Zoals reeds gezegd, kan er ook sprake zijn van verslaving aan al dan niet voorgeschreven medicatie. Dit wordt vaak een drugsverslaving genoemd in plaats van een klassieke drugsverslaving. Het kan verschillende oorzaken hebben, maar meestal gaat het om chronische pijn die met behulp van medicijnen wordt verlicht, of om mentale stress-toestanden waaraan de verslavende middelen een zekere ontsnapping betekenen. Net als een alcoholverslaving ontwikkelt een drugsverslaving zich heimelijk en sluipend en wordt daarom pas laat opgemerkt door de sociale omgeving of de behandelende artsen. In sommige gevallen komen deze zelfs in combinatie voor, maar verslaving aan geneesmiddelen kan zich veel sneller ontwikkelen, zodat nog grotere voorzichtigheid is geboden bij het omgaan met overeenkomstige preparaten.
De volgende worden beschouwd als bijzonder gevaarlijk met betrekking tot verslaving Pijnstillers, kalmeringsmiddelen en slaappillen. In Duitsland zijn naar schatting twee miljoen mensen besmet en het aantal niet-gemelde gevallen zou aanzienlijk hoger kunnen liggen. Drugsverslaving komt vooral voor bij ouderen, omdat zij meer gezondheidsproblemen hebben, zoals chronische pijn, en daardoor eerder in aanraking komen met tabletten & co. Maar vrouwen grijpen in moeilijke levenssituaties ook eerder naar medicatie dan naar verslavende middelen. Wanneer geneesmiddelen gedurende verscheidene weken of zelfs maanden worden ingenomen, moeten de getroffenen, hun sociale omgeving en de behandelende artsen dus oplettend zijn. Het is echter moeilijk toezicht te houden op het gebruik van geneesmiddelen zonder recept. Typische aanwijzingen voor een drugsverslaving zijn een voortdurende verhoging van de dosis, een regelmatige fixatie op het geneesmiddel, d.w.z. dat het het dagelijks leven begint te bepalen, en het nemen van het geneesmiddel buiten het voorschrift of het eigenlijke probleem.
De alarmbellen moeten ook gaan rinkelen als de drugs stiekem worden gebruikt, want dan weten de betrokkenen vaak zelf (althans onbewust) dat zij een verslavingsprobleem hebben. Aangezien drugsmisbruik allerlei lichamelijke en psychische gevolgen kan hebben, is vroegtijdig ingrijpen ook in dit geval belangrijk. De behandelend arts of de huisarts kan het eerste aanspreekpunt zijn. Samen kan de dosis dan langzaam worden verlaagd om een fysieke ontwenning op gang te brengen. Psychologische behandeling moet echter onder professionele begeleiding blijven plaatsvinden, bijvoorbeeld in het kader van therapie. In het geval van een zeer uitgesproken geestelijke of lichamelijke afhankelijkheid kan ook een opname in een ziekenhuis raadzaam zijn. Om het risico op terugval zo klein mogelijk te houden, is verdere ondersteuning belangrijk, evenals de behandeling van eventuele begeleidende psychische problemen, die vaak de oorzaak zijn van het drugsmisbruik - of erdoor zijn veroorzaakt. Met zo'n holistische behandeling zijn de kansen op herstel van drugsverslaving groot.
Gokverslaving
Naast dergelijke stof-gerelateerde verslavingen, waarbij (ook) een lichamelijke afhankelijkheid ontstaat, zijn er de zogenaamde niet-stof-gerelateerde verslavingen, waarbij het om een zuiver psychische afhankelijkheid gaat. Dit betekent in ieder geval dat men niet hoeft te vrezen voor zulke drastische gevolgen voor de lichamelijke gezondheid als bijvoorbeeld bij nicotine-, alcohol- of drugsverslaving. Toch kunnen dergelijke verslavingen ook het leven op vele manieren belemmeren of zelfs volledig beheersen. Bovendien is het overwinnen van een psychische verslaving allesbehalve gemakkelijk, en aangezien er geen sprake is van misbruik van stoffen, worden overeenkomstige problemen, zoals een gokverslaving, vaak lange tijd licht opgevat.
Bij een gokverslaving voelen mensen een echte dwang om kansspelen te spelen. Dit kan een specifiek spel zijn of gokken in het algemeen - altijd maar hopen op de grote winst om eerdere verliezen goed te maken. Gokverslaving leidt vroeg of laat tot financiële ruïnering en heeft ook een negatieve invloed op het sociale en beroepsleven. Typische waarschuwingssignalen zijn het blijven gokken ondanks grote verliezen of wanneer de betrokkenen zelfs al schulden hebben. Maar ook prikkelbaarheid over het onderwerp of het verbergen van de eigen gokgewoonten zijn vaak alarmsignalen en de getroffenen beginnen al het andere te verwaarlozen. Bij gokverslaving kunnen zelfs ontwenningsverschijnselen optreden, omdat het werkt in het beloningssysteem van de hersenen en daar de impulscontrole verstoort.
Om een gokverslaving te voorkomen is preventie de beste aanpak, en daarom hebben steeds meer (federale) staten Diverse projecten gelanceerd maatregelen hebben om gokverslaving tegen te gaan. Dit geldt niet alleen voordat het zich ontwikkelt, maar ook wie reeds verslaafd is, kan op vele manieren hulp vinden. Daarnaast is het echter raadzaam om naar een arts te gaan om een professionele therapie te beginnen. Lichamelijke ontwenning is niet nodig voor dit soort verslaving, maar psychologische behandeling is zeker nodig om de oorzaken en patronen van de verslaving te onderkennen en deze voorgoed te doorbreken. Verschillende soorten therapie zijn doeltreffend gebleken: individuele psychotherapie, motiveringstherapie en cognitieve gedragstherapie. De behandelaars die de leiding hebben moeten beslissen wat zinvol is in elk individueel geval. Zij moeten ook beslissen of een poliklinische therapie volstaat of dat een verblijf in een kliniek veelbelovender is. Bij de behandeling van gokverslaving is de steun van familie en vrienden bijzonder belangrijk. In geval van schulden moet ook een schuldhulpverlener worden geraadpleegd om de financiële situatie weer in evenwicht te brengen - wat natuurlijk alleen zin heeft als de betrokkene niet terugvalt en daardoor opnieuw in de financiële afgrond terechtkomt.
Mediaverslaving
In principe is een psychologische verslaving aan bijna alles mogelijk, van een winkelverslaving tot een pornografieverslaving. Mediaverslaving is echter een betrekkelijk nieuw verschijnsel geworden. De reden hiervoor is de toenemende verspreiding van digitale media, waarmee zelfs kinderen en jongeren tegenwoordig in aanraking komen. Het gevaar van verslaving bestaat dus al op een uiterst gevoelige leeftijd, maar mediaverslaving kan natuurlijk ook volwassenen treffen. Naar schatting 220.000 kinderen en adolescenten zijn verslaafd aan de media. zijn reeds getroffen - met een sterk stijgende tendens. Artsen zijn daarom gealarmeerd en zien het als de plicht van met name ouders om toezicht te houden op de gebruikstijden van hun kinderen als het gaat om sociale media, gaming of internet in het algemeen.
Het is echter moeilijk om deze controle in het dagelijkse leven in te voeren; kinderen staan immers niet onder voortdurend toezicht. Op zijn laatst in de puberteit kunnen ouders vaak alleen maar schatten hoeveel tijd hun zoon of dochter met digitale media doorbrengt. Daarom is het des te belangrijker om ook in deze gevallen op specifieke waarschuwingssignalen te letten: Zelfs wanneer de media zijn uitgeschakeld, gaan de gedachten en gesprekken alleen nog maar over dit onderwerp. Het mediagebruik raakt ook steeds meer ongecontroleerd en de betrokkenen reageren geïrriteerd wanneer hun wordt gezegd ermee te stoppen of wanneer hun wordt gevraagd naar hun verslavingsgedrag. Pogingen om het mediagebruik terug te dringen mislukken en steeds meer andere aspecten van het leven, zoals vriendschappen of verplichtingen op school, werk enz. worden verwaarloosd. Ook hier is verzwijging een duidelijk waarschuwingsteken en kan mediaverslaving leiden tot lichamelijke klachten zoals slaapstoornissen of rugpijn. Wie dergelijke tekenen bij zichzelf, bij anderen of bij zijn eigen kinderen ontdekt, moet daarom vroegtijdig handelen. In het begin is het vaak voldoende om de mediaconsumptie te beperken. Indien zich echter reeds een tastbare verslaving heeft ontwikkeld, mislukken deze pogingen meestal, zoals reeds gezegd.
Dan is professionele hulp in de vorm van therapie ook nodig om mediaverslaving te overwinnen. Op internet zijn er talrijke aanbiedingen van hulp voor getroffenen of ouders, bijvoorbeeld zelftests of lijsten van therapeuten. Maar ook de kinderarts of huisarts is een goed eerste aanspreekpunt. In de meeste gevallen wordt psychotherapie of cognitieve gedragstherapie voorgeschreven. Afhankelijk van de ernst kan dit poliklinisch of intramuraal en in de vorm van individuele of groepstherapie gebeuren. Daarnaast zijn er ook alternatieve therapiebenaderingen, vooral voor kinderen, bijvoorbeeld op lichamelijk vlak, die in individuele gevallen nuttig kunnen zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld ontspanning bevorderen of de zintuiglijke waarneming verscherpen en zo de getroffenen helpen om in het dagelijks leven weerstand te bieden aan de druk van de verslaving. Een andere belangrijke factor voor het succes van de therapie op lange termijn is een andere besteding van de vrije tijd, waarbij de aandacht niet langer uitgaat naar de media, maar naar bijvoorbeeld vrienden of sportieve hobby's. Als dit lukt, zijn de kansen op genezing van mediaverslaving groot, op elke leeftijd.