Basis
Salicylzuur is een zuur dat tegenwoordig wordt gebruikt voor uitwendige behandeling om de buitenste laag van de huid te verwijderen. Daarom is salicylzuur goed voor de behandeling van acne, psoriasis, eelt, likdoorns, keratosis pilaris en wratten. De verbinding kan worden gewonnen uit de bast van de schietwilg en de bladeren van de wintergreen, maar wordt vanwege zijn relatief eenvoudige structuur nu voornamelijk synthetisch geproduceerd. Het werkt bacteriostatisch, schimmeldodend en keratolytisch, en bij orale inname pijnstillend en koortswerend.
Wilg wordt al heel lang voor medicinale doeleinden gebruikt. Er zijn gegevens over het gebruik ervan vanaf 1500 voor Christus. Het gebruik tegen koorts en pijn is door de tijd heen en in veel verschillende culturen waargenomen. Een extract van wilgenbast, salicine genoemd naar de Latijnse naam van de witte wilg (Salix alba), werd geïsoleerd en benoemd door de Duitse chemicus Johann Andreas Buchner in 1828. De Duitse chemicus Hermann Kolbe slaagde er in de jaren 1850 in de stof voor het eerst volledig synthetisch te produceren. De bittere smaak van de stof en bijwerkingen zoals maagklachten brachten veel wetenschappers ertoe naar alternatieven te zoeken. Rond de eeuwwisseling werd de geacetyleerde vorm, acetylsalicylzuur, op de markt gebracht. Door zijn aanzienlijk verbeterde bijwerkingenprofiel heeft acetylsalicylzuur grotendeels de plaats ingenomen van salicylzuur voor de behandeling van koorts en pijn.