Basis
Leukemie verwijst naar verschillende vormen van kanker die het bloedvormend systeem aantasten ("bloedkanker"). Alle vormen hebben uit de hand gelopen en zich snel vermenigvuldigende leukocyten (witte bloedcellen). Afhankelijk van het verloop van de ziekte wordt een onderscheid gemaakt tussen acute en chronische leukemie.
Chronische leukemieën worden vaak pas laat herkend, omdat zij zich langzaam en vaak zonder symptomen ontwikkelen. De uit de hand gelopen bloedcellen zijn relatief rijp, in tegenstelling tot de acute variant, die wordt veroorzaakt door onrijpe leukocyten. Chronische leukemie treft volwassenen bijna zonder uitzondering.
De overkoepelende term chronische leukemie kan verder worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen:
Chronische lymfatische leukemie (CLL).
Bij CLL zijn de lymfocyten (een subtype van de witte bloedcellen) niet meer onder controle. Hun functie in een gezond persoon is immuunafweer. Acute lymfatische leukemie (ALL) wordt ook veroorzaakt door lymfocyten, maar de degeneratie treedt op in een vroeger stadium van de ontwikkeling van de cellen.
Chronische lymfatische leukemie is de meest voorkomende vorm van alle leukemieën. Elk jaar lopen 3 op de 100.000 mensen het op. De gemiddelde leeftijd van de getroffenen is 65 jaar.
Tegenwoordig wordt CLL vaak gerekend tot de lymfomen (kwaadaardige veranderingen in het lymfestelsel) omdat ook de lymfeklieren worden aangetast.
Chronische myeloïde leukemie (CML)
De basis voor CML is de ontwikkeling van kankercellen uit bloedstamcellen. De ziekte is verdeeld in 3 stadia: De "chronische fase" ontwikkelt zich langzaam en gaat, indien onbehandeld, over in de "versnellingsfase", die sneller verloopt en gevaarlijker is. Tenslotte treedt de "blast crisis" op, die vergelijkbaar is met acute leukemie.
Chronische myeloïde leukemie is betrekkelijk zeldzaam. Het treft slechts 1 op de 100.000 mensen per jaar. De meeste patiënten zijn van middelbare leeftijd.