De therapie is gericht op de vele oorzaken en factoren die de ziekte verergeren. Dit gebeurt zowel met medicatie als door middel van aanvullende methoden die fysieke, psychologische en sociale componenten omvatten.
Het doel van de pijntherapie is enerzijds de geleiding van de pijn te onderbreken (medicamenteus) en anderzijds de pijnperceptie van de persoon te veranderen (niet-medicamenteus).
Medicatie:
Medicatie vormt vaak de basis van veel langdurige behandelingen. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt pijntherapie onderverdeeld in drie fasen (WHO-fasenschema):
- Stadium I: Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen voor lichte pijn.
- Niveau II: Opioïden voor matige tot ernstige pijn
- Niveau III: Opioïden voor ernstige tot zeer ernstige pijn
Vaak begint de behandeling met het afbouwen van de hierboven genoemde medicijnen, die een rol kunnen spelen bij het chronisch worden van chronische pijn. Een voorbeeld is door geneesmiddelen veroorzaakte hoofdpijn, die ontstaat wanneer patiënten meer dan tien dagen per maand pijnstillers gebruiken. Voor sommige vormen van pijn kunnen aanvullende medicijnen worden gegeven, zoals anti-epileptica voor kolieken. Sommige antidepressiva hebben soms een zeer goed pijnstillend effect als positieve bijwerking.
Voorts kunnen geneesmiddelen uit de groep van de anti-epileptica ook worden gebruikt tegen voortdurende pijn. Dit geldt met name voor zenuwpijn (neuralgie), waarbij middelen als carbamezepine, oxcarbamezepine, gabapentine of pregabaline een duidelijk positief effect blijken te hebben.
Andere therapieën:
Afhankelijk van de vorm van de pijn zijn er naast psychotherapie en medicatie nog andere vormen van therapie waaruit gekozen kan worden:
- Acupunctuur
- Oefentherapie
- Gedragstherapie, zoals stressmanagementtraining of biofeedback
- fysiotherapie en manuele therapie om spiergroepen te versterken of te verlichten
- Transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS) kan worden gebruikt om zenuwstructuren te stimuleren door elektrische impulsen op de huid toe te passen.
- Autogene training
- Zenuwblokkades, bv. blokkade van de sympathische zenuwen door toediening van guanethidine
- Pijnpompen, die worden geïmplanteerd en continu werkzame stoffen afgeven voor pijnbestrijding
- Lokale of regionale anesthesie, bv. met peridurale katheters
- Ontlastende operaties, bijv. voor carpaal tunnel syndroom
- Palliatieve chirurgie om de pijn te verlichten bij kanker die niet kan worden genezen
Levensstijl:
Soms kunnen eenvoudige methoden, zoals een verandering van dieet of van baan, een positief effect hebben op de pijn.
Sommige pijntherapieën kunnen alleen op klinische of poliklinische basis in een pijnpolikliniek worden gedaan. Verschillende deskundigen werken hier samen, zoals anesthesisten, psychotherapeuten, chirurgen, orthopeden en neurologen.
Om een idee te krijgen van het verloop en het succes, worden patiënten aangemoedigd om thuis pijnvragenlijsten, pijndagboeken en voortgangsdocumenten te blijven bijhouden.