Wanneer mag u dit middel niet gebruiken?
- U mag niet onder volledige verdoving worden gebracht.
- U bent allergisch voor de stof die in dit geneesmiddel zit, met name desfluraan, of andere verdovende middelen die toegediend worden via de luchtwegen (inhalatieanesthetica) zoals isofluraan, sevofluraan, halothaan en enfluraan.
- U of een familielid lijdt aan maligne hyperthermie. Er is sprake van maligne hyperthermie wanneer u plots een gevaarlijk hoge lichaamstemperatuur krijgt tijdens of vlak na de ingreep waarvoor u een verdovend middel via de luchtwegen heeft toegediend gekregen.
- Een van de volgende bijwerkingen is bij u opgetreden na eerdere toediening van verdovende middelen: leverfunctiestoornissen, hepatitis (leverontsteking), onverklaarbare koorts, leukocytose (tijdelijke toename van het aantal witte bloedcellen) of eosinofilie (toename van bepaalde witte bloedcellen).
- U krijgt snel benauwdheidsaanvallen als gevolg van een spierkramp in de luchtwegen.
- Voor de inleiding van de verdoving bij kinderen omwille van het frequent voorkomen van hoesten, inhouden van de adem, tijdelijk stoppen met ademen (apneu), strottenhoofdkramp (laryngospasmen) en verhoogde speekselafscheiding in de luchtwegen.
Als een van deze situaties voor u geldt, informeer dan uw arts, chirurg of anesthesist voordat u behandeld wordt met dit geneesmiddel.
Version 3.1 (QRD 3.0)
Suprane | Baxter B.V. |
Bijsluiter | 2/7 |
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel?
- als u vroeger, na verdoving met dit middel, onverklaarde leverproblemen gehad heeft met:
- geelzucht (gele verkleuring van de huid en het oogwit);
- koorts;
- afgestorven leverweefsel (necrose), wat in sommige gevallen een dodelijke afloop kende.
- als u een hoge bloedsuikerspiegel (diabetes) heeft. Tijdens de verdoving kan dit middel uw bloedsuikergehalte doen stijgen.
- als u zwanger bent of borstvoeding geeft of als dit middel toegediend wordt voor de verdoving tijdens verloskundige ingrepen (bevalling van een baby) (zie ook de rubriek “Zwangerschap en borstvoeding”).
- als u lijdt aan myasthenia gravis (bepaalde vorm van spierzwakte).
- als u lijdt aan een aandoening van de kransslagader.
- als een stijging van uw hartslag of bloeddruk niet gewenst is.
Uw arts kan beslissen u dit middel niet toe te dienen als u lijdt aan:
- cirrose (leveraandoening veroorzaakt door alcohol).
- virale hepatitis (leveraandoening veroorzaakt door een virus).
- andere soorten leveraandoening.
In dit geval gebruikt uw arts mogelijk een ander verdovend middel.
Pijn na uw operatie
U herstelt snel van een verdoving met dit middel. Als u verwacht pijn te zullen hebben na uw operatie, geeft uw arts u pijnstillers, hetzij aan het einde van uw operatie, hetzij tijdens uw herstel na de operatie.
Uw arts moet bijzonder voorzichtig te werk gaan als u eerder al een verdovend middel via de luchtwegen heeft toegediend gekregen, vooral wanneer dit op korte termijn meermaals het geval was (herhaald gebruik).
Dit middel kan leiden tot maligne hyperthermie (tijdens of vlak na de ingreep krijgt u plots een gevaarlijk hoge lichaamstemperatuur), wat in sommige gevallen een dodelijke afloop kende.
Uw arts controleert of de bloedtoevoer naar uw hartspier niet aangetast is tijdens de behandeling.
Specifieke informatie voor de behandeling van kinderen
- In zeer zeldzame gevallen kan dit middel problemen met het hartritme veroorzaken bij een kind, wat ertoe kan leiden dat het vlak na de ingreep overlijdt. Deze problemen worden waargenomen bij kinderen die lijden aan Duchenne-spierdystrofie, een aandoening van zenuwen en spieren (neuromusculaire aandoening). In de meeste, maar niet in al van deze gevallen was terzelfder tijd suxamethonium (spierverslappend middel) toegediend.
- Dit middel mag niet worden toegediend aan kinderen en zuigelingen om de verdoving in te leiden (induceren), omdat bij een dergelijk gebruik bijwerkingen kunnen optreden zoals:
- hoesten;
- adem inhouden;
- stoppen met ademen (apneu);
- spierkramp in de stembanden (strottenhoofd), laryngospasme genaamd;
- verhoogde speekselafscheiding in de luchtwegen.
- Voorzichtigheid is aangewezen bij kinderen met een voorgeschiedenis van een recente infectie van de bovenste luchtwegen omwille van een mogelijke luchtwegvernauwing en een verhoogde luchtwegweerstand.
