Tubereuze sclerose complex
Tubereuze sclerosecomplex (TSK) is een multisysteemziekte die wordt veroorzaakt door mutaties in de TSC1- en TSC2-genen. Als gevolg daarvan kunnen zich tumoren vormen in verschillende menselijke organen (b.v.: hersenen, hart, huid, nieren, enz.). Bij routine-echografisch onderzoek van de foetus wordt de ziekte vaker prenataal vastgesteld.
TSK is een van de meest voorkomende medische oorzaken van ernstige epilepsie, die resistent is tegen de huidige medicijnen. Bovendien kunnen neurologische comorbiditeiten zoals mentale stoornissen of autisme ook voorkomen bij kinderen met TSK. De huidige richtlijnen bevelen een anti-epileptische procedure aan na twee niet-uitgelokte klinische epileptische aanvallen of na één aanval bij patiënten die risico lopen op periodieke spasmen die met epilepsie gepaard gaan. Ondanks dergelijke behandelingen, die het risico op complicaties bij kinderen met TSK tot een minimum beperken, kan tot 60% van hen een verstandelijke handicap ontwikkelen.
De meeste mensen met TSK ervaren een asymptomatische aanval of een elektroclinische aanval vóór een klinische aanval. Dit is het geval wanneer EEG-aanvalspatronen (d.w.z. waarneembaar op het elektro-encefalogram) zich ontwikkelen naast klinische aanvalsverschijnselen. Op basis van recent onderzoek dat bevestigt dat anti-epileptische behandeling na onmiddellijke EEG-detectie van dergelijke aanvalsverschijnselen bij kinderen vanaf twee jaar betere resultaten oplevert dan behandeling pas na klinische aanvallen, bevelen richtlijnen nu video EEG-monitoring aan bij zuigelingen.
Momenteel wordt de diagnose epilepsie alleen gesteld na een klinische aanval. Tot voor kort informeerden artsen ouders van baby's met TSK over het risico van toevallen en vroegen hen contact op te nemen met een neuroloog zodra zich een toeval voordeed. Door de mogelijkheid van asymptomatische aanvallen kan een aanval echter worden gemist, wat op zijn beurt kan leiden tot aanzienlijke vertragingen bij de diagnose en de behandeling.
Om de veiligheid en doeltreffendheid van een preventieve behandeling van epilepsie te onderzoeken, werd in de gecontroleerde multicenterstudie, die in november 2020 werd gepubliceerd in het medisch tijdschrift Annals of Neurology, deze procedure vergeleken met conventioneel dokteren.
Studiemethode
Kinderen van vier maanden of jonger met een duidelijke TSK-diagnose (volgens de consensuscriteria) werden onderzocht. Deze hadden geen prevalente asymptomatische aanvallen of elektroklinische aanvallen die op video-EEG konden worden gedetecteerd op baseline. Exclusiecriteria waren de volgende:
- Geen definitieve TSC diagnose
- epileptische aanval in het verleden
- eerdere behandeling met anti-epileptica
- Bestaande medische aandoening die de deelname aan het onderzoek zou kunnen belemmeren.
In totaal 94 pasgeborenen met TSC zonder voorafgaande aanvallen werden maandelijks gevolgd met een video-EEG terwijl ze vigabatrin kregen - hetzij als conventionele behandeling of na de eerste elektroklinische aanval, of preventief als epileptische EEG-activiteit werd gedetecteerd voorafgaand aan een aanval. Vigabatrin is een aanvalsonderdrukkend geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van epilepsie. Pasgeborenen werden in een gerandomiseerde gecontroleerde proef op in totaal 6 plaatsen aan twee behandelingsgroepen toegewezen, terwijl de behandeling op 4 plaatsen in een open-label proef werd vastgesteld. De observatieperiode duurde tot het tweede levensjaar, met als primair einddoel op alle plaatsen de tijd tot de eerste klinische aanval.
Resultaten
Bij in totaal 54 pasgeborenen werd waarneembare EEG-activiteit waargenomen vóór de aanvallen, waarvan er 27 werden opgenomen in de gerandomiseerde gecontroleerde studie en 27 in de open-label studie. Er was een merkbaar verschil in de tijd tot de eerste klinische aanval tussen de twee behandelingen. Terwijl de preventieve behandeling gemiddeld 364 dagen duurde tot de eerste klinische episode, duurde de conventionele behandeling 124 dagen bij de gerandomiseerde gecontroleerde proefpersonen. In de open-label proef duurde het 426 dagen met preventieve behandeling en 106 dagen met conventionele behandeling. Na 2 jaar observatie bleek uit de analyse dat preventieve behandeling het risico op klinische aanvallen met 79% verminderde. Voor resistente epilepsie, is het 77%. Er werden geen ongewenste voorvallen in verband met de preventieve interventie vastgesteld.
Conclusie
Volgens de studie verminderde preventieve behandeling met het geneesmiddel vigabatrine aanzienlijk het risico en de ernst van epileptische aanvallen bij pasgeborenen bij wie TSK was vastgesteld. De WHO en het IBE (International Bureau for Epilepsy) wijzen ook op de onvervulde behoefte aan onderzoek naar epilepsiepreventie. Regelmatige video-EEG-bewaking vanaf de diagnose van TSK bij pasgeborenen en onmiddellijke behandeling met het aanvalsonderdrukkende geneesmiddel wanneer elektroklinische aanvallen optreden, zouden het risico voor veel kinderen aanzienlijk kunnen voorkomen en zouden vaker in medische kringen kunnen worden besproken.