De werkzame stof in dit middel is ondansetron (als hydrochloridedihydraat).
Elke ml oplossing voor injectie of infusie bevat 2 mg ondansetron (als ondansetronhydrochloride dihydraat) Elke ampul van 2 ml bevat 4 mg ondansetron (als ondansetronhydrochloride dihydraat).
Elke ampul van 4 ml bevat 8 mg ondansetron (als ondansetronhydrochloride dihydraat).
De andere stoffen in dit middel zijn citroenzuurmonohydraat, natriumcitraat, natriumchloride, natriumhydroxide en/of zoutzuur om de pH te corrigeren, en water voor injectie.
Ondansetron Injectie is een heldere, kleurloze oplossing voor injectie of infusie in een ampul van helder glas.
Ondansetron Injectie 2 mg/ml is verkrijgbaar in een verpakking met 5 x 2 ml en 5 x 4 ml ampullen, en ook in een verpakking met 10 x 2 ml en 10 x 4 ml ampullen.
Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant
Accord Healthcare Limited,
Sage House, 319 Pinner Road,
North Harrow, Middlesex, HA1 4HF,
Verenigd Koninkrijk
Registratienummer:
RVG 113115
Dit geneesmiddel is geregistreerd in lidstaten van de EER onder de volgende namen:
Naam van de | Naam van het geneesmiddel |
lidstaat | |
Verenigd | Ondansetron 2mg/ml Solution for Injection or Infusion |
Koninkrijk |
Oostenrijk | Ondansetron Accord 2 mg/ml Lösung zur Injektion oder Infusion |
| Ondansetron Accord Healthcare 2 mg/ml solution pour injection ou |
België | perfusion/ oplossing voor injectie of infusie/ Lösung zur Injektion oder |
| Infusion |
Cyprus | Ondansetron Accord 2 mg/ml ενέσιμο διάλυμαή διάλυμα για έγχυση |
Tsjechië | Ondansetron Accord 2 mg/ml injekční roztok nebo infuzi |
Naam van de | Naam van het geneesmiddel |
lidstaat | |
Denemarken | Ondansetron Accord 2 mg/ml injektions og infusionsvæske, opløsning |
Duitsland | Ondansetron Accord 2 mg/ml Injektions-/Infusionslösung |
Estland | Ondansetron Accord 2 mg/ml |
Griekenland | Ondansetron Accord 2 mg/ml ενέσιμο διάλυμαή διάλυμα για έγχυση |
Spanje | Ondansetron Accord Healthcare 2 mg/ml para inyección o infusión |
EFG |
Finland | Ondansetron Accord 2 mg/ ml injektio- tai infuusioneste/ Lösning för |
injektion och infusion |
Hongarije | Ondansetron Accord 2 mg/ml oldatos injekció vagy infúzió |
Ierland | Ondansetron 2 mg/ml Solution for Injection or Infusion |
Italië | Ondansetrone Accord Healthcare 2mg/ml Soluzione per Iniezione o |
Infusione |
Letland | Ondansetron Accord 2 mg/ml šķīdums injekcijām vai infūzijām |
Malta | Ondansetron 2 mg/ml Solution for Injection or Infusion |
Noorwegen | Ondansetron Accord 2 mg/ml oppløsning til injeksjon og infusjon |
Polen | Ondansetron Accord 2 mg/ml |
Portugal | Ondansetrom Accord |
Zweden | Ondansetron Accord 2 mg/ml Lösning för injektion och infusion |
Slovenië | Ondansetron Accord 2 mg/ml raztopina za injiciranje ali infundiranje |
Slowakije | Ondansetron Accord 2 mg/ml injekčný alebo infúzny roztok |
Bulgarije | Ondansetron Accord 2 mg/ml Solution for Injection or Infusion |
Nederland | Ondansetron Accord 2 mg/ml oplossing voor injectie of infusie |
Litouwen | Ondansetron Accord 2 mg/ml injekcinis/infuzinis tirpalas |
Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd mei 2013.
De volgende informatie is alleen bestemd voor medisch personeel:
Instructies voor gebruik:
Voor intraveneuze injectie of intramusculaire injectie of intraveneuze infusie na verdunning.
Voorschrijvers die ondansetron willen gebruiken ter voorkoming van vertraagde misselijkheid en braken, welke in relatie staan met chemotherapie en radiotherapie bij volwassenen, adolescenten of kinderen, dienen met de huidige praktijk en de daarvoor geldende richtlijnen rekening te houden.
Misselijkheid en braken veroorzaakt door chemotherapie en radiotherapie:
Volwassenen: Het emetogeen effect van kankerbehandeling is afhankelijk van de doses en de combinaties van de toegepaste chemotherapeutische en radiotherapeutische behandelingsschema’s. De toedieningswijze en de dosering van ondansetron moet flexibel zijn en variëren van 8-32 mg/dag en worden vastgesteld zoals hieronder beschreven.