- Dit middel mag niet worden toegediend aan kinderen jonger dan 6 jaar om de verdoving te handhaven vanwege een verhoogd risico op bijwerkingen op het ademhalingsstelsel, tenzij bij hen een buisje in de luchtwegen geplaatst is om hun ademhaling te ondersteunen. Wanneer dit middel bij kinderen van 6 jaar of jonger gebruikt wordt om de verdoving te handhaven met een masker, is
Version 3.1 (QRD 3.0)
Suprane | Baxter B.V. |
Bijsluiter | 3/7 |
voorzichtigheid geboden vanwege het verhoogde risico op bijwerkingen op het ademhalingsstelsel zoals hoesten en laryngospasmen, vooral wanneer het masker weggenomen wordt onder diepe anesthesie.
De volgende bijwerkingen zijn opgetreden nadat dit middel toevallig toegediend was aan personen die geen patiënt waren:
- duizeligheid;
- ernstige hoofdpijn (migraine);
- onregelmatige en versnelde hartslag (tachyaritmie);
- hartkloppingen (palpitaties);
- verbrandingen van het oog;
- tijdelijke blindheid (voorbijgaande blindheid);
- hersenstoornis (encefalopathie);
- zweer op het oogwit (hoornvlies) (ulceratieve keratitis);
- bloeddoorlopen ogen (oculaire hyperemie);
- gezichtsproblemen (verminderde gezichtsscherpte);
- irritatie van het oog;
- pijn aan het oog;
- vermoeidheid;
- brandend gevoel op de huid.
Voorzieningen voor de handhaving van open luchtwegen, kunstmatige beademing, zuurstoftoediening en reanimatie moeten onmiddellijk voorhanden zijn.
Als bovenstaande informatie voor u of uw kind geldt, raadpleeg dan uw arts, verpleegkundige of anesthesist. U moet mogelijk zorgvuldig worden onderzocht en uw behandeling kan worden aangepast.
Gebruikt u nog andere geneesmiddelen?
Gebruikt u naast Suprane nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts, apotheker, chirurg of anesthesist.
Uw arts moet bijzonder voorzichtig zijn als u ook een van de volgende geneesmiddelen gebruikt:
- spierrelaxantia (zoals suxamethonium, pancuronium, atracurium en vecuronium): deze geneesmiddelen worden tijdens volledige verdoving gebruikt om uw spieren te verslappen. Uw anesthesist moet mogelijk de dosis van deze geneesmiddelen aanpassen.
- opioïden (zoals fentanyl, morfine en remifentanil): deze geneesmiddelen zijn sterke pijnstillers en worden vaak gebruikt tijdens volledige verdoving.
- benzodiazepinen (zoals midazolam, diazepam en nitrazepam): dit zijn sedatieve geneesmiddelen met een kalmerend effect. Ze worden gebruikt wanneer u zich zenuwachtig voelt, zoals vóór uw operatie.
- lachgas: dit geneesmiddel wordt tijdens volledige verdoving gebruikt om u in te slaap brengen en uw pijn te verlichten.
- isozianide (middel voor de behandeling van tuberculose): u mag deze tabletten een week vóór en tot 15 dagen na de ingreep niet meer innemen.
Waarop moet u letten met eten en drinken?
Dit is een geneesmiddel om u in slaap te brengen en te houden zodat u uw operatie kunt ondergaan. Vraag uw arts, chirurg of anesthesist wanneer en wat u mag eten of drinken nadat u ontwaakt bent.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid
Version 3.1 (QRD 3.0)
Suprane | Baxter B.V. |
Bijsluiter | 4/7 |
Dit middel heeft een ontspannend effect op de baarmoeder en verlaagt de doorbloeding van de baarmoeder en de moederkoek (placenta). Er is noch toereikend, noch goed gecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij zwangere vrouwen. Beperkte gegevens uit onderzoek bij dieren wijst niet op schadelijke effecten tijdens de zwangerschap. Aangezien onderzoek bij dieren niet altijd de respons bij de mens voorspelt, mag dit middel uitsluitend worden gebruikt tijdens ingrepen bij zwangere vrouwen nadat de mogelijke risico’s en voordelen per patiënt afgewogen zijn.
Er zijn geen toereikende gegevens over het gebruik van dit middel bij vrouwen die borstvoeding geven, en het is niet bekend of het middel overgaat in de moedermelk. Alvorens dit middel voor te schrijven, moeten anesthesisten de mogelijke risico’s en voordelen per patiënt zorgvuldig afwegen.
Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts, chirurg of anesthesist voordat u dit geneesmiddel gebruikt.
Rijvaardigheid en het gebruik van machines
Bestuur geen voertuig, gebruik geen gereedschap of gebruik geen machines na uw operatie als u dit middel heeft toegediend gekregen. De toediening van een verdovend middel kan uw waakzaamheid beïnvloeden, wat uw vermogen kan aantasten om normale activiteiten uit te oefenen.