Ziektepatroon, overdracht, therapie - allemaal belangrijke informatie.
Dit type pokken is een virale ziekte die zowel van dieren op mensen als van mensen op mensen kan worden overgedragen. Dit type pokken wordt veroorzaakt door het virusgenus Orthopoxvirus simiae, dat ook betrokken is bij de klassieke pokkenvirussen (variola). De virussen komen vooral voor bij knaagdieren in Afrika, niet bij apen. Het virus wordt "apenpokken" genoemd omdat het voor het eerst in het laboratorium bij apen werd waargenomen (1958). Bij mensen werd het virus voor het eerst ontdekt in 1970 in Congo. Een baby van 9 maanden werd besmet en sindsdien zijn nog meer gevallen van deze besmettelijke ziekte bij mensen gemeld. Deze komen voornamelijk voor in West- en Centraal-Afrika. Monkeypox bij mensen werd pas in 2003 buiten Afrika bekend, en tot op heden zijn alleen geïsoleerde gevallen van de virusziekte buiten Afrika gemeld. Vermoedelijk is het virus uit het land gebracht door de invoer van dieren uit Afrika. Momenteel vindt de infectie uitsluitend plaats door besmetting van mens tot mens.
Bij mensen is de ziekte meestal mild en zelfherstellend. Uitzonderingen zijn mensen met een zwak immuunsysteem en kinderen. De symptomen zijn tot nu toe veel milder dan bij pokken (variola), die in 1980 uitgeroeid werden verklaard. De meest voorkomende symptomen zijn koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid. Kenmerkend zijn echter de huidveranderingen (uitslag) die eerst vlekkerig lijken en in de loop van de tijd uitgroeien tot puisten tot ze opdrogen, korsten en afvallen. De uitslag kan zowel in het gezicht als in het genitale gebied, op de handen en voeten en op de borst ontstaan. De puisten kunnen ook op de slijmvliezen verschijnen. In de regel geneest de uitslag uiterlijk na vier weken volledig.
Monkeypoxvirussen worden overgedragen door nauw lichamelijk contact, contact met lichaamsvloeistoffen of door de voor de ziekte typische uitslag. Ook overdracht via druppelinfectie kan niet worden uitgesloten. Getroffen personen zijn besmettelijk totdat de uitslag volledig is genezen. Overdracht kan ook plaatsvinden via voorwerpen (bv. handdoeken, beddengoed, deurklinken) die een besmette persoon heeft aangeraakt/gebruikt. In getroffen gebieden in Afrika kan overdracht ook plaatsvinden van dieren op mensen, meestal dan van knaagdieren. Dieren brengen de virusinfectie over via beten, ledematen, afscheidingen en besmette vacht of materiaal. De incubatieperiode duurt minstens 3 tot maximaal 21 dagen.
Huid- en lichaamscontact met besmette personen moet worden beperkt en open wonden of uitslag mogen niet worden aangeraakt. Seksueel contact moet voorlopig ook worden vermeden, aangezien de infectie ook via geslachtsgemeenschap kan worden overgedragen. Condooms kunnen het risico op besmetting verminderen, maar niet voorkomen. Ook het gebruik van condooms wordt sterk aanbevolen tot acht weken nadat de uitslag is genezen. Het is bewezen dat het virus nog enige tijd in het zaadvocht aanwezig kan zijn.
Iedereen die met apenpokken is besmet, moet ten minste 21 dagen in quarantaine gaan vanaf de eerste dag waarop de symptomen optreden. Als een infectie asymptomatisch is en via bemonstering wordt vastgesteld, begint de isolatie vanaf het moment dat het monster is genomen. De quarantaine kan worden opgeheven wanneer de uitslag volledig is genezen. Monsters worden genomen uit tranende wonden, blaasjes, puisten en korsten. Swabs van huidlaesies zijn ook een gebruikelijke diagnosemethode. Hoewel de apenpokken tot hetzelfde geslacht behoren als de menselijke pokken, die in 1980 uitgeroeid werden verklaard, zijn de symptomen milder en is het risico op overlijden veel kleiner. In de regel worden alleen patiënten met typische symptomen en risicofactoren (reizen naar endemische gebieden) getest op besmetting met deze pokkenvirussen. Als u zelf symptomen opmerkt, kunt u het beste onmiddellijk in quarantaine gaan en advies vragen aan de gezondheidsdienst of uw huisarts.
De behandeling is meestal ongecompliceerd, aangezien de infectie binnen enkele weken vanzelf verdwijnt (ernstige ziekteverschijnselen zijn echter mogelijk). De behandeling is alleen ondersteunend, zodat er geen superinfecties via bacteriën ontstaan. Pas onlangs werd in de EU het geneesmiddel Tecovirimat goedgekeurd voor de behandeling van de virusinfectie en het is in beperkte mate ook in Duitsland verkrijgbaar.