebruiksaanwijzing voor het hanteren en afvoeren dienen strikt gevolgd te worden.
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in oktober 2010