Wat is aromatherapie:
De complementaire alternatieve geneeskunde, die naast het gebruik van geneeskrachtige stoffen gebruik maakt van "niet-farmacologische" benaderingen, heeft na haar invoering voor de ouderenzorg een nog grotere alternatieve toepassing gekregen bij de behandeling van ouderdomsdementie. In deze context worden alternatieve geneeswijzen gebruikt om de farmacotherapie in zorginstellingen voor bejaarde patiënten aan te vullen. Hiertoe behoort de zogenaamde aromatherapie, die uitsluitend werkt met plantaardige stoffen zoals etherische oliën, absolues (d.w.z. sterk geconcentreerde olieachtige geurstoffen die met oplosmiddelen worden verkregen) en resinoïden (d.w.z. extracten van harsen), alsmede vette oliën. Hierbij wordt aan de olie die uit de plant wordt gewonnen een specifiek geureffect toegekend, dat vervolgens wordt gebruikt bij de traditionele behandelingsmethoden. De precieze werkingsmechanismen voor de doeltreffendheid van aromatherapie zijn nog niet volledig bekend.
Werkingsmechanisme:
Bij aromatherapie hechten de geurmoleculen van etherische oliën zich aan het reukepitheel in de neusholten. Via het reukzenuwstelsel worden de chemische stoffen die door de chemosensorische trilhaartjes worden opgepikt, gedetecteerd en vervolgens doorgegeven aan de hippocampus of het limbisch systeem van de hersenen en de amygdala. De informatie wordt herkend als een geur en de prikkel beïnvloedt vervolgens de regulering van het autonome zenuwstelsel en een aantal vitale reacties in de hersenen - zoals het vrijkomen van neurotransmitters.
Zusammengefasst löst das Geruchsmolekül bei der Aromatherapie unterschiedliche vitale Reaktionen aus.
Volgens onderzoekers is, ondanks de mogelijk verminderde reukzin van Alzheimerpatiënten, een opleving van de reukzenuwen mogelijk. Aangenomen wordt dat verbeteringen in cognitieve functies het gevolg zouden kunnen zijn van de zogenaamde neuropoesis(d.w.z. differentiatie van stamcellen tot b.v.: volwassen neuronen).
In de bestaande studie omvatte de toegepaste aromatherapie geen aromamassages, aromabaden of aanrakingstherapie wegens mogelijke lichamelijke problemen zoals verbranding bij lage temperaturen. Bij gezonde mensen worden essentiële oliën van lavendel en rozemarijn vaak als therapie gebruikt - lavendel heeft in andere gerandomiseerde onderzoeken zelfs significante effecten op slapeloosheid laten zien.
Japanse studiemethode:
In de studie, die is gepubliceerd in het Japanse medische tijdschrift Psychogeriatrics, werd gekeken naar 28 bejaarden, met een mediane leeftijd van 86 jaar, met verschillende vormen van leeftijdsgebonden dementie. Volgens de onderzoekers werden zowel de patiënten als hun familieleden uitvoerig ingelicht over de methoden en het doel van de studie en gaven zij hun toestemming.
Na een controleperiode van 28 dagen werd klassieke aromatherapie toegepast op de patiënten gedurende nog eens 28 dagen. De daaropvolgende follow-up periode was weer 28 dagen. De therapie maakte gebruik van essentiële oliën van rozemarijn en citroen in de ochtend en lavendel en sinaasappel in de avond. Met behulp van de zogenaamde Japanse versie van de Gottfries, Brane, StandingDementia Scale en andere methoden, konden de onderzoekers van de studie het mogelijke effect van aromatherapie vaststellen. Dit werd in totaal vier keer gemeten: vóór de controleperiode, na de controleperiode, na de aromatherapiefase en na de follow-up periode.
In de aromatherapiefase werden de patiënten 's morgens tussen 9 en 11 uur behandeld met 0,04 ml citroenolie en 0,08 ml rozemarijnolie, en 's avonds tussen 19.30 en 21.00 uur met 0,08 ml lavendelolie en 0,04 ml sinaasappelolie. Tijdens dit proces werden de etherische oliën in elektrische diffusors (d.w.z. apparaten die de vloeistofstroom vertragen en de vloeistofdruk verhogen) geplaatst. De etherische oliën zelf werden vervaardigd in Tokio, Japan. Elke patiëntenkamer was uitgerust met twee diffusors.
Cognitieve verbeteringen:
De resultaten toonden een significante verbetering in de individuele oriëntatie met betrekking tot cognitieve functies op de gebruikte beoordelingsschalen bij alle onderzochte patiënten na de aromatherapiefase. Daarnaast werden in het kader van het onderzoek routinematige laboratoriumtests uitgevoerd. Deze vertoonden geen veranderingen in de waarden, wat volgens de Japanse onderzoekers een aanwijzing is dat er geen bijwerkingen optraden in verband met de aromatherapietoepassing. Een aanvullende waardenanalyse kon ook bevestigen dat de verzorgers geen invloed hadden op de verbeterde waarden van de patiënten in de uitgevoerde tests, aldus de studie.
Conclusie:
De resultaten van de studie suggereren dat klassieke aromatherapie een significant effect kon laten zien als niet-farmacologisch alternatief voor leeftijdsgebonden dementie. Volgens de onderzoekers verbeterden de cognitieve functies bij alle onderzochte patiënten. In toekomstige verdergaande studies met meer proefpersonen biedt het gebruik van aromatherapie een groot potentieel voor complementaire zorgbehandelingen, met name voor Alzheimerpatiënten met betrekking tot cognitieve functies.