Reumatoïde artritis:
Reumatoïde artritis (afgekort RA) is een chronische auto-immuunziekte die bij veel lijders in episoden optreedt. De ontstekingsziekte tast de gewrichten aan, en mensen die behandeling nodig hebben, lijden aan verminderde functie, pijn en stijfheid. Een van de huidige behandelingsmethoden is gebaseerd op immunosuppressie, die bedoeld is om verdere gewrichtsvernietiging te voorkomen en de symptomen te verlichten. Niet alle lijders kunnen echter een blijvende vermindering van de pijn bereiken.
Sommige patiënten vragen hun arts ook om specifieke voedingsadviezen. Volgens voedingsvragenlijsten melden mensen die een behandeling ondergaan verbeteringen of verslechteringen van de symptomen als gevolg van een andere voedselinname. Eerdere studies melden bijvoorbeeld dat rood vlees en alcoholische dranken de symptomen van RA kunnen verergeren. Vis en bessen daarentegen zouden de ziekteactiviteit kunnen verbeteren. Hoewel deze studies zich richten op specifieke voedingsmiddelen, zijn er weinig analyses die een algemeen ontstekingsremmend dieet hebben onderzocht.
Onderzoekers in de huidige ADIRA-studie (Anti-inflammatory Diet in Rheumatoid Arthritis) richten zich op een dieetportefeuille van n-3 vetzuren, vezels en probiotica die de farmacologische behandeling van RA kan aanvullen om de ziekteactiviteit verder te verminderen.
Zweedse studieopzet:
In de eenblinde cross-overstudie, die in 2020 werd gepubliceerd in The American Journal of Clinical Nutrition, werden 50 patiënten* met reumatoïde artritis onder de loep genomen. Deze mensen werden willekeurig verdeeld in twee groepen gedurende 10 weken. De eerste groep volgde een interventiedieet met aanbevolen ontstekingsremmende voedingsmiddelen, terwijl de controlegroep een controledieet volgde dat overeenkwam met een gemiddeld voedingspatroon in Zweden. Na deze periode werd een uitloopperiode van 4 maanden uitgevoerd. Hierna wisselden de deelnemers in de groep van dieet.
Elke week werd bij de deelnemers thuis voedsel afgeleverd dat overeenkwam met ongeveer 50% van de dagelijkse energiebehoefte - voor de resterende maaltijden werd van de deelnemers verwacht dat zij hetzelfde soort voedsel aten als waarvoor zij op dat moment waren toegewezen. Het voedsel werd door een kruideniersketen elke week op een door de deelnemers gekozen tijd/dag bij hen thuis afgeleverd. Ze mochten geen supplementen nemen tenzij voorgeschreven door een dokter.
De primaire uitkomst was volgens de onderzoekers een verandering in de ziekteactiviteitscores op het kwantitatieve beoordelingssysteem DAS28 (d.w.z. Disease Activity Score 28), dat is ontwikkeld en gevalideerd door de zogeheten EULAR (d.w.z. The European League Against Rheumatism). Secundaire uitkomsten waren veranderingen in de afzonderlijke componenten van de DAS28, zoals pijnlijke en gezwollen gewrichten, gewrichtssedimentatie en subjectief waargenomen gezondheidsstatus.
Om deel te nemen aan de studie werd een uitnodigingsbrief gestuurd naar alle deelnemers in het SRG (d.w.z. Zweeds Kwaliteitsregister voor Reumatologie) van 18-75 jaar met meer dan 2 jaar ziekte in de regio Gothenburg. Uitsluitingscriteria waren:
- Allergieën of voedselintolerantie voor voedingsmiddelen die in het onderzoek zijn opgenomen.
- andere ernstige ziekten
- Zwangerschap of borstvoeding
Het interventiedieet bestond uit ongeveer 1100 kcal/d:
- Ontbijt(magere zuivelproducten, volle granen, granaatappel, bosbes, noten en 5x/week sap met probiotica zoals Lactobacillus plantarum 299v)
- 1x snack(fruit)
- 1x hoofdmaaltijd(3-4x/week vis, meestal zalm en 1-2x/week vegetarisch met peulvruchten, aardappelen, volle granen, groenten, yoghurt en kruiden)
Voor levensmiddelen die niet werden geleverd, golden de volgende voorschriften:
- Vleesconsumptie maximaal 3x/week
- Ten minste 5 porties fruit, bessen of groenten per dag (met de bijgeleverde producten)
- Gebruik olie/margarine om te koken
- Gebruik magere zuivelproducten en volle granen
Significante resultaten?
De hoofdanalyse met deelnemers die het dieet ten minste één keer ondergingen, toonde geen bijzonder verschil in DAS28 tussen de twee groepen. Uit de niet-gecorrigeerde analyse bleek echter dat deelnemers aan beide dieetperioden een significante afname van de DAS28 hadden tijdens de dieetperiode en een significant lagere DAS28 na de interventie dan na de controleperiode.
Conclusie:
Volgens de analyse van deze studie kon in de hoofdanalyse geen klinisch relevante minimalisering van DAS28 of delen daarvan worden vastgesteld met een interventiedieet, dat voedingsmiddelen met mogelijke ontstekingsremmende eigenschappen bevat, in vergelijking met een klassiek Zweeds dieet. Uit een niet-gecorrigeerde analyse bleek echter dat de verbetering significant was tijdens de studieperiode en aan het einde van elke dieetperiode. Volgens de onderzoekers suggereren deze resultaten een positief effect van een mogelijk ontstekingsremmend dieet als ondersteunende therapie voor patiënten in relatie tot de ziekteactiviteit bij mensen met RA.
In ieder geval zijn verdere, meer gedetailleerde klinische studies nog steeds noodzakelijk om de exacte, klinisch relevante verbeteringen van de ziekteactiviteit bij mensen met RA duidelijk te kunnen bepalen.