Emetogene chemotherapie en radiotherapie:
Bij patiënten die worden behandeld met emetogene chemotherapie of radiotherapie kan ondansetron intraveneus, intramusculair of op andere wijzen worden toegediend. Dit product is echter uitsluitend voor injectie of infusie.
Bij de meeste patiënten die worden behandeld met emetogene chemotherapie of radiotherapie dient onmiddellijk voor de behandeling 8 mg ondansetron te worden toegediend als een trage intraveneuze of intramusculaire injectie of als korte intraveneuze infusie gedurende 15 minuten. Daarna wordt om de twaalf uur 8 mg oraal toegediend.
Om laat of aanhoudend braken na de eerste 24 uur te voorkomen, dient de orale behandeling met ondansetron samen met dexamethason tot 5 dagen na een behandelingscyclus te worden voortgezet. Behandeling met andere toedieningsvormen van ondansetron dan intraveneus, moet worden voortgezet tot maximaal 5 dagen na een behandelingscyclus.
Sterk emetogene chemotherapie: Bij patiënten die een sterk emetogene chemotherapie ondergaan, bijv. met hoge doses cisplatine, kan ondansetron intraveneus of intramusculair worden gegeven. Ondansetron blijkt dezelfde werkzaamheid te vertonen als de onderstaande doseringsschema’s worden gevolgd gedurende de eerste 24 uur van chemotherapie:
- Een enkelvoudige dosis van 8 mg door middel van een langzame intraveneuze of intramusculaire injectie direct voor chemotherapie.
- Een dosis van 8 mg door middel van een langzame intraveneuze of intramusculaire injectie of als een kortdurend intraveneus infuus gedurende 15 minuten direct voor de chemotherapie, gevolgd door 2 intraveneuze of intramusculaire doses van 8 mg twee of vier uur van elkaar gescheiden of door middel van een continu infuus van 1 mg/uur gedurende 24 uur.
- Een enkele dosis van 16 mg ondansetron mag alleen door middel van een intraveneus infuus worden toegediend, opgelost in 50-100 ml fysiologische zoutoplossing (0,9% w/v) of in een andere, verenigbare infusievloeistof gedurende ten minste 15 minuten, onmiddellijk voor de chemotherapie.
De keuze van het doseringsschema dient te worden bepaald aan de hand van de ernst van het emetogeen effect.
Een enkele dosis van meer dan 16mg mag niet worden gegeven vanwege de dosisafhankelijke verhoging van het risico op verlenging van het QT-interval (zie rubriek 4.4, 4.8 en 5.1 van de SPK).
Bij sterk emetogene chemotherapie kan de werkzaamheid van ondansetron verhoogd worden door de toediening van een enkelvoudige intraveneuze dosis van 20 mg dexamethasonnatriumfosfaat, voorafgaand aan de chemotherapie.
Om laat of aanhoudend braken na de eerste 24 uur te voorkomen, dient de orale behandeling met ondansetron tot 5 dagen na een behandelingscyclus te worden voortgezet.
Pediatrische patiënten:
CINV bij kinderen van 6 maanden of ouder en jongeren
De dosis CINV (door chemotherapie veroorzaakte misselijkheid en braken) kan worden berekend op basis van de lichaamsoppervlakte (BSA) of het gewicht – zie hieronder.
Dosering op basis van BSA:
Ondansetron Injectie dient direct voor chemotherapie als enkelvoudige intraveneuze dosis van 5 mg/m2 te worden toegediend. De intraveneuze dosis mag niet hoger zijn dan 8 mg. Orale dosering kan twaalf uur later beginnen en mag 5 dagen lang worden voortgezet (zie de SPC voor doseringstabellen). De totale dagdosering mag niet hoger zijn dan 32 mg, de dagdosering voor volwassenen.
Dosering op basis van lichaamsgewicht:
Dosering op basis van het gewicht resulteert in hogere dagdoseringen dan dosering op basis van het BSA. Ondansetron Injectie dient direct voor chemotherapie als enkelvoudige intraveneuze dosis van 0,15 mg/kg te worden toegediend. De intraveneuze dosis mag niet hoger zijn dan 8 mg. Er mogen nog twee intraveneuze vervolgdoses worden gegeven met tussenpozen van 4 uur. De totale dagdosering mag niet hoger zijn dan 32 mg, de dagdosering voor volwassenen. Orale dosering kan twaalf uur later beginnen en mag 5 dagen lang worden voortgezet (zie de SPC voor meer bijzonderheden).
Ondansetron Injectie dient te worden verdund in 5% dextrose of 0,9% natriumchloride of een andere verenigbare infusievloeistof (zie rubriek 6.6) en intraveneus worden toegediend gedurende niet minder dan 15 minuten.
Er zijn geen gegevens bekend uit gecontroleerde klinische onderzoeken over het gebruik van Ondansetron Injectie voor de preventie van CINV. Er zijn geen gegevens bekend uit gecontroleerde klinische onderzoeken over het gebruik van Ondansetron Injectie bij kinderen voor de behandeling van misselijkheid en braken veroorzaakt door radiotherapie.
Post-operatieve misselijkheid en braken (PONV):
Volwassenen: Ondansetron kan ter preventie van PONV oraal of door middel van intraveneuze of intramusculaire injectie worden toegediend.
Ondansetron mag bij inductie van anesthesie door middel van een enkelvoudige dosis van 4 mg intramusculair of langzaam intraveneus geïnjecteerd worden.
Voor de behandeling van PONV wordt een enkelvoudige dosis van 4 mg door middel van een intramusculaire of langzame intraveneuze injectie aanbevolen.
Kinderen (ouder dan 1 maand en adolescenten)
Orale formulering:
Er is geen onderzoek verricht naar het gebruik van oraal toegediend ondansetron voor de preventie of behandeling van post-operatieve misselijkheid en braken; voor dit doel wordt langzame intraveneuze injectie aanbevolen.
Injectie:
Ter preventie van PONV bij pediatrische patiënten die onder algehele verdoving geopereerd worden, kan ondansetron door middel van een langzame intraveneuze injectie worden toegediend (niet minder dan 30 seconden) in een enkelvoudige dosis van 0,1 mg/kg tot maximaal 4 mg, hetzij vóór, hetzij tijdens of na de inductie van de anesthesie. Voor de behandeling van PONV bij pediatrische patiënten die een operatie hebben ondergaan onder algehele narcose kan een enkele dosis ondansetron worden toegediend door langzame intraveneuze injectie (minimaal 30 seconden) met een dosis van 0,1 mg/kg tot een maximum van
4 mg. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van Ondansetron Injectie voor de behandeling van PONV bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Ouderen: Er is beperkte ervaring met het gebruik van ondansetron ter preventie en behandeling van PONV bij ouderen; ondansetron wordt echter goed verdragen door patiënten ouder dan 65 jaar, die chemotherapie ondergaan.
Zie ook ‘Speciale patiëntengroepen’.
Speciale patiëntengroepen
Patiënten met nierfunctiestoornissen: Er is geen aanpassing van de dagelijkse dosering, de toedieningsfrequentie of de toedieningswijze vereist.
Patiënten met leverfunctiestoornissen: De klaring van ondansetron is significant verlaagd en de plasmahalfwaardetijd significant verlengd bij patiënten met matige of ernstige leverfunctiestoornissen. Bij deze patiënten mag een totale dagelijkse dosis van 8 mg niet worden overschreden.
Patiënten met een zwak sparteïne/debrisoquine metabolisme: De eliminatiehalfwaardetijd van ondansetron is niet gewijzigd bij patiënten met een zwak metabolisme van sparteïne en debrisoquine. Na herhaalde toediening zullen die patiënten dus niet aan hogere doses van het geneesmiddel worden blootgesteld dan de patiënten in de algemene bevolking. Er is geen aanpassing van de dagelijkse dosis of toedieningsfrequentie vereist.
Gevallen van onverenigbaarheid:
De oplossing mag niet in een autoclaaf gesteriliseerd worden.
Ondansetron Injectie mag alleen worden verdund met de aanbevolen infusievloeistoffen: Natriumchloride intraveneuze infusie BP 0,9%w/v
Glucose intraveneuze infusie BP 5%w/v Mannitol intraveneuze infusie BP 10%w/v Ringer intraveneuze infusie
Kaliumchloride 0,3%w/v en natriumchloride 0,9%w/v intraveneuze infusie BP Kaliumchloride 0,3%w/v en glucose 5%w/v intraveneuze infusie BP
De stabiliteit van Ondansetron Injectie na verdunning met de aanbevolen infusievloeistoffen is aangetoond bij concentraties van 0,016 mg/ml en 0,64 mg/ml.
Gebruik alleen heldere en kleurloze oplossingen.
De verdunde oplossingen dienen te worden beschermd tegen licht.
Houdbaarheid en opslag
Ongeopend 3 jaar
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale condities wat betreft bewaartemperatuur. Bewaar de ampullen in de doos om de vloeistof te beschermen tegen licht.
Injectie
Het geneesmiddel dient direct na openen te worden gebruikt Infusie
Chemische en fysische stabiliteit na verdunning met de aanbevolen oplosmiddelen is aangetoond gedurende 7 dagen bij 25°C en 2-8°C.
Vanuit microbiologisch oogpunt dient het verdunde product direct te worden gebruikt. Als het verdunde product niet onmiddellijk wordt gebruikt, is de gebruiker/toediener verantwoordelijk voor de houdbaarheid en de toestand waarin het wordt toegediend. Normaal gesproken is de houdbaarheid maximaal 24 uur bij 2- 8°C, tenzij verdunning heeft plaatsgevonden onder gecontroleerde en goedgekeurde aseptische omstandigheden.