De hygiënische maatregelen die de afgelopen twee jaar zijn gebruikt om de covid 19-pandemie in te dammen, hebben niet alleen de verspreiding van coronavirussen vertraagd, maar ook de besmetting met seizoensgriepvirussen. Daardoor werd het lichaam aan minder bacteriën en virussen blootgesteld, waardoor het immuunsysteem van het lichaam moeilijk kon worden versterkt. Als gevolg van de versoepelde beschermingsmaatregelen is het risico van besmetting met influenza nu ook toegenomen. Dit was vooral duidelijk in Australië, waar de jaarlijkse griepgolf van juni tot augustus (de Australische wintermaanden) bijzonder hevig was. In Europa wordt de komende maanden een soortgelijke griepsituatie gevreesd. Volgens artsen en ministeries van Volksgezondheid kan het risico van besmetting worden verminderd door griepvaccinatie.
Wie moet worden beschermd door een vaccinatie?
Het STIKO (Permanent Comité voor Vaccinatie) beveelt aan vooral risicogroepen tegen de virussen te immuniseren. Dit betreft:
- Mensen van 60 jaar en ouder (met een hoog gedoseerd vaccin).
- Zwangere vrouwen vanaf het 2e trimester of, in geval van verhoogde gezondheidsrisico's, vanaf het 1e trimester.
- Personen met een verhoogd gezondheidsrisico als gevolg van een onderliggende ziekte (bv. hart- en vaatziekten, chronische ziekten van de ademhalingsorganen, nier- en leverziekten, stofwisselingsziekten, chronische neurologische onderliggende ziekten)
- Bewoners van bejaarden- of verzorgingstehuizen
- Personen die worden beschouwd als een potentiële besmettingsbron voor risicopersonen die in hetzelfde huishouden wonen.
Voorts wordt wegens een verhoogd infectierisico in de werkomgeving geadviseerd de volgende groepen personen te vaccineren:
- Personen met een verhoogd risico (bv. medisch personeel)
- Personen in instellingen met veel bezoekers
- Personen die worden beschouwd als een potentiële bron van infectie voor risicopersonen in hun zorg.
Wie mag niet gevaccineerd worden?
- Personen die lijden aan een koortsachtige ziekte of een acute infectie (maar moeten zo spoedig mogelijk na het verdwijnen van de ziekte worden gevaccineerd).
- Mensen met een allergie voor kippenei-eiwit of voor andere bestanddelen van het vaccin (vaccinatiemogelijkheden moeten worden besproken met de behandelend arts)
- Kinderen en adolescenten met klinische immunodeficiëntie of ernstige astma mogen niet met het levende vaccin worden ingeënt.
Wanneer moet ik me laten vaccineren?
Het immuunsysteem heeft 10 tot 14 dagen nodig om na vaccinatie de gewenste bescherming op te bouwen. In Duitsland begint het aantal griepgevallen gewoonlijk eind september te stijgen en bereikt het zijn hoogtepunt na de jaarwisseling. Volgens het Robert Koch Institute is de aanbevolen tijd voor vaccinatie tussen oktober en half december.
Welke antigenen bevat het vaccin dit jaar?
Het seizoensgriepvaccin bevat componenten van de respectieve virusvarianten die in het komende seizoen worden verwacht. Het influenzavaccin van dit jaar voor het noordelijk halfrond bevat de antigenen voor de reeds bekende varianten van de virusstammen op het zuidelijk halfrond: de influenzatype A-virussen H1N1 en H3N2 en de influenzatype B-virussen Oostenrijk en Phuket